Op 21 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder, [naam01], die momenteel niet in staat is om de zorg voor haar kind op zich te nemen vanwege haar persoonlijke problematiek, waaronder schizofrenie en het gebruik van cannabis. De moeder heeft in het verleden meerdere keren hulpverlening ontvangen en is meermalen opgenomen geweest in verband met haar psychiatrische klachten. De moeder heeft aangegeven dat zij momenteel niet in staat is om de zorg voor [naam kind01] te bieden, en heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, toegejuicht.
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de GI, de moeder en de pleegmoeder aanwezig waren. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat [naam kind01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk blijft. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 7 mei 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin eveneens verlengd tot 7 mei 2024. De kinderrechter heeft opgemerkt dat het perspectief van [naam kind01] niet meer bij de moeder ligt en dat de ontwikkeling van het kind in het pleeggezin positief verloopt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 april 2023.