Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking verlenging uithuisplaatsing
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
[naam kind01] ,
[naam01] ,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de uithuisplaatsing van drie kinderen, [naam kind01], [naam kind02] en [naam kind03]. De kinderen zijn op 17 januari 2023 vrijwillig uit huis geplaatst, nadat hun moeder had aangegeven de zorg voor hen niet meer te kunnen dragen. De moeder heeft in januari 2023 hulp gevraagd, maar de zorgen over haar opvoedvaardigheden en de stabiliteit in de thuissituatie zijn nog steeds aanwezig. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen en om de uithuisplaatsing voor een periode van drie maanden te handhaven. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de moeder was bijgestaan door haar advocaat, mr. S.O. Zengin. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks de positieve intenties van de moeder om hulp te accepteren, de zorgen over de opvoedvaardigheden en de thuissituatie nog steeds bestaan. Daarom is besloten om de uithuisplaatsing te verlengen in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 april 2023.