ECLI:NL:RBROT:2023:3866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
C/10/654495 / JE RK 23-598
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vervangende toestemming voor vaktherapie in het kader van de geschillenregeling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2023 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot vervangende toestemming voor vaktherapie voor de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De zaak is ingediend door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die de belangen van de minderjarige behartigt. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de vader weigert toestemming te geven voor de noodzakelijke therapie, die gericht is op het verbeteren van de emotionele ontwikkeling van de minderjarige. De moeder steunt het verzoek van de GI, terwijl de vader van mening is dat er geen noodzaak is voor therapie en dat de GI onvoldoende contact heeft gehad met de school van [voornaam minderjarige01].

De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] is verlengd tot 4 september 2023 en dat er een dringende noodzaak is voor vaktherapie, gezien de gedragsveranderingen die de minderjarige vertoont na bezoeken bij de vader. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de therapie noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] te beschermen, ondanks de bezwaren van de vader.

Uiteindelijk heeft de kinderrechter vervangende toestemming verleend voor de vaktherapie, met de beslissing dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/654495 / JE RK 23-598
Datum uitspraak: 14 april 2023

Beschikking geschillenregeling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, hierna te noemen de GI,

gevestigd te Dordrecht.
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[vader01] ,

hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
16 maart 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 14 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder;
- mw. [naam01] namens de GI.

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
[voornaam minderjarige01] woont bij zijn moeder.
Bij beschikking van 20 december 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot
4 september 2023.

Het verzoek en het standpunt van de GI

De GI verzoekt de kinderrechter een beslissing te nemen op het onderhavige geschil en vervangende toestemming te verlenen voor een behandeling van [voornaam minderjarige01] . Deze behandeling betreft de vaktherapie (bijvoorbeeld in de vorm van speltherapie) vanuit Family Supporters.
De vader weigert hiervoor toestemming te geven, waardoor de noodzakelijke therapie niet ingezet kan worden.
De GI licht ter zitting toe dat er meerdere pogingen zijn gedaan om toestemming te krijgen van de vader om [voornaam minderjarige01] naar vaktherapie te sturen. [voornaam minderjarige01] laat in de thuissituatie bij de moeder na de bezoeken met de vader een gedragsverandering zien. De GI heeft de vader een schriftelijke aanwijzing gegeven, de vader heeft niet op de vooraankondiging gereageerd en ook niet op de daadwerkelijke schriftelijke aanwijzing. De GI is van mening dat een bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing en het verbinden van een dwangsom hieraan in deze kwestie geen oplossing biedt. De GI vindt het van belang dat de vaktherapie zo spoedig mogelijk kan starten. Vanuit de vaktherapie is het belangrijk om te kijken wat het effect van de scheiding op [voornaam minderjarige01] is en dat [voornaam minderjarige01] leert zijn emoties te herkennen, te uiten en hiermee om te gaan.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het eens met het verzoek en ondersteunt het standpunt van de GI. Volgens de moeder heeft [voornaam minderjarige01] soms moeite om zich te uiten en heeft hij therapie nodig.

Het standpunt van de vader

De vader is het niet eens met het verzoek. Volgens de vader heeft de GI geen contact gezocht met de school van [voornaam minderjarige01] voor informatie. De vader heeft met de school van [voornaam minderjarige01] en de kinderopvang gesproken. De school ziet geen aanleiding voor vaktherapie. Er zijn geen zorgen over de ontwikkeling en het gedrag van [voornaam minderjarige01] . De vader herkent de zorgen zelf ook niet. Hij ziet een vrolijke jongen die geen last lijkt te hebben van de overgangen. De vader heeft het verslag van Family Supports niet ontvangen en verzoekt dit document te schrappen. De vader vindt niet dat [voornaam minderjarige01] belast hoeft te worden met therapie. Het gedrag dat [voornaam minderjarige01] laat zien is volgens de vader kindeigen.

De beoordeling

Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, kunnen op grond van artikel 1:262b Burgerlijk Wetboek aan de kinderrechter worden voorgelegd.
De kinderrechter overweegt allereerst dat zij geen aanleiding heeft gezien om de zaak ambtshalve aan te houden om de vader nog de gelegenheid te geven het verslag van Family Supporters in te zien en daarop aanvullend te reageren, nu het gaat om een kort verslag en zij dit verslag in grote lijnen heeft voorgehouden op de zitting.
De kinderrechter stelt vast dat het gaat om een geschil dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreft, namelijk de vraag of het volgen van vaktherapie voor [voornaam minderjarige01] noodzakelijk is. De GI vindt deze therapie noodzakelijk en de vader niet. Om die reden heeft de vader meerdere malen geweigerd hiervoor toestemming te verlenen.
De kinderrechter acht voldoende aangetoond dat de door de GI voorstelde behandeling noodzakelijk is om de bedreiging in de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] af te wenden. Het gegeven dat deze therapie niet noodzakelijk wordt geacht door de school, doet hieraan niet af, omdat het niet gaat om het functioneren van [voornaam minderjarige01] op school maar in de thuissituatie. Family Supporters heeft [voornaam minderjarige01] bij de moeder thuis geobserveerd en geconcludeerd dat [voornaam minderjarige01] grensoverschrijdend gedrag laat zien waarvan onduidelijk is waar dit vandaan komt. De kinderrechter acht de bevindingen en conclusies van Family Supporters en daarmee het standpunt van de GI voldoende onderbouwd om daarop af te kunnen gaan.
Het lukt de ouders niet om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en de onderlinge spanningen bij [voornaam minderjarige01] weg te houden, hetgeen effect heeft op zijn ontwikkeling. [voornaam minderjarige01] heeft zijn beide ouders nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het is daarom van belang dat de overdrachtsmomenten en de omgang tussen beide ouders zo spanningsvrij mogelijk verloopt. Family Supporters heeft [voornaam minderjarige01] bij de moeder thuis kunnen observeren en gesprekken gevoerd met beide ouders. Family Supporters hebben geconstateerd dat de visie van de ouders over de opvoeding verschillen en geconcludeerd dat het voor [voornaam minderjarige01] lastig is om zich te verhouden in de twee verschillende gezinssituaties. [voornaam minderjarige01] heeft last van loyaliteitsproblemen. [voornaam minderjarige01] past zich (mogelijk) teveel aan de verschillende
opvoedsituaties aan, wil rekening houden met zijn ouders en kan zich daardoor onvoldoende
uiten in beide leefomgevingen. Hierdoor kan er een intern conflict bij hem zijn ontstaan, waarvan [voornaam minderjarige01] last kan krijgen in zijn verdere ontwikkeling. Ingrijpen is noodzakelijk en wel op zo kort mogelijke termijn om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter in het kader van de geschilbeslechting vervangende toestemming verlenen voor het inzetten van vaktherapie voor [voornaam minderjarige01] .

De beslissing

De kinderrechter:
verleent vervangende toestemming voor de behandeling van [voornaam minderjarige01] , inhoudende het volgen van vaktherapie;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.