In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2023 een beschikking uitgesproken over de adoptie van de minderjarige [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2014 te Gambia, door de verzoekers [verzoeker01] en [verzoekster02]. De verzoekers zijn gehuwd en hebben de minderjarige sinds 9 december 2020 in Nederland in hun gezin opgenomen. De biologische ouders van [minderjarige01] hebben eerder toestemming gegeven voor de voogdij, maar niet specifiek voor de adoptie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers de minderjarige gedurende een periode van meer dan twee jaar hebben verzorgd en onderhouden, wat hen in staat stelt om de adoptie aan te vragen zonder de expliciete toestemming van de biologische ouders. De rechtbank heeft de adoptie in het kennelijk belang van het kind geacht, gezien de hechte band tussen de verzoekers en [minderjarige01] en het feit dat zij in Nederland een stabiele omgeving heeft.