In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2023 een beschikking gegeven tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2018. De ondertoezichtstelling is aangevraagd door de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind01]. De moeder, [naam01], vertoont instabiel gedrag en is onvoldoende in staat om de nodige zorg voor haar kind te bieden. De vader, [naam02], is betrokken, maar de moeder heeft een verleden van problematiek, waaronder alcohol- en drugsgebruik, wat haar opvoedcapaciteiten negatief beïnvloedt.
Tijdens de zitting op 21 april 2023 is gebleken dat de moeder niet in staat is om zelfstandig de bedreigingen voor de ontwikkeling van [naam kind01] weg te nemen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening in het vrijwillige kader niet heeft geleid tot verbetering van de situatie. De moeder heeft aangegeven open te staan voor hulp, maar haar eerdere ervaringen met hulpverlening maken haar wantrouwend. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met de mogelijkheid tot evaluatie van de situatie en de betrokkenheid van de vader.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in aanwezigheid van de griffiers D. van der Aa en mr. K.F.G. van Leeuwen. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 april 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.