ECLI:NL:RBROT:2023:4080

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
C/10/655199
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging uithuisplaatsing gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 3 april 2023, wordt een machtiging verleend voor de gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01], geboren in 2009. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen op basis van ernstige zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [naam kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 28 maart 2023 een spoedmachtiging aangevraagd, omdat [naam kind01] zich niet aan afspraken hield, middelen gebruikte en in een verstoord dag- en nachtritme verkeerde. De kinderrechter heeft eerder al een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, maar de situatie van [naam kind01] is verslechterd, wat heeft geleid tot deze nieuwe aanvraag.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2023, waarbij de betrokkenen aanwezig waren, is vastgesteld dat [naam kind01] op dat moment verbleef in een gesloten groep in [plaats01]. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI en de moeder gehoord en vastgesteld dat er geen verweer is gevoerd tegen het verzoek. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten uithuisplaatsing noodzakelijk is om [naam kind01] te beschermen en haar de benodigde behandeling te bieden. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot 3 oktober 2023, en heeft het verzoek om een andere maatregel afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/655199 / JE RK 23-701
Datum uitspraak: 3 april 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01]

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
advocaat: mr. R.A.A.H. van Leur, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het verdere procesverloop

Dit blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 28 maart 2023 en de
daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de verklaring van 30 maart 2023 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 30 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 30 maart 2023.
- de instemmende verklaring van 3 april 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 3 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door
aar advocaat
- de moeder;
- [naam02] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] verblijft op gesloten groep [naam groep01] te [plaats01] .
De kinderrechter heeft bij beschikking van 27 februari 2023 [naam kind01] onder toezicht gesteld tot 27 februari 2024 en tevens een machtiging verleend [naam kind01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 27 november 2023.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft op 28 maart 2023 een spoedmachtiging verzocht om [naam kind01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Daarnaast is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden. Bij beschikking van 28 maart is door kinderrechter mr. Van der Stroom deels beslist op dit verzoek en is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [naam kind01] verleend voor de duur van vier weken. De beslissing op het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
In de nacht van 28 op 29 maart 2023 is nogmaals een gelijksoortig verzoek gedaan door de GI, te weten een spoedmachtiging om [naam kind01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van één maand. De aanleiding hiervoor was gelegen in de omstandigheid dat [naam kind01] was aangetroffen. De beslissing van mr. Van der Stroom was nog niet bekend bij de GI. Ook dat verzoek is toegewezen voor de duur van vier weken, ditmaal door kinderrechter mr. M. van Kuilenburg, maar de kinderrechter stelt, gelet op het procesverloop vast dat geen van de betrokkenen of belanghebbenden enig belang hebben bij verdere behandeling van dat verzoek nu dat geen zelfstandig rechtsgevolg in het leven heeft geroepen na en naast de eerdere beslissing van mr. Van der Stroom.
De GI heeft het aangehouden verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht.
Er zijn ernstige zorgen over de veiligheid van [naam kind01] . In de afgelopen dagen verbleef [naam kind01] bij FIER. Hier bleek ze niet betrouwbaar, niet begeleidbaar en niet behandelbaar. Dit uitte zich in de afgelopen dagen in zeer zelfbepalend gedrag, het niet houden aan afspraken, middelengebruik, delinquent gedrag, geslachtsgemeenschap zonder anticonceptie en/of voorbehoedsmiddelen en een verstoord dag- nachtritme. De GI maakt zich met name zorgen over het middelengebruik van [naam kind01] , nu er in de afgelopen periode meermaals dagen zijn geweest waarop [naam kind01] meer dan 8 uur onder invloed was en niet aanspreekbaar was. Ten gevolge hiervan spijbelt [naam kind01] van school en ze is inmiddels al drie dagen van school geschorst vanwege dit middelengebruik. [naam kind01] vormt hierdoor een groot risico voor zichzelf en voor anderen. Op 23 maart 2023 is [naam kind01] bij Fier Friesland geplaatst om aan haar problematiek te werken. [naam kind01] is echter op 26 maart 2023 weggelopen. De GI heeft vernomen dat [naam kind01] eerst bij de moeder in [plaats02] heeft geslapen, daarna naar de vader is gegaan en vervolgens naar de oma vaderszijde is gegaan. De GI heeft contact gehad met de vader maar hij heeft geweigerd mee te werken aan het verzoek van de GI om haar terug te brengen. [naam kind01] is op dit moment gebaat bij rust, structuur en duidelijkheid voordat ze toe kan komen aan behandeling. Hoewel ze nog steeds welkom is bij Fier Friesland is de komende periode een verblijf binnen de geslotenheid in [plaats01] noodzakelijk.

Het standpunt van de belanghebbenden

Namens [naam kind01] is tijdens de zitting geen verweer gevoerd tegen het aangehouden verzoek van de GI. De zorgen die door de GI zijn geuit, duiden op opgroeiproblematiek en rechtvaardigen een verblijf binnen de geslotenheid. [naam kind01] heeft bij monde van haar advocaat aangegeven dat zij zich op haar gemak voelt binnen de gesloten groep in [plaats01] . Door en namens [naam kind01] is uitdrukkelijk verzocht haar niet over te plaatsen naar een andere instelling, nu [naam kind01] juist binnen [naam instelling01] in [plaats01] op haar gemak is. Een overplaatsing naar een andere instelling is niet in het belang van [naam kind01] .
[naam kind01] heeft aan de kinderrechter verteld dat zij wel geschrokken is van haar plaatsing binnen de geslotenheid, maar dat zij het ook begrijpt vanwege haar gedrag. [naam kind01] vindt het niet slecht op de groep. Ze heeft een band met de andere meiden op de groep en met de begeleiders. Ze voelt zich op haar gemak. [naam kind01] wil graag een kans krijgen om te bewijzen dat haar mentaliteit veranderd is. Ze zou daarna graag bij haar oma vaderszijde willen verblijven.
De moeder heeft zich tijdens de zitting aangesloten bij het aangehouden verzoek van de GI. De moeder is het volledig eens met de GI en acht een gesloten groep op dit moment het meest passend voor [naam kind01] .

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hiervan sprake.
De afgelopen periode zijn de zorgen rondom de ontwikkeling van [naam kind01] toegenomen. [naam kind01] woonde tot 30 november 2022 bij haar moeder en verbleef vervolgens – met toestemming van de moeder – op een noodbed van Enver. Bij de Crisis Opvang (hierna: CO) werd een duidelijke gedragsverandering waargenomen, waarin [naam kind01] stelselmatig spijbelde, bijna dagelijks onder invloed was van softdrugs, zich niet aan afspraken hield en tot laat in de nacht onvindbaar was. De vader heeft in de periode van januari 2023 tot eind maart 2023 geprobeerd om met het gedrag van [naam kind01] bij te sturen, maar dit heeft een averechts effect gehad. Op 23 maart 2023 is [naam kind01] daarom bij Fier Friesland geplaatst met de intentie om aan haar problematiek te werken. Ook hier escaleerde de situatie en liet [naam kind01] zeer zelfbepalend en onbegeleidbaar gedrag zien, eindigend met het moment waarop [naam kind01] op 26 maart 2023 is weggelopen. [naam kind01] is op 28 maart 2023 met spoed gesloten geplaatst bij [naam groep01] in [plaats01] .
Alle betrokkenen zijn het erover eens dat de huidige situatie zeer zorgelijk is en dat het van groot belang is dat [naam kind01] behandeling krijgt voor haar (gedrags-)problematiek en dat haar huidige verblijf binnen de gesloten setting bij [naam groep01] in [plaats01] (bij Horizon) hiervoor het meest geschikt lijkt, te meer nu [naam kind01] uitdrukkelijk heeft aangegeven hier op haar gemak te zijn. Het is bijzonder dat een minderjarige binnen de geslotenheid aangeeft zich op haar gemak te voelen en het is dan ook van belang haar wens om nog langer bij Horizon in [plaats01] te verblijven in acht te nemen, in het bijzonder omdat [naam kind01] nu mogelijk openstaat voor behandeling. In de gesloten setting kan [naam kind01] profiteren van de strakke kaders, structuur en voorspelbaarheid die haar worden geboden. De kinderrechter merkt daarbij uitdrukkelijk op dat het in het belang van [naam kind01] nodig is dat er in de komende periode geen wisseling van verblijfplaats plaatsvindt. De kinderrechter is met de gedragswetenschapper van oordeel dat het van belang is dat [naam kind01] behandeling krijgt en dat er zicht komt op datgene wat [naam kind01] kan helpen om wat meer rust te ervaren. Ook is het van belang dat [naam kind01] perspectief ervaart. Het is aan de GI om de komende periode te bezien of en wanneer de vrijheden van [naam kind01] uitgebreid kunnen worden en of het verblijf binnen de geslotenheid passend blijft. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 3 april 2023 tot 3 oktober 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.D. Hengst, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 1 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.