ECLI:NL:RBROT:2023:4101

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
C/10/656510 / KG ZA 23-333
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van beslag in kort geding wegens ondeugdelijke vordering en belangenafweging

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], gevestigd te Barendrecht, en CAReKINE B.V., gevestigd te Amsterdam. De eiseres vorderde de opheffing van een conservatoir beslag dat op 27 maart 2023 was gelegd onder Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. De eiseres stelde dat de vordering van CAReKINE, die betrekking had op gefactureerde overuren, ondeugdelijk was. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet aannemelijk was geworden dat er recht bestond op vergoeding van de overuren, omdat partijen geen duidelijke afspraken hierover hadden gemaakt. Bovendien was er een zwaarwegend belang voor de eiseres bij opheffing van het beslag, aangezien het beslag haar in de weg stond om andere schuldeisers te betalen en er een faillissementsverzoek was ingediend. De voorzieningenrechter besloot het beslag op te heffen, mits de eiseres een bedrag van € 20.000,00 aan CAReKINE zou betalen voor 17:00 uur op dezelfde dag. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/656510 / KG ZA 23-333
Vonnis in kort geding van 8 mei 2023
in de zaak van
[eiseres],
gevestigd te Barendrecht,
eiseres,
advocaat mr. J.F. Kersten te Rijswijk (Zuid-Holland),
tegen
CAREKINE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. R. Haouli te 's-Gravenhage.
Partijen worden hierna [eiseres] en CAReKINE genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 april 2023, met producties 1 tot en met 9;
  • producties A tot en met O van CAReKINE;
  • de mondelinge behandeling van 3 mei 2023;
  • de pleitnota van [eiseres];
  • de pleitnota van CAReKINE.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiseres] is in 2020 opgericht en zet zich in voor zorgbehoevenden. Enig bestuurder en aandeelhouder van [eiseres] is [naam 1] (hierna: [naam 1]).
2.2.
Tijdens de ziekteperiode van [naam 1] is [naam 2] (hierna: [naam 2]), enig bestuurder en aandeelhouder van CAReKINE, als interim bestuurder van [eiseres] opgetreden. Partijen hebben hierover afspraken gemaakt in de overeenkomst van opdracht van 24 juni 2022, die voor zover nu van belang inhouden:
“(..)
Artikel 3 Duur van de opdracht
3.1
De opdracht vangt aan op 24 juni 2022 en wordt aangegaan tot 1 oktober 2022, met optie tot verlengingen in overleg als ad interim Bestuurder bij [eiseres]
(..)
Artikel 6 Vergoeding, facturering en betaling
6.1
Opdrachtgever betaalt Opdrachtnemer € 110 euro exclusief BTW per gewerkt uur. Hiervan spreken opdrachtgever en opdrachtnemer af dat:
- in de periode 24 juni tot aan 10 juli de werkzaamheden op advies plaatsvinden en ten behoeve van de aanvang van de opdracht en afhankelijk van de beschikbaarheid.
De opdracht vanaf 11 juli - 1 oktober 2022: 24 uur per week zullen zijn (in overleg kunnen er meer uren worden verricht). De reiskosten zijn 0,19 cent exclusief BTW per gereden kilometer en/of kosten gemaakt met het openbaar vervoer.
6.2
Opdrachtnemer zal voor de verrichte werkzaamheden aan Opdrachtgever een factuur (doen) zenden. De factuur zal voldoen aan de wettelijke vereisten.
6.3
Opdrachtgever betaalt het gefactureerde bedrag aan Opdrachtnemer binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur. Hiervoor zijn de leveringsvoorwaarden van de opdrachtnemer leidend.
(..)”
2.3.
CAReKINE heeft de volgende bedragen bij [eiseres] in rekening gebracht:
€ 10.039,32, factuurdatum 2 augustus 2022
€ 16.304,90, factuurdatum 11 september 2022
€ 14.580,24, factuurdatum 1 oktober 2022
€ 17.855,37, factuurdatum 22 oktober 2022
Totaal € 58.779,83.
2.4.
Op 11 oktober 2022 heeft [naam 2], in vervolg op een telefoongesprek, een e-mail aan [naam 1] gezonden, die voor zover van belang inhoudt:
Beste [naam 1] bedankt voor de email
1 Betaling restant betaling dat zal je vermelden en ook met betrekking tot de facturen en dat
we met de 5 maands termijn zullen hanteren Dus zoveel mogelijk augustus 2020 deze
maand en september ook zo snel mogelijk daar informeer je ook actief over.
2 De overuren dat zal je ook betalen.
3Volledige Vrijwaring,
(…)
Nog niet goed besproken
8 M b t de overuren daar moet een aparte factuur voor zijn dat zal ik meenemen in de
eindfactuur met de 4 dagen van oktober 2022 graag even akkoord hierover.
In reactie daarop heeft [naam 1] diezelfde dag een e-mail aan [naam 2] gezonden, die voor zover van belang inhoudt:
“Hallo [naam 2],
Hierbij mijn reactie :
Betaling restant betaling dat zal je vermelden en ook met betrekking tot de facturen en dat we niet de 5 maands termijn zullen hanteren. Dus zoveel mogelijk augustus 2020 deze maand en september ook zo snel mogelijk daar informeer je ook actief over.
Correct daar zal ik einde van de week een terug koppeling over geven.

1..Volledige Vrijwaring: (…)

2. Mbt de schulden/financien ben je vrijgesteld wat is ontstaan/naar boven is gekomen voor en tijdens jou tijd als interim.

Gevrijwaard !
(..)
Nog niet goed besproken

1. M.b.t de overuren daar moet een aparte factuur voor zijn dat zal ik meenemen in de eindfactuur met de 4 dagen van oktober 2022 graag even akkoord hierover.

2.Akkoord
Groet [naam 1]
2.5.
Van de in 2.3 genoemde facturen heeft [eiseres] een bedrag van € 38.740,51 onbetaald gelaten. CAReKINE heeft ter verzekering van verhaal voor de vordering op [eiseres] aan de voorzieningenrechter in deze rechtbank verlof gevraagd om voor een bedrag van € 50.362,66 derdenbeslag te leggen onder de banken BUNQ, AEGON h.o.d.n. KNAB en ING, onder de zorgkantoren DSW en Zilveren Kruis en onder een drietal bewindvoerders.
2.6.
Het verlof voor het leggen van deze beslagen is op 20 maart 2023 verleend. Op 24 en 27 maart 2023 zijn beslagen gelegd. Het beslag onder Zilveren Kruis heeft doel getroffen, voor een bedrag van € 62.224,00.
2.7.
CAReKINE heeft inmiddels de banken BUNQ, AEGON h.o.d.n. KNAB en ING, het zorgkantoor DSW en de drie bewindvoerders bericht dat de beslagen onder hen ten laste van [eiseres] als opgeheven kunnen worden beschouwd.
2.8.
CAReKINE heeft een bodemprocedure aanhangig gemaakt, waarin zij betaling van € 38.740,51 vordert, vermeerderd met rente en kosten. De zaak is aangebracht en namens [eiseres] heeft zich een advocaat gesteld, maar er is nog geen conclusie van antwoord ingediend.
2.9.
Op 13 april 2023 hebben diverse schuldeisers van [eiseres] een verzoek tot faillietverklaring van [eiseres] bij deze rechtbank ingediend. Dit faillissementsrekest wordt op de zitting van 9 mei 2023 behandeld.

3..Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, na vermindering van eis ter zitting, opheffing van het op 27 maart 2023 gelegde conservatoir derdenbeslag onder Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., op straffe van een dwangsom.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat de vordering ten aanzien van de door CAReKINE in rekening gebrachte overuren ondeugdelijk is, omdat deze uren niet binnen de aan CAReKINE verstrekte opdracht vallen. Daarnaast heeft [eiseres] een zwaarwegend belang bij opheffing van het beslag, omdat als dit niet gebeurt, het faillissement van [eiseres] zal worden uitgesproken.
3.3.
CAReKINE voert als verweer aan dat sprake is van een deugdelijke vordering, omdat de in rekening gebrachte overuren in overleg met [eiseres] zijn gemaakt. Bovendien hebben partijen in de vaststellingsovereenkomst vervat in de mailwisseling (zie rov. 2.4) afgesproken dat CAReKINE de overuren in rekening mocht brengen en dat die betaald zouden worden. CAReKINE heeft belang bij handhaving van het beslag, omdat dit haar enige verhaalsmogelijkheid is. Ook is niet onderbouwd of gebleken dat [eiseres] bij handhaving van het beslag failliet zal worden verklaard, omdat zij haar schuldeisers als gevolg van het beslag niet kan betalen. Bovendien is mogelijk dat het faillissement hoe dan ook wordt uitgesproken. Dan heeft CAReKINE meer vertrouwen in een curator die het actief zal veilig stellen dan in [naam 1].
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Opheffing van een beslag kan onder meer plaatsvinden als een van de in artikel 705 lid 2 Rv genoemde gronden aanwezig is en een belangenafweging niet tot een ander oordeel leidt, en op grond van een, zelfstandige, belangenafweging. Artikel 705 Rv bepaalt dat de voorzieningenrechter die verlof tot het beslag heeft gegeven het beslag in kort geding kan opheffen. Een apart spoedeisend belang is daarvoor niet vereist.
4.2.
[eiseres] vordert primair opheffing van het beslag, omdat summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering.
4.2.1
[eiseres] betwist betaling voor de in rekening gebrachte overuren verschuldigd te zijn. CAReKINE heeft immers verzuimd voorafgaand aan het maken van overuren, overleg te voeren met [eiseres], hoewel partijen dat hebben afgesproken in de overeenkomst van opdracht (art. 6.1). CAReKINE stelt zich op het standpunt dat [naam 2] en [naam 1] hierover doorlopend overleg voerden en dat die overuren waren aangekondigd, zij het niet in rekening gebracht. [naam 1] deed vaak een beroep op [naam 2] buiten de aangewezen werkdagen en zij had moeten begrijpen dat [naam 2] overuren maakte.
4.2.2
De voorzieningenrechter stelt vast dat in art. 6.1 een vast aantal uren per week (24) is afgesproken, waaraan is toegevoegd “in overleg kunnen er meer uren worden verricht”. De redelijke uitleg daarvan, gegeven de omstandigheden, is dat [naam 2] dat overleg diende te voeren voordat de uren werden gemaakt. Het vermelden op eerdere facturen van te zijner tijd te declareren overuren is niet een dergelijk overleg, van instemming daarmee is niet gebleken. Ook kon [naam 2] niet aannemen dat haar tijdsbesteding duidelijk was, in die zin dat [naam 1] begreep dat het afgesproken aantal van 24 uur per week aanzienlijk werd overschreden. Vast staat immers dat [naam 2] veelal vanuit huis werkte en dat [naam 1] ziek was. De enkele omstandigheid dat de uren op andere momenten werden gemaakt dan afgesproken maakt de uren nog geen overuren.
Daardoor is in deze procedure niet aannemelijk geworden dat op grond van de overeenkomst recht bestaat op vergoeding van de gefactureerde overuren..
4.2.3
Verder voert CAReKINE aan dat partijen met de in 2.4 geciteerde mailwisseling een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarin zij hebben afgesproken dat alle overuren van [naam 2] worden betaald. [eiseres] betwist dat.
Uit de mailwisseling blijkt, dat dit punt blijkbaar telefonisch niet goed is besproken. Tegen die achtergrond is voorshands zeer onaannemelijk dat [naam 1] aan [naam 2] een blanco cheque gegeven heeft, inhoudende dat zij ermee instemde alle door [naam 2] op te voeren overuren, zonder enige nadere specificatie of beperking, te zullen betalen. Daarvoor volstaat de e-mailcorrespondentie niet.
4.2.4
De vraag of (en in hoeverre) CAReKINE terecht overuren in rekening heeft gebracht moet worden beantwoord in de bodemprocedure. Zonder nader onderzoek, waarvoor een kort geding zich niet leent, is niet te bepalen wie van partijen het gelijk aan haar zijde heeft.
Hierdoor is in deze procedure niet komen vast te staan dat de vordering van CAReKINE ook de in rekening gebrachte overuren omvat.
4.2.5
Er resteert echter ook nog een bedrag aan in rekening gebrachte maar niet betaalde reguliere uren. [eiseres] erkent dat zij in elk geval nog € 20.000 dient te betalen.
Dit betekent dat het beslag terecht is gelegd, maar dat het bedrag waarvoor beslag is gelegd, te hoog is.
4.3.
Vervolgens voert [eiseres] aan dat het beslag moet worden opgeheven, omdat zij een zwaarwegend belang heeft bij opheffing daarvan. [eiseres] kan als gevolg van het beslag haar overige schuldeisers niet meer betalen. Een deel van deze schuldeisers heeft inmiddels een faillissementsrekest ingediend.
4.3.1
Dat [eiseres] meerdere schuldeisers heeft is niet weersproken. Er zijn ook vonnissen overgelegd waaruit dit blijkt. Omdat het faillissementsverzoek is ingediend door meerdere verzoekers die allemaal een erkende vordering op [eiseres] hebben en omdat in het rekest sprake is van steunvorderingen, acht de voorzieningenrechter de kans dat het verzoek tot faillietverklaring wordt toegewezen zeer aanzienlijk, als er geen verandering komt in de huidige situatie.
4.3.2
Onduidelijk is, of het faillissement kan worden afgewend als het beslag is opgeheven. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat als het beslag wordt opgeheven, zij in staat zijn de al bestaande afbetalingsregelingen met de schuldeisers te hervatten en dat te verwachten valt dat zij dan hun faillissementsverzoek intrekken. De voorzieningenrechter acht dit aannemelijk, omdat hervatting van de betalingsregeling, in tegenstelling tot een faillissement van [eiseres], in het belang van de verzoekers is; zij zijn immers, naar het zich laat aanzien, concurrente schuldeisers. Dat er, zoals CAReKINE oppert, voldoende actief in de boedel zal zijn om alle schulden te voldoen acht de voorzieningenrechter, gelet op de uit het dossier blijkende financiële situatie, zeer onwaarschijnlijk. Het belang van derden bij het niet failleren van [eiseres] wordt ook in ogenschouw genomen.
4.3.3
Daarbij komt dat [eiseres] zich ter zitting bereid en in staat heeft verklaard om het erkende bedrag van € 20.000 vandaag te betalen. Ter zitting is besproken dat als het faillissement van [eiseres] toch wordt uitgesproken, deze betaling mogelijk als paulianeus kan worden teruggevorderd door de curator.
Dan resteert nog slechts een bescheiden bedrag aan openstaande facturen buiten de betwiste factuur voor overuren. De bodemprocedure is voorts al begonnen, zodat binnen afzienbare termijn uitsluitsel verwacht kan worden.
4.3.4
Gezien het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van [eiseres] bij opheffing van het beslag op dit moment groter is dan het belang van CAReKINE bij handhaving van het beslag.
4.4.
Het voorgaande betekent dat het beslag onder Zilveren Kruis wordt opgeheven op voorwaarde dat [eiseres] uiterlijk vandaag, 8 mei 2023, voor 17:00 uur een bedrag van
€ 20.000,00 aan CAReKINE betaalt op het haar bekende bankrekeningnummer met kopie aan beide raadslieden. Nu een en ander haast heeft, omdat morgen het faillissementsrekest dient, en om executieproblemen voor te zijn zal de voorzieningenrechter niet CAReKINE veroordelen tot opheffing, maar zelf het beslag opheffen.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een verbod uit te spreken tot het opnieuw leggen van conservatoir beslag, omdat niet kan worden uitgesloten dat er in de toekomst, op grond van gewijzigde feiten en/of omstandigheden, voor de voorzieningenrechter gronden aanwezig zijn om opnieuw beslagverlof te verlenen. Wel zal de voorzieningenrechter verstaan dat bij een eventueel volgend beslagrekest, betrekking hebbend op de in deze aan de orde zijnde problematiek, CAReKINE een kopie van dit vonnis aan de voorzieningenrechter dient te verstrekken.
4.5.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, worden de proceskosten tussen hen gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het op 27 maart 2023 ten laste van [eiseres] onder Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. gelegde beslag, indien en zodra [eiseres],
voor 8 mei 2023 om 17:00 uur,een bedrag van € 20.000,00 aan CAReKINE heeft betaald,
5.2.
verstaat dat bij het indienen van een eventueel volgend beslagrekest betrekking hebbend op de in deze zaak aan de orde zijnde problematiek, CAReKINE een kopie van dit vonnis aan de voorzieningenrechter dient te verstrekken,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. C. Bouwman, op 8 mei 2023.3608/106