In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 april 2023 een beschikking gegeven betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind01], geboren in 2011. De moeder, [naam01], en de vader, [naam02], zijn betrokken bij de procedure. De kinderrechter heeft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als gecertificeerde instelling aangewezen. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 25 april 2023, en de GI heeft verzocht om een verlenging voor de duur van één jaar. De moeder heeft echter verzet aangetekend tegen deze verlenging, stellende dat zij en [naam kind01] goed functioneren en dat er geen reden is voor verdere ondertoezichtstelling.
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de feiten zijn als volgt: [naam kind01] woont bij de moeder en heeft te maken met overgewicht en gedragsproblemen. De moeder heeft recentelijk een verhuizing ondergaan naar een andere locatie van OuderKind ASVZ, waar de samenwerking met de hulpverlening verbeterd lijkt te zijn. Ondanks deze positieve ontwikkelingen zijn er nog steeds zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01], en de kinderrechter heeft geoordeeld dat de inzet van de jeugdbeschermer noodzakelijk blijft.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen, maar de duur te beperken tot drie maanden, tot 25 juli 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.