ECLI:NL:RBROT:2023:3824

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
10.005638.23, 10.216526.22, 10.129530.22 en 10.098445.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling voor bedreiging en belediging van publieke functionarissen

Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging en belediging van verschillende publieke functionarissen, waaronder de minister-president en de burgemeester van Rotterdam. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een specifieke bedreiging, maar veroordeelde hem voor meerdere andere bedreigingen en beledigingen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de complexe problematiek van de verdachte, een (deels) voorwaardelijke straf niet aan de orde was, gezien het negatieve advies van de reclassering. De verdachte had zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan bedreigingen en beledigingen, vaak onder invloed van alcohol, wat leidde tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en concludeerde dat de verdachte geen respect toonde voor het openbaar gezag. De uitspraak is gedaan in tegenspraak en de rechtbank heeft de relevante wettelijke voorschriften toegepast.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummers 10.005638.23, 10.216526.22, 10.129530.22 en 10.098445.23
Datum uitspraak 4 mei 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
preventief gedetineerd in de PI [detentieadres01] ,
raadsman mr. M.R. Backer, advocaat te Den Haag.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 april 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank zal de ten laste gelegde feiten als volgt aanduiden in het vonnis.
Parketnummer 10.005638.23: zaak 1
Parketnummer 10.216526.22: zaak 2
Parketnummer 10.129530.22: zaak 3
Parketnummer 10.098445.23: zaak 4

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I.C.M.E. Meissen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het in zaak 1 onder feit 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het in zaak 1 onder 1 en 3, zaak 2, zaak 3 en zaak 4 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering in zaak 1 onder 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het in zaak 1 onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering in zaak 1 onder 3, zaak 2 en zaak 3
Het in zaak 1 onder 3, zaak 2 en zaak 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering zaak 1 onder 1 en zaak 4 onder 1, 2, 3 en 4
4.3.1.
Standpunt verdediging
Zaak 1 onder 1
Aangevoerd is dat de geuite woorden geen redelijke vrees konden opleveren nu tijdens het gesprek overduidelijk is dat de verdachte heel erg dronken is, hij zich zelfs met zijn naam voorstelt aan de 112-medewerker en bovendien zegt waar hij is.
Zaak 4 onder 1
De zinnen “Als Hitler hier was zouden wij jullie tegen de muur zetten en een nekschot geven” en “Kom dan vechten” zijn geen dreiging met een misdrijf, waardoor strafrechtelijk gezien geen sprake is van bedreiging. Alleen de arts heeft verklaard dat de verdachte zou hebben gezegd: “Ik ga je tegen de muur zetten en een kopstoot geven” en deze uitspraak vindt geen steun in andere bewijsmiddelen.
Zaak 4 onder 2
Primair is aangevoerd dat de aangever aanvankelijk heeft verklaard dat hij wel pijn had, en daarna dat hij geen pijn had. Om die reden gaat in dit geval de ervaringsregel dat slaan tegen het lichaam pijn veroorzaakt, niet op. Subsidiair is aangevoerd dat het geven van een (niet harde) corrigerende tik niet kan leiden tot bedreiging.
Zaak 4 onder 3
Aangevoerd is dat bij de verbalisanten niet de redelijke vrees kon ontstaan dat zij het leven zouden laten. Zij kennen de verdachte en weten dat hij vaak dreigende woorden uit, zeker als hij dronken is. De politie weet dat hij nog nooit een dreigement heeft uitgevoerd en dat zijn verbale uitingen als een schreeuw om hulp moeten worden geduid.
Zaak 4 onder 4
Aangevoerd is dat de verbalisanten zich niet bedreigd voelden. Bovendien zijn de woorden tijdens een verhoor en dus niet in het publiek geuit, waardoor het gezag niet is aangetast.
4.3.2.
Beoordeling
Zaak 1 onder 1 en zaak 4 onder 3 en onder 4
Uit vaste jurisprudentie volgt dat niet is vereist dat de bedreiging in een concreet geval bij de bedreigde daadwerkelijk vrees heeft opgewekt en de bedreigde zich in zijn vrijheid belemmerd voelde. Wel moet de bedreiging in het algemeen een dergelijke vrees kunnen opwekken.
De woorden “Ik ga deze week een vuurwapen regelen, ik verklaar hiermee de oorlog en ga als eerste Mark Rutte afschieten”, “Ik ga een pistool halen en ik schiet jullie allemaal”, “Hier nu heb ik jullie ook allemaal bedreigd, ik ga iedereen die op jullie lijkt dood schieten”, “Ik ga een wapen halen en dan gaan jullie het allemaal zien” alsook dat de verdachte een vuurwapen zou gaan kopen en twee verbalisanten dood zou gaan schieten, zijn naar het oordeel van de rechtbank naar hun aard bedreigend. De verdachte uitte deze bedreigingen in een gesprek met 112, het alarmnummer, waardoor rekening wordt gehouden met het ergste scenario, met alle maatschappelijke gevolgen van dien. De verdachte was bovendien dronken toen hij deze woorden uitte, waardoor het voor anderen des te meer onduidelijk kan zijn of hij deze bedreigingen zal waarmaken. In ieder geval kan in het algemeen de redelijke vrees ontstaan dat de bedreigingen zouden worden waargemaakt. Dat wordt niet anders wanneer de beller zijn naam en locatie bekend maakt. De bedreigingen hebben Mark Rutte ook daadwerkelijk bereikt. Dat sommige mensen zich niet bedreigd hebben gevoeld, doet aan het voorgaande niet af.
Zaak 4 onder 1
Dat geen sprake zou zijn van dreiging met een misdrijf onderschrijft de rechtbank niet. De zinnen “Als Hitler hier was zouden wij jullie tegen de muur zetten en een nekschot geven” en “Kom dan vechten” zijn naar het oordeel van de rechtbank naar hun aard bedreigend en zijn wel degelijk dreigingen met misdrijven. De bedreigende zin “Kom dan vechten” werd ondersteund doordat de verdachte met gebalde vuisten in de richting van de aangever bleef lopen, terwijl deze achterstevoren wegliep van de verdachte omdat hij bang voor hem was. Dat alleen de arts over de zin “Ik ga je tegen de muur zetten en een kopstoot geven” heeft verklaard, is gelet op de hierboven genoemde context waarin deze bedreiging is geuit, naar het oordeel van de rechtbank voldoende om te spreken van bedreiging.
Zaak 4 onder 2 primair
Vast staat dat de verdachte de aangever een schop en een knietje heeft gegeven, die de verdachte zelf omschrijft als ‘een corrigerende tik’. Uit algemene ervaringsregels volgt dat indien iemand een schop en een knietje krijgt, hij hiervan pijn ondervindt. Dat heeft de aangever in eerste instantie ook verklaard. Dat hij in tweede instantie anders heeft verklaard, doet niet af aan de algemene ervaringsregel dat men pijn heeft na een schop en een knietje.
4.3.3.
Conclusie
4.4.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Zaak 1
1
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam, M. Rutte heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die voornoemde medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga deze week een vuurwapen regelen, ik verklaar hiermee de oorlog en ga als eerste Mark Rutte afschieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging/dreigende woorden voornoemde M. Rutte nadien kennis heeft genomen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die M. Rutte in diens hoedanigheid van minister-president en/of minister van Algemene Zaken;
3
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam, opzettelijk, een ambtenaar, te weten A. Aboutaleb, burgemeester van de gemeente Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in het openbaar en/of in zijn tegenwoordigheid mondeling, heeft beledigd, door die voornoemde medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam de woorden toe te voegen:
- ‘ die kanker Aboutaleb heeft me mijn huis afgenomen, kanker Marokkaan, kanker Marokkaan’ en/of
- ‘ hoe kan het dat die kanker Marokkaan burgemeester is van mijn stad’ en/of
- ‘ die kanker Marokkaan pleurt mij m’n huis uit’,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, van welke beledigende woorden voornoemde A. Aboutaleb nadien kennis heeft genomen;
Zaak 2
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te Rotterdam [naam01] en/of [naam02] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door in de richting van die [naam01] en/of [naam02] te wijzen en/of hierbij te tellen tot 8 en/of dreigend de woorden toe te voegen “Ik heb 8 kogels nodig, ik ga een vuurwapen halen en dan schiet ik jullie dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Zaak 3
hij, op of omstreeks 24 mei 2022 te Rotterdam, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), te weten [naam03] en/of [naam04] , hoofdagenten van politie, Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: “
“Ik ga hier niet weg. Ik ga lekker voor de deur zitten. Jullie krijgen mij hier niet weg, kankerlijers. Neem me dan mee, gooi mij in de gevangenis en sluit me dan op met jullie kankerkoppen. Ik haal een vuurwapen en ga jullie allemaal doodschieten, jullie kankerlijers.” en/of
“Jij met je getatoeëerde wenkbrauwen, heb je ook je kut getatoeëerd. Jij kankerhoer. En jij, heb jij een stijve, gaan jullie ook zo neuken in de bus. Jullie zijn kankerlijers kankerratten met jullie kankerkoppen. Ik koop een wapen en ik schiet jullie neer. Ik vind jullie wel.”,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak 4
1
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, een psychiatrisch arts van zorginstelling Fivoor (bekend onder nummer 3132577) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met gebalde vuist achter voornoemde arts aan te lopen en/of aan voornoemde arts de dreigende woorden toe te voegen: “Als Hitler hier was zouden wij jullie tegen de muur zetten en een nekschot geven” en/of “Kom dan vechten” en/of “Ik ga je tegen de muur zetten en een kopstoot geven”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, een psychiatrisch arts van zorginstelling Fivoor (bekend onder nummer 3132577) heeft mishandeld door meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam van voornoemde arts te schoppen en/of te trappen en/of een knietje te geven;
3
hij op of omstreeks 11 april 2023 te Rotterdam, [naam05] en/of [naam06] , beiden verbalisanten bij politie eenheid Rotterdam, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door aan voornoemde [naam05] en/of aan voornoemde [naam06] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga een pistool halen en ik schiet jullie allemaal” en/of “hier nu heb ik jullie ook allemaal bedreigd, ik ga iedereen die op jullie lijkt dood schieten” en/of “ik ga een wapen halen en dan gaan jullie het allemaal zien”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
hij op of omstreeks 11 april 2023 te Rotterdam, [naam07] en/of [naam08] , beiden verbalisanten bij politie eenheid Rotterdam heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door aan voornoemde [naam07] en/of aan voornoemde [naam08] dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven - dat hij, verdachte, een vuurwapen zou gaan kopen en hen dood zou schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Zaak 1 onder 1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister
Zaak 1 onder 3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van burgemeester
Zaak 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Zaak 3
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
Zaak 4 onder 1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Zaak 4 onder 2
mishandeling
Zaak 4 onder 3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van ambtenaar van politie
Zaak 4 onder 4
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende langere periode meermalen schuldig gemaakt aan belediging en bedreiging van diverse personen, waaronder de minister-president, de burgemeester van Rotterdam, politieagenten en hulpverleners. Deze feiten veroorzaken bij hen allemaal gevoelens van angst en onveiligheid. Deze bedreigingen en beledigingen lijken zich steeds voor te doen wanneer de verdachte onder invloed van alcohol is. Hij blijft desalniettemin drinken. De verdachte heeft er door zijn handelen blijk van gegeven geen respect te tonen voor het openbaar gezag. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan mishandeling van een hulpverlener. Zijn gedrag is des te kwalijker nu de bedreigingen en belediging tegen hulpverleners en mishandeling van een hulpverlener in het openbaar en in aanwezigheid van anderen zijn gedaan, terwijl dit juist de mensen zijn die voor de maatschappij klaarstaan en meer specifiek de verdachte willen helpen zijn leven op orde te krijgen.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 april 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.2.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft op 4 april 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt samengevat het volgende in.
De reclassering ziet geen mogelijkheden tot justitiële interventie vanwege de complexe problematiek, de zorgmijdende houding en beperkte responsiviteit van de verdachte. Een langdurige klinische opname is niet haalbaar vanwege het proportionaliteitsbeginsel en omdat er geen diagnostiek en medewerking van de verdachte is.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst en hoeveelheid van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Nu de reclassering negatief adviseert over hun betrokkenheid bij de verdachte, zal de rechtbank hem niet veroordelen tot een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 266, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het in zaak 1 onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de in zaak 1 onder 1 en 3, zaak 2, zaak 3 en zaak 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.G. van de Grampel, voorzitter, en mrs. K.Th. van Barneveld en J. van de Klashorst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Sinon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Zaak 1
1
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam, M. Rutte heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die voornoemde medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga deze week een vuurwapen regelen, ik verklaar hiermee de oorlog en ga als eerste Mark Rutte afschieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging/dreigende woorden voornoemde M. Rutte nadien kennis heeft genomen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die M. Rutte in diens hoedanigheid van minister-president en/of minister van Algemene Zaken;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 285 lid 5 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam, A. Aboutaleb heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die voornoemde medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven - dat Aboutaleb, die kanker Marokkaan, zijn, verdachtes, huis dicht heeft gepleurd omdat toen hij, verdachte, met corona in het ziekenhuis lag er Marokkanen een feestje hebben gehouden in zijn, verdachtes, huis, en/of “Ik gaat een wapen gaat regelen en alle Marokkanen dood schieten, die kanker Marokkanen!”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging/dreigende woorden voornoemde A. Aboutaleb nadien kennis heeft genomen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die A. Aboutaleb in diens hoedanigheid van burgemeester van de gemeente Rotterdam;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 285 lid 5 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ten overstaan van een medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam, opzettelijk, een ambtenaar, te weten A. Aboutaleb, burgemeester van de gemeente Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in het openbaar en/of in zijn tegenwoordigheid mondeling, heeft beledigd, door die voornoemde medewerker van het Operationeel Centrum van politie eenheid Rotterdam de woorden toe te voegen:
- ‘ die kanker Aboutaleb heeft me mijn huis afgenomen, kanker Marokkaan, kanker Marokkaan’ en/of
- ‘ hoe kan het dat die kanker Marokkaan burgemeester is van mijn stad’ en/of
- ‘ die kanker Marokkaan pleurt mij m’n huis uit’,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, van welke beledigende woorden voornoemde A. Aboutaleb nadien kennis heeft genomen;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Zaak 2
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te Rotterdam [naam01] en/of [naam02] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door in de richting van die [naam01] en/of [naam02] te wijzen en/of hierbij te tellen tot 8 en/of dreigend de woorden toe te voegen “Ik heb 8 kogels nodig, ik ga een vuurwapen halen en dan schiet ik jullie dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Zaak 3
hij, op of omstreeks 24 mei 2022 te Rotterdam, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), te weten [naam03] en/of [naam04] , hoofdagenten van politie, Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: “
“Ik ga hier niet weg. Ik ga lekker voor de deur zitten. Jullie krijgen mij hier niet weg, kankerlijers. Neem me dan mee, gooi mij in de gevangenis en sluit me dan op met jullie kankerkoppen. Ik haal een vuurwapen en ga jullie allemaal doodschieten, jullie kankerlijers.” en/of
“Jij met je getatoeëerde wenkbrauwen, heb je ook je kut getatoeëerd. Jij kankerhoer. En jij, heb jij een stijve, gaan jullie ook zo neuken in de bus. Jullie zijn kankerlijers kankerratten met jullie kankerkoppen. Ik koop een wapen en ik schiet jullie neer. Ik vind jullie wel.”,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht )
Zaak 4
1
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, een psychiatrisch arts van zorginstelling Fivoor (bekend onder nummer 3132577) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met gebalde vuist achter voornoemde arts aan te lopen en/of aan voornoemde arts de dreigende woorden toe te voegen: “Als Hitler hier was zouden wij jullie tegen de muur zetten en een nekschot geven” en/of “Kom dan vechten” en/of “Ik ga je tegen de muur zetten en een kopstoot geven”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 4 januari 2023 te Rotterdam, een psychiatrisch arts van zorginstelling Fivoor (bekend onder nummer 3132577) heeft mishandeld door meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam van voornoemde arts te schoppen en/of te trappen en/of een knietje te geven;
(Artikel art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 11 april 2023 te Rotterdam, [naam05] en/of [naam06] , beiden verbalisanten bij politie eenheid Rotterdam, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door aan voornoemde [naam05] en/of aan voornoemde [naam06] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga een pistool halen en ik schiet jullie allemaal” en/of “hier nu heb ik jullie ook allemaal bedreigd, ik ga iedereen die op jullie lijkt dood schieten” en/of “ik ga een wapen halen en dan gaan jullie het allemaal zien”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 11 april 2023 te Rotterdam, [naam07] en/of [naam08] , beiden verbalisanten bij politie eenheid Rotterdam heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door aan voornoemde [naam07] en/of aan voornoemde [naam08] dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven - dat hij, verdachte, een vuurwapen zou gaan kopen en hen dood zou schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)