Nog steeds voelde [verweerster01] zich onbegrepen. Daarom heeft zij op 21 maart 2022 weer een brief gestuurd aan [naam01] . Daarin schrijft [verweerster01] onder andere:
‘Een van die factoren is seksueel grensoverschrijdend gedrag waar ik zeer frequent mee te maken
heb gehad. Mijn ogen zijn geopend. Wat er is gebeurd is volstrekt onacceptabel. (...) Om mijn
hoofd leeg te maken heb ik al deze zaken van me afgeschreven. Daarmee heb ik een dossier
gevormd, waarin ik deze feiten heb ondersteund door diverse apps en mails die ik ontving of heb
ingezien en officiële meldingen die ik maakte. Ik schrok zelf van het eindresultaat. En vind het in
retroperspectief onbegrijpelijk dat deze problematiek nooit is erkend en mijn signalen niet serieus
zijn genomen. In mijn gesprekken met de bedrijfsarts heb ik de problematiek uit mijn dossier op
hoofdlijnen geschetst. Deze adviseerde me om melding te doen bij de politie. Dit heb ik nog niet
gedaan, maar dat er iets moet gebeuren staat vast.’
KBN had toen al de eerste stappen gezet om een extern onderzoek uit te laten voeren naar ongewenste omgangsvormen binnen KBN. Volgens KBN was de aanleiding daarvoor een bij een bestuurslid gedane melding (naar later bleek van [verweerster01] ) van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Volgens [verweerster01] was de aanleiding dat de directeur niet goed functioneerde. Dat laatste blijkt niet uit het rapport, maar wat ook de aanleiding was voor het onderzoek, het was de juiste zet van KBN op dat moment. KBN heeft [verweerster01] gevraagd of zij met een vertrouwenspersoon wilde praten en of zij een toelichting kon geven. Dat is logisch, gelet op de tekst van de brief, die – door het vermelden van een advies van de bedrijfsarts om melding te doen bij de politie – de suggestie kan wekken dat er strafbare feiten zijn gepleegd. [verweerster01] moest begrijpen dat door dit zo op te nemen in de brief de lezers zouden denken aan strafbare feiten, temeer omdat [verweerster01] haar woorden in nadere reacties niet nuanceerde, maar juist kracht bijzette door herhaaldelijk te benoemen dat zij een heel dossier had met bewijs. Door de manier waarop [verweerster01] dit heeft aangepakt, is bij KBN begrijpelijkerwijs de indruk ontstaan dat een collega zich strafbaar heeft gedragen richting [verweerster01] . Overigens blijkt in deze procedure en uit het externe onderzoek gelukkig niet van dergelijke gedragingen van collega’s. [verweerster01] wijst erop dat zij nooit heeft gezegd of bedoeld dat sprake is geweest van strafbare gedragingen. Volgens haar blijkt dat ook uit de voorbeelden die zij heeft gegeven in haar brief. Het is op zichzelf juist dat als je de tekst van de brief helemaal ontleedt, je zou kunnen concluderen dat [verweerster01] het alleen heeft over voorstellen en complimenten, maar dat is niet wat bij de gemiddelde lezer blijft hangen. [verweerster01] had dat kunnen en moeten weten. Bovendien bestaan voorstellen en complimenten (ook voorstellen en complimenten die als vrouwonvriendelijk kunnen worden ervaren) in verschillende gradaties en moet de context niet uit het oog worden verloren. Door de manier waarop [verweerster01] een en ander in haar brief heeft verwoord en het feit dat zij telkens geen nadere toelichting gaf, heeft zij de boel bij KBN behoorlijk ‘op zijn kop gezet’. Het is vervelend dat [verweerster01] zich niet veilig voelde binnen KBN, maar dit was – zeker achteraf bezien – niet de juiste manier om dat duidelijk te maken. Anderzijds staat het geenszins vast dat [verweerster01] dit (mede) heeft gedaan om er voor zichzelf een goede vertrekregeling uit te slepen, zoals KBN heeft geopperd. Het is niet uitgesloten dat [verweerster01] gewoon het beste met KBN en alle werknemers voor had, maar dat dit door een ongelukkige manier van communiceren niet op de goede manier is overgekomen.