ECLI:NL:RBROT:2023:3805
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Regelingsvonnis in het kader van de pilot ‘De Rotterdamse Regelrechter’ met betrekking tot een geldlening en terugbetalingsregeling
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van de pilot ‘De Rotterdamse Regelrechter’. De aanvraagster, die in persoon procedeert, heeft een geschil aan de kantonrechter voorgelegd met betrekking tot een geldlening die zij aan de andere partij, [naam01], heeft verstrekt. De lening bedraagt in totaal € 4.562,-, met een terugbetalingsregeling in maandelijkse termijnen van € 1.000,-. Tot op heden heeft [naam01] echter niets terugbetaald, waardoor het verschuldigde bedrag is opgelopen tot € 6.641,90.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2023 is de aanvraagster verschenen, terwijl [naam01] vanwege ziekte niet fysiek aanwezig kon zijn. De kantonrechter heeft met instemming van de aanvraagster telefonisch contact opgenomen met [naam01], die akkoord ging met een aangepaste betalingsregeling van € 5.000,-, te voldoen in 10 maandelijkse termijnen van € 500,-. De aanvraagster heeft hiermee ingestemd.
De kantonrechter heeft vervolgens beslist dat [naam01] het bedrag van € 5.000,- moet betalen, met de eerste termijn uiterlijk op 1 april 2023. Indien [naam01] in gebreke blijft met de betalingen, wordt het resterende bedrag ineens opeisbaar, met wettelijke rente. De kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt en het griffierecht gelijk wordt verdeeld. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter W.J.J. Wetzels en is uitvoerbaar bij voorraad.