ECLI:NL:RBROT:2023:4085

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
C/10/657176 / FA RK 23-3290
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op basis van artikel 7:7 Wvggz met betrekking tot psychische problematiek en gedragsstoornissen

Op 8 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor betrokkene, geboren op [geboortedatum01] en wonende te [woonplaats01]. De officier van justitie had op 4 mei 2023 verzocht om voortzetting van de op 3 mei 2023 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2023 was betrokkene niet in staat om zich te laten horen, en de rechtbank heeft besloten om de psychiater, de echtgenote van betrokkene en de advocaat vooraf te horen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met risico op ernstig lichamelijk letsel en gevaar voor de algemene veiligheid. Betrokkene had eerder een rechterlijke machtiging onder de Wet Zorg en Dwang, maar door gedragsproblemen en agressie is deze beëindigd. De rechtbank oordeelde dat de psychische problematiek van betrokkene, waaronder Alzheimer en een posttraumatische stress-stoornis, een passende zorgvoorziening vereist. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van één week, met de noodzaak van verplichte zorg zoals medicatie en opname in een geschikte accommodatie. De beslissing is op 8 mei 2023 mondeling gegeven door rechter J.M.L. van Mulbregt en op 15 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/657176 / FA RK 23-3290
Referentienummer: [nummer01]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 mei 2023 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01], [geboorteplaats01] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats01] ,
op dit moment verblijvende in [naam instelling01] te [plaats01] ,
advocaat mr. R. Heemskerk te Den Haag.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 mei 2023, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 3 mei 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 3 mei 2023;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam01] , psychiater, van 3 mei 2023;
  • het historisch overzicht, waarop geen eerder afgegeven machtigingen staan vermeld;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 mei 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam02] , psychiater, verbonden aan Antes;
  • [naam03] , de echtgenote van betrokkene.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.4.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was zich te doen horen. Betrokkene verblijft momenteel op de IC-afdeling van de accommodatie. Vanwege de psychische gesteldheid van betrokkene heeft de rechtbank besloten om de psychiater, de echtgenote van betrokkene en de advocaat vooraf te horen. De rechter heeft betrokkene vervolgens bezocht op de IC-afdeling en heeft hem medegedeeld wat er is besproken over het verzoek van de officier. Betrokkene was echter niet in staat hierop te reageren.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene verbleef tot enkele weken voor de crisisopname in het kader van een rechterlijke machtiging krachtens de Wet Zorg en Dwang (Wzd) op een psychogeriatrische afdeling. Vanwege gedragsproblemen en agressie naar medebewoners en zorgpersoneel werd deze opname beëindigd en keerde betrokkene terug naar huis. Kort voor de huidige crisisopname kreeg betrokkene in de thuissituatie een woedeaanval, waarbij hij materiële schade heeft aangericht en sprake was van agressief gedrag naar zijn vrouw en haar zus. Betrokkene heeft zijn vrouw aan haar haren getrokken, heeft haar gebeten en heeft ook zichzelf gebeten.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychogeriatrische aandoening, in de vorm van Alzheimer, in combinatie met een of meer psychische stoornissen. Er is sprake van problemen in de impulsbeheersing en van een gedragsstoornis, mogelijk versterkt door een delier na een urineweginfectie. Betrokkene wordt hiervoor met antibiotica behandeld. Daarnaast is betrokkene volgens zijn echtgenote gediagnosticeerd met een posttraumatische stress-stoornis.
2.3.
Vanwege de ernstige en meervoudige psychische problematiek van betrokkene is het moeilijk om een passende accommodatie te vinden in de woonomgeving van betrokkene en zijn echtgenote. Hoewel een rechterlijke machtiging is verleend voor drie maanden, geldig tot 15 juni 2023, bleken zorg- en veiligheidsvoorzieningen niet toereikend binnen de accommodatie waar hij eerder verbleef. Hierop werd de opname beëindigd en keerde betrokkene, zonder verdere ambulante begeleiding, terug naar huis. In de thuissituatie raakte betrokkene door een delier psychisch zodanig ontregeld, dat na twee weken een crisisopname noodzakelijk bleek.
De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat betrokkene, gelet op de vastgestelde psychogeriatrische aandoening, in de huidige kliniek niet op zijn plaats is en zou moeten worden opgenomen in een gespecialiseerde Wzd-accommodatie met passende veiligheidsvoorzieningen. Beëindiging van de crisismaatregel zou er echter toe leiden dat betrokkene weer naar huis gaat, wat vanwege zijn psychische ontregeling en de gedragsproblemen op dit moment niet verantwoord wordt geacht. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Vanwege oordeels- en kritiekstoornissen is betrokkene niet in staat om een adequate waardering te maken ten aanzien van de benodigde zorg. De echtgenote van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat voor betrokkene mogelijk een geschikte accommodatie is gevonden in Venray, maar dat zij een sterke voorkeur heeft voor een zorgvoorziening in haar woonomgeving. In het kader van de rechterlijke machtiging die op 15 maart 2023 voor drie maanden is afgegeven, is voorts besproken dat betrokkene graag zoveel mogelijk bij zijn echtgenote wil zijn en dat eventueel 24-uurszorg in de thuissituatie kan worden ingekocht. De rechtbank acht daarmee in het kader van het onderhavige verzoek op dit moment voldoende aannemelijk dat sprake is van verzet tegen de noodzakelijk zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij heeft vernomen dat de genoemde instelling in Venray betrokkene voor opname heeft geaccepteerd, maar dat hierover nog geen concrete afspraken zijn gemaakt. Het voornemen is om hierover in het kader van de crisismaatregel de komende dagen verdere afspraken te maken. Het is van groot belang dat betrokkene zo snel mogelijk wordt overgeplaatst naar een passende Wzd-locatie, waar hij kan verblijven in het kader van de nog lopende rechterlijke machtiging en verder gekeken kan worden naar een passende zorgvoorziening voor de langere termijn. Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend voor de duur van één week met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene01] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 mei 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 8 mei 2023 mondeling gegeven door mr. J.M.L. van Mulbregt, rechter, in tegenwoordigheid van A.M.M. Wassenberg, griffier, en op 15 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.