ECLI:NL:RBROT:2023:389

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
C/10/648235 / JE RK 22-2684
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

Op 3 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 15 januari 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de grootmoeder moederszijde eveneens verlengd tot dezelfde datum. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de kinderrechter bijzondere toegang verleende aan enkele belanghebbenden, waaronder de tante en een begeleider van de moeder. De moeder en de grootmoeder moederszijde hebben hun standpunten toegelicht, waarbij de moeder verweer heeft gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de verlenging, stellende dat [voornaam minderjarige01] een veilige en stabiele opvoedomgeving nodig heeft, wat momenteel niet door de moeder kan worden geboden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat de grootmoeder een goede omgeving biedt. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de moeder zich aan veiligheidsafspraken houdt en dat er onderzoek gedaan moet worden naar het perspectief van [voornaam minderjarige01]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/648235 / JE RK 22-2684
datum uitspraak: 3 januari 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[vader01] ,

hierna te noemen de vader,

[grootmoeder mz01] ,

hierna te noemen de grootmoeder moederszijde (mz), wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 november 2022, ingekomen bij de griffie op 22 november 2022.
Op 3 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de grootmoeder mz,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam01] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang tot de zitting verleend aan mw. [naam02] als
de tante mz, mw. [naam03] als de begeleider van de moeder en aan mw. [naam04] ,
namens pleegzorg.
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] verblijft bij de grootmoeder mz.
Bij beschikking van 4 januari 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 15 januari 2023. De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 januari 2022 ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] bij de grootmoeder mz verlengd tot 15 januari 2023.

Het verzoek en het standpunt van de GI

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens wordt verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] bij een persoon uit het netwerk, te weten de grootmoeder mz, te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. [voornaam minderjarige01] kent een belast verleden waarin hij veel heeft meegemaakt. De grootmoeder mz kan [voornaam minderjarige01] een veilige en stabiele opvoedomgeving bieden, iets waar hij door zijn verleden een grote behoefte aan heeft. Gebleken is dat [voornaam minderjarige01] in de afgelopen periode tijdens onbegeleide omgangsmomenten met de moeder opnieuw getuige is geweest van spanningen tussen de moeder en haar nieuwe vriend. Daarnaast hebben zich op vakantie in Turkije incidenten voorgedaan tussen de moeder en het pleeggezin, hetgeen tot stress bij [voornaam minderjarige01] heeft geleid. De GI is van mening dat de moeder momenteel niet in staat is de zorg over [voornaam minderjarige01] op zich te nemen. [voornaam minderjarige01] geeft aan bij de moeder te willen wonen, maar ook dat zij daarvoor geen wisselende relaties meer moet aangaan met mannen. Dit zorgt ervoor dat hij zich onveilig voelt. Het contact tussen [voornaam minderjarige01] en zijn vader is in de afgelopen periode verslechterd. [voornaam minderjarige01] heeft veel last van wat zijn vader zijn moeder heeft aangedaan. Het woonperspectief van [voornaam minderjarige01] ligt bij de grootmoeder mz. Hier heeft hij een stabiele opvoedomgeving, van waaruit hij in rust behandeling kan krijgen voor traumaverwerking. Er dient dan ook onderzoek te worden gedaan naar een voogdijmaatregel, omdat de situatie onveranderd blijft. De GI is niet eerder overgegaan tot het doen van een verzoek daartoe aan de Raad, omdat het er een tijdje naar uitzag dat [voornaam minderjarige01] terug naar de moeder kon. De GI is hier echter op teruggekomen nu gebleken is dat de moeder zich onttrekt aan de veiligheidsmaaregelen.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder heeft ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek. In het gezinsplan wordt te veel nadruk gelegd op de dingen die zich in het verleden hebben afgespeeld. Er wordt geen aandacht besteed aan de veranderingen die de moeder in de afgelopen periode heeft doorgemaakt. Zo heeft zij een eigen woning tot haar beschikking. Daarnaast is zij actief bezig om aan haar persoonlijke problematiek te werken door middel van het volgen van therapie en door mee te werken aan de hulpverlening. In tegenstelling tot wat door de GI wordt beweerd, stelt de moeder de veiligheid van [voornaam minderjarige01] altijd voorop. Met kerst is er een woordenwisseling geweest tussen de moeder en haar nieuwe partner, waarna zij [voornaam minderjarige01] meteen naar een andere ruimte heeft gebracht. Daarnaast probeert de moeder zelf hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] in te schakelen. Al op de vorige zitting zou het perspectief van [voornaam minderjarige01] worden onderzocht, hier is echter nog niets van terecht gekomen. De moeder heeft zich inmiddels voldoende bewezen en zij wil dan ook graag dat [voornaam minderjarige01] bij haar wordt teruggeplaatst. De moeder is hard bezig aan zichzelf te werken, maar zij vreest dat zij met de vrijlating van [voornaam minderjarige01] ’s vader haar kind helemaal niet meer zal mogen zien. Dit wil de moeder te allen tijde voorkomen.
De grootmoeder mz heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Het gaat goed met [voornaam minderjarige01] en het is begrijpelijk dat hij bij zijn moeder wil wonen. In de zomervakantie zijn er echter spanningen geweest tussen de moeder en het pleeggezin, waarop de grootmoeder mz een tijdje geen contact heeft gehad met de moeder (haar dochter). Dit contact is sinds kort weer hersteld. De belmomenten tussen [voornaam minderjarige01] en zijn vader leveren spanningen op bij [voornaam minderjarige01] . De grootmoeder mz maakt zich net als de moeder zorgen over wat er gebeurt als de vader van [voornaam minderjarige01] vrijkomt. De band tussen [voornaam minderjarige01] en zijn moeder wordt steeds beter. Voor de grootmoeder mz is het belangrijkste dat [voornaam minderjarige01] in een veilige omgeving opgroeit.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige01] verblijft sinds 2019 bij zijn grootmoeder mz in verband met de spanningen en huiselijk geweldsituaties die plaatsvonden tussen zijn ouders. Bij de grootmoeder mz maakt [voornaam minderjarige01] een goede ontwikkeling door. Vanwege het belaste verleden van [voornaam minderjarige01] is het belangrijk dat hij behandeling krijgt om zijn trauma’s te verwerken. Een stabiele opvoedomgeving van waaruit de behandeling kan starten is daarvoor noodzakelijk. De moeder is op dit moment onvoldoende in staat om [voornaam minderjarige01] een veilige en stabiele opvoedomgeving te bieden, mede gelet op haar persoonlijke problematiek en het verleden van huiselijk geweld. Dat er ook, tegen de zin van de moeder, naar het verleden wordt gekeken, heeft te maken met het feit dat [voornaam minderjarige01] door dat verleden beschadigd is geraakt. Voorkomen moet worden dat het verleden ook de toekomst wordt. Een doel van de ondertoezichtstelling is dat verdere of nieuwe beschadiging van [voornaam minderjarige01] wordt voorkomen. Het is dan ook jammer dat zich tijdens en rondom de vakantie in Turkije, afgelopen zomer, een incident heeft voorgedaan tussen de moeder en de pleegmoeder (en zus van de moeder), dat ook [voornaam minderjarige01] heeft geraakt.
Het is positief dat de moeder aan zichzelf werkt. De kinderrechter ziet dat de moeder voor [voornaam minderjarige01] wil vechten en haar best doet. De kinderrechter benadrukt dat het hierbij van belang is dat de moeder zich aan de gemaakte veiligheidsafspraken houdt en dat zij ervoor zorgt dat [voornaam minderjarige01] niet wordt blootgesteld aan eventuele spanningen tussen haar en haar nieuwe partner. Het is belangrijk dat het verblijf van [voornaam minderjarige01] bij de grootmoeder mz wordt voortgezet. Daarnaast is omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de moeder belangrijk voor [voornaam minderjarige01] . De GI dient te onderzoeken of de omgang met de moeder kan worden uitgebreid. Daarbij dient de veiligheid van [voornaam minderjarige01] altijd voorop te staan. Het is van groot belang dat de Raad de komende periode onderzoek gaat doen naar het perspectief van [voornaam minderjarige01] , zodat er voor alle partijen, en in de eerste plaats voor [voornaam minderjarige01] , een einde kan komen aan de voortdurende onzekerheid.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengen voor de duur van een jaar. Ook is de verlenging van de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding als bedoeld in artikel 1:265b, eerste lid, BW.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] tot 15 januari 2024;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] bij een persoon uit het netwerk, te weten de grootmoeder moederszijde, tot 15 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2023 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.L. Blijdorp als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.