ECLI:NL:RBROT:2023:327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
C/10/637977 / HA ZA 22-395
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. dr. S. Wahedi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van logistieke kosten tussen twee besloten vennootschappen in de groente- en fruitsector

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Fruit Queen B.V. van Imperial Garden B.V. betaling van een bedrag van € 113.566,37, dat betrekking heeft op logistieke kosten die volgens Fruit Queen zijn ontstaan in de periode van 2018 tot 2020. Fruit Queen stelt dat er een mondelinge overeenkomst is gesloten tussen de partijen over de verdeling van deze kosten op een 50/50-basis. Imperial Garden betwist de vordering en stelt dat er geen geldige overeenkomst is, en dat de kosten niet zijn gespecificeerd. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting op 4 november 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst tussen de partijen voldoende bepaalbaar is, ondanks dat de exacte kosten nog niet waren vastgesteld. De rechtbank wijst erop dat de partijen in algemene zin begrijpen wie welk deel van de kosten voor zijn rekening neemt, en dat een nadere berekening van de totale kosten mogelijk is. De rechtbank concludeert dat Fruit Queen terecht is begonnen met factureren vanaf januari 2018, en dat de vordering van Fruit Queen gegrond is.

Imperial Garden heeft ook een vordering in reconventie ingediend, waarin zij onder andere vraagt om opheffing van conservatoir beslag dat door Fruit Queen is gelegd. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en verzoekt partijen om een nieuwe totaalafrekening van de logistieke kosten over de relevante periode in te dienen. De zaak wordt opnieuw op de rol gezet voor aktewisseling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/638689 / HA ZA 22-432
Vonnis van 25 januari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FRUIT QUEEN B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPERIAL GARDEN B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. L.P. Quist te Dordrecht.
De partijen worden hierna ‘Fruit Queen’ en ‘Imperial Garden’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 9 mei 2022, met producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties;
  • de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, tevens akte overlegging aanvullende producties en akte eisvermindering;
  • de brief van Imperial Garden, met producties;
  • de tijdens de mondelinge behandeling door Imperial Garden overgelegde kanttekeningen bij de eerder door Fruit Queen in het geding gebrachte productie 10.
1.2.
Op 4 november 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. Namens Fruit Queen was hierbij aanwezig [naam 1] (hierna: [naam 1] ), bestuurder van Fruit Queen; zij werd (namens mr. J.P.M. Borsboom) bijgestaan door [naam 2] . Namens Imperial Garden was aanwezig [naam 3] (hierna: [naam 3] ), bestuurder van Imperial Garden; zij werd bijgestaan door mr. L.P. Quist.
1.3.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Fruit Queen en Imperial Garden houden zich bezig met de import en export van aardappelen, groente en fruit. Beide ondernemingen zijn vanaf de oprichting, respectievelijk op 21 januari 2016 en 26 oktober 2017, gevestigd aan het Oosteinde 5 te Barendrecht. [naam 1] is bestuurder van Fruit Queen sinds april 2018 en [naam 3] van Imperial Garden sinds maart 2020. [naam 1] was tussen 9 november 2017 en 24 februari 2021 ook enig aandeelhouder van Imperial Garden. In de periode van 1 maart 2020 tot 1 december 2020 waren [naam 1] en [naam 3] samen bestuurder van Imperial Garden.
2.2.
In de periode 2018-2020 heeft Fruit Queen diverse partijen groente en fruit ingekocht bij (of via) Alex Barendrecht B.V. (hierna: Alex Barendrecht), deels ook voor Imperial Garden. De logistiek rondom de ingekochte zaken, zoals het transport en de opslag, verliep via Alex Barendrecht; die factureerde rechtstreeks aan Fruit Queen, waarbij niet altijd werd uitgesplitst welk deel van de gefactureerde bedragen betrekking had op het transport en welk deel op de opslag.

3..Het geschil

in conventie
3.1.
Fruit Queen vordert, na vermindering van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Imperial Garden te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 113.566,37 met rente, een en ander met veroordeling van Imperial Garden in de proceskosten en beslagkosten.
3.2.
Fruit Queen stelt in dit verband dat tussen haar en Imperial Garden (mondeling) een overeenkomst tot stand is gekomen over de afrekening van logistieke kosten over de periode 2018-2020: die zouden (op 50/50-basis) over de beide ondernemingen worden verdeeld.
3.3.
Imperial Garden voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Fruit Queen in de proceskosten en nakosten.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
Imperial Garden vordert, samengevat:
1. om de door Fruit Queen op 28 april 2022 onder ABN AMRO Bank N.V. en Bunq B.V. ten laste van Imperial Garden gelegde derdenbeslagen op te heffen,
althans Fruit Queen te veroordelen deze beslagen op te heffen, op straffe van een dwangsom;
2. voor het geval de rechtbank oordeelt dat sprake is van een overeenkomst tussen Imperial Garden en Fruit Queen: om deze te vernietigen wegens misbruik van omstandigheden;
3. voor het geval de rechtbank oordeelt dat sprake is van een overeenkomst tussen Imperial Garden en Fruit Queen tot betaling van logistieke kosten:
om Fruit Queen te veroordelen een specificatie te verstrekken, minimaal bestaande uit een sluitend
overzichtvan de onderliggende facturen van Alex Barendrecht waarop de factuur van Fruit Queen gebaseerd is, alsmede die facturen van Alex Barendrecht zelf, op straffe van een dwangsom;
4. Fruit Queen te veroordelen in de proceskosten en nakosten;
en om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.5.
Imperial Garden baseert haar vordering op het volgende. Fruit Queen heeft ten onrechte conservatoir derdenbeslag gelegd op een aantal rekeningen van Imperial Garden. Zelfs als er sprake zou zijn van een (mondelinge) overeenkomst, is deze vernietigbaar wegens misbruik van omstandigheden. Fruit Queen is verder verplicht een duidelijke specificatie over te leggen van de door haar gestelde logistieke kosten. De facturen die Fruit Queen in dit verband aan Imperial Garden heeft verstuurd, zijn te summier om daaruit op te maken dat die ook daadwerkelijk betrekking hebben op logistieke kosten. Het ligt dan ook op de weg van Fruit Queen om die facturen en bedragen nader te specificeren.
3.6.
Fruit Queen voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering in (voorwaardelijke) reconventie, met veroordeling van Imperial Garden in de proceskosten.

4..De beoordeling

in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4.1.
Gelet op hun nauwe samenhang worden de vorderingen in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie hierna gezamenlijk beoordeeld.
mondelinge overeenkomst
4.2.
Bij de beoordeling van de vraag of er tussen Fruit Queen en Imperial Garden een overeenkomst tot stand is gekomen betreffende de verdeling van de logistieke kosten, geldt het volgende. Een overeenkomst komt tot stand na aanbod en aanvaarding daarvan. Verder dient onder meer de inhoud van de overeenkomst voldoende bepaalbaar te zijn.
4.3.
Ter zitting is door [naam 3] bevestigd dat zij in 2020 zelf met het voorstel is gekomen om de logistieke kosten 50/50 te verdelen (om van ‘het gezeur’ af te zijn). Fruit Queen heeft vervolgens op deze basis, inclusief btw, gefactureerd. Juist omdat Fruit Queen conform dit voorstel van [naam 3] is gaan factureren, kan dit niet worden gezien als verwerping van het aanbod van [naam 3] en het doen van een nieuw aanbod door Fruit Queen.
De afspraak tussen partijen is ook voldoende bepaalbaar. Voor het vereiste van bepaalbaarheid is voldoende dat partijen in algemene zin begrijpen wie welk deel van de logistieke kosten voor zijn of haar rekening neemt, waarna een nadere berekening van de totale kosten plaats kan vinden. Omdat partijen een verdeling van de totale logistieke kosten over een bepaalde periode, namelijk de periode 2018-2020, waren overeengekomen, kon naderhand eenvoudig de totaalprijs van het transport en de opslag in de genoemde periode worden berekend, waarmee in voldoende mate aan het bepaalbaarheidsvereiste is voldaan. Dat, zoals Imperial Garden aanvoert, partijen nog niet hadden vastgesteld hoeveel de logistieke kosten exact bedroegen en dat het specificatieoverzicht (enkele) calculatiefouten bevat, maakt dit niet anders.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Fruit Queen terecht vanaf januari 2018 is gaan factureren. Anders dan Imperial Garden ter zitting heeft gesteld, factureert Alex Barendrecht niet pas vanaf september 2018, maar wel degelijk reeds vanaf januari 2018.
4.5.
Voor zover Imperial Garden zich op oneigenlijke dwaling heeft beroepen, gaat dit niet op, omdat Imperial Garden niet stelt dat zij het één heeft verklaard, terwijl zij iets anders heeft bedoeld. Voor zover Imperial Garden heeft bedoeld zich te beroepen op dwaling als bedoeld in artikel 6:228 BW, kan dit haar ook niet baten. [naam 3] heeft namelijk ter zitting verklaard dat zij toegang had tot alle onderliggende facturen (van Alex Barendrecht) betreffende de logistieke kosten. Het beroep van Imperial Garden op misbruik van omstandigheden slaagt evenmin. Imperial Garden stelt weliswaar dat hiervan sprake is, maar iedere verdere concrete onderbouwing ontbreekt. De enkele stelling dat [naam 1] een dominante persoonlijkheid heeft, is onvoldoende om die conclusie te rechtvaardigen. Ook de door [naam 3] in het geding gebrachte verklaringen van haar (behandelend) psycholoog kunnen haar in dit verband niet helpen. Daaruit blijkt dat de diagnose depressieve stoornis bij haar op 1 juni 2021 is vastgesteld. Dat is dus later dan de datum waarop partijen mondeling afspraken hebben gemaakt over de verdeling van de logistieke kosten.
winstmarge was niet inclusief logistieke kosten
4.6.
Voor zover Imperial Garden heeft willen betogen dat zij Fruit Queen geen logistieke kosten is verschuldigd omdat deze reeds in de winstmarge van Fruit Queen waren inbegrepen, gaat dit niet op. Fruit Queen heeft gemotiveerd gesteld en onderbouwd dat en waarom in de winstmarge die zij aan Imperial Garden doorrekende geen logistieke kosten zaten. Hiertegenover heeft Imperial Garden niet meer of anders gesteld dan dat dit wel het geval is. Nu Imperial Garden tegenover de gemotiveerde stellingen van Fruit Queen volstaat met de blote stelling dat in de bij haar in rekening gebrachte winstmarge (wel) logistieke kosten waren begrepen, gaat de rechtbank op dit punt uit van het standpunt van Fruit Queen en wordt het ervoor gehouden dat in de winstmarge geen logistieke kosten inbegrepen zaten.
geen dubbele btw
4.7.
Anders dan Imperial Garden heeft gesteld, is van dubbel btw in rekening brengen door Fruit Queen geen sprake. Fruit Queen heeft gemotiveerd gesteld dat zij vervoerskosten inclusief btw aan Alex Barendrecht heeft betaald. Ter zitting is namens Fruit Queen verder gesteld dat deze btw ook daadwerkelijk is afgedragen. De afspraak tussen partijen was verdeling van de totale vervoerskosten (lees: 50% van de facturen van Alex Barendrecht, inclusief btw). Van dubbel btw in rekening brengen is geen sprake.
verdeling logistieke kosten
4.8.
De rechtbank merkt volledigheidshalve op dat inmiddels (na eisvermindering) niet langer betaling wordt verlangd van de bij dagvaarding overgelegde drie facturen, maar dat moet worden uitgegaan van (de helft van) de facturen die bij conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie in het geding zijn gebracht. In het overzicht dat hierop betrekking heeft, zijn echter calculatiefouten gemaakt. De rechtbank zal de zaak om proceseconomische redenen naar de rol verwijzen om partijen – eerst Fruit Queen, vervolgens Imperial Garden – in de gelegenheid te stellen zich hier bij akte over uit te laten. De rechtbank verzoekt partijen om bij die gelegenheid ook een nieuwe totaalafrekening van de logistieke kosten (inclusief btw) over de periode 2018-2020 in het geding te brengen.
4.9.
In afwachting van de aktewisseling zal de rechtbank nu iedere verdere beslissing aanhouden.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
15 maart 2023voor het nemen van een akte door Fruit Queen over hetgeen is vermeld onder 4.8, waarna Imperial Garden op de rol van
12 april 2023een antwoordakte kan nemen;
in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. S. Wahedi en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023.
3609