In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2023 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot vervangende toestemming voor vaktherapie voor de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De zaak is ingediend door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die de belangen van de minderjarige behartigt. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de vader weigert toestemming te geven voor de noodzakelijke therapie, die gericht is op het verbeteren van de emotionele ontwikkeling van de minderjarige. De moeder steunt het verzoek van de GI, terwijl de vader van mening is dat er geen noodzaak is voor therapie en dat de GI onvoldoende contact heeft gehad met de school van [voornaam minderjarige01].
De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] is verlengd tot 4 september 2023 en dat er een dringende noodzaak is voor vaktherapie, gezien de gedragsveranderingen die de minderjarige vertoont na bezoeken bij de vader. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de therapie noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] te beschermen, ondanks de bezwaren van de vader.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter vervangende toestemming verleend voor de vaktherapie, met de beslissing dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 april 2023.