ECLI:NL:RBROT:2023:4129

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
C/10/656058 / KG ZA 23-307
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de voorzieningenrechter in kort geding over GPS trackers

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding tussen Tracefy B.V. en Huijser & Smit B.V., heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 mei 2023 uitspraak gedaan. Tracefy, een bedrijf dat GPS trackers voor fietsen ontwikkelt, heeft een vordering ingesteld tegen Huijser, een fietsenfabrikant, met betrekking tot een overeenkomst voor de levering van 2600 GPS trackers. De overeenkomst bevatte een clausule die de rechtbank Den Haag als exclusief bevoegde rechter aanwijst voor geschillen over de uitvoering van de overeenkomst. Tracefy had eerder conservatoir beslag gelegd op de activa van Huijser, omdat deze haar betalingsverplichtingen niet nakwam.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft Huijser een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen, stellende dat de rechtbank Rotterdam niet bevoegd was om van de zaak kennis te nemen, gezien de leveringsvoorwaarden. Tracefy heeft verweer gevoerd tegen deze exceptie, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de bevoegdheid van de rechtbank Den Haag moet worden gerespecteerd. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van Huijser om de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd te verklaren terecht was, en heeft de zaak verwezen naar de rechtbank Den Haag voor verdere behandeling.

De uitspraak benadrukt het belang van de bevoegdheidsclausules in contracten en de noodzaak voor partijen om deze in acht te nemen. De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak doorverwezen, wat betekent dat de verdere behandeling van de vorderingen zal plaatsvinden in Den Haag.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/656058 / KG ZA 23-307
Vonnis in kort geding van 10 mei 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRACEFY B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten: mr. L.A.H. Jie Sam Foek en J. Hagers te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HUIJSER & SMIT B.V.,
gevestigd te Maassluis,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. A.J. Spiegeler te Den Haag.
Partijen worden hierna Tracefy en Huijser genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 20 april 2023, met producties 1 tot en met 16,
  • de aanvullende producties 17 tot en met 26 van Tracefy,
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens conclusie van eis in reconventie van Huijser,
  • de akte overlegging producties van Huijser, met producties 1 tot en met 23,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 10 mei 2023,
  • de pleitnotities van mr. Jie Sam Foek, waarvan alleen de nummers 5 tot en met 8 zijn voorgedragen.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter bepaald dat eerst wordt beslist op het door Huijser opgeworpen bevoegdheidsincident. Dit vonnis is de schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing in dat incident.

2.De feiten

2.1.
Tracefy ontwikkelt en levert GPS trackers voor fietsen, zodat fietsen (vaak e-bikes) eenvoudig kunnen worden opgespoord in geval van diefstal.
2.2.
Huijser is een fietsenfabrikant.
2.3.
Op 25 mei 2021 hebben Tracefy en Huijser een overeenkomst gesloten, waarin is vastgelegd dat Tracefy tegen betaling door Huijser in totaal 2600 GPS trackers levert aan en inbouwt in fietsen van Huijser. Op de overeenkomst zijn de Algemene leveringsvoorwaarden van Tracefy (hierna: de leveringsvoorwaarden) van toepassing. Artikel 20 lid 2 van de leveringsvoorwaarden bepaalt:
“Geschillen tussen partijen over de uitvoering of de uitleg van de overeenkomst worden bij uitsluiting beslecht door de rechtbank Den Haag.”
2.4.
Bij verzoekschrift van 7 april 2023 heeft Tracefy de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag verzocht om verlof verlenen voor het leggen van conservatoir derdenbeslag en beslag op roerende zaken. Daaraan heeft Tracefy ten grondslag gelegd dat Huijser haar betalingsverplichtingen uit de overeenkomst niet nakomt. Voor de bevoegdheid van de Haagse voorzieningenrechter beroept Tracefy zich mede op de in de leveringsvoorwaarden opgenomen aanwijzing van de rechtbank Den Haag als exclusief bevoegde rechter. Het verlof is dezelfde dag verleend, met begroting van de vordering met inbegrip van rente en kosten op € 207.155,13. Op 11 april 2023 heeft Tracefy ten laste van Huijser conservatoir beslag doen leggen.
2.5.
Bij e-mail van 13 april 2023 (13:48 uur) heeft mr. Jie Sam Foek de rechtbank verzocht om een datum te bepalen voor een kort geding tussen Tracefy en Huijser. Daarbij is een aanvraagformulier gevoegd, waarin de verhinderdata van partijen zijn opgenomen. In haar e-mail heeft mr. Jie Sam Foek verzocht om vanwege de zeer beperkte beschikbaarheid en spoedeisendheid voorbij te gaan aan de verhinderdata van Huijser.
2.6.
Bij e-mail van 13 april 2023 (14:09 uur) heeft mr. Spiegeler bericht dat het klopt dat er in de maand mei weinig data beschikbaar zijn vanwege verplichtingen elders. Daarbij heeft zij opgemerkt dat de noodzaak en de spoedeisendheid van een kort geding ontbreken en dat er, zonder op de vordering in te gaan, een aanzienlijk restitutierisico bestaat.

3.Het geschil

3.1.
Tracefy vordert – verkort weergegeven – dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Huijser veroordeelt om aan Tracefy € 159.350,10 te betalen,
Huijser veroordeelt om aan Tracefy de contractuele rente van 1% per maand over de hoofdsom van € 159.350,10 te betalen,
Huijser veroordeelt om aan Tracefy te betalen € 23.902,50 aan contractuele buitengerechtelijke incassokosten althans € 2.368,50 conform de Staffel BIK,
en voorwaardelijk:
4. Huijser veroordeelt om binnen 48 uur na betekening van het vonnis aan Tracefy € 99.861,00 te betalen, na volledige en tijdige ontvangst waarvan Tracefy binnen 48 uur 700 GPS trackers aan Huijser zal leveren,
voorts voorwaardelijk en onvoorwaardelijk:
5. Huijser veroordeelt in de kosten van dit geding, de beslagkosten daaronder begrepen, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Huijser heeft een incident opgeworpen. Daarin vordert zij dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd verklaart, omdat artikel 20 lid 2 van de leveringsvoorwaarden bepaalt dat geschillen over de uitvoering van de overeenkomst bij uitsluiting door de rechtbank Den Haag worden beslecht. Verder vordert Huijser dat Tracefy bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld in de kosten, vermeerderd met wettelijke rente, en de nakosten.
3.3.
Tracefy voert gemotiveerd verweer tegen de gevorderde onbevoegdverklaring.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Beoordeeld moet worden of de voorzieningenrechter zich op grond van artikel 20 lid 2 van de leveringsvoorwaarden onbevoegd moet verklaren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit het geval. Daartoe overweegt zij als volgt.
4.2.
Artikel 20 lid 2 van de leveringsvoorwaarden bepaalt dat geschillen tussen partijen over de uitvoering van de overeenkomst bij uitsluiting door de rechtbank Den Haag worden beslecht. Partijen zijn het erover eens dat hun geschil over de uitvoering van de overeenkomst gaat. Ook staat niet ter discussie dat geen sprake is van de in artikel 108 lid 2 Rv genoemde gevallen.
4.3.
Tracefy stelt dat Huijser, in strijd met artikel 110 lid 1 Rv, haar verweer dat de rechter niet relatief bevoegd is niet vóór alle weren heeft gevoerd. Volgens Tracefy heeft de advocaat van Huijser in haar e-mail van 13 april 2023 verweer gevoerd tegen de vorderingen van Tracefy en had zij de exceptie van onbevoegdheid op dat moment moeten opwerpen. Door dit pas later te doen, maakt Huijser misbruik van recht wat ertoe moet leiden dat de exceptie moet worden afgewezen. Daarbij betoogt Tracefy dat in de correspondentie van mr. Spiegeler ligt besloten dat Huijser de bevoegdheid van de Rotterdamse voorzieningenrechter heeft aanvaard.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat in de e-mail van 13 april 2023 geen verweer is gevoerd tegen de vorderingen van Tracefy. Mr. Spiegeler legt in de e-mail uit waarom er in de maand mei weinig data beschikbaar zijn en geeft aan dat de noodzaak en spoedeisendheid van een kort geding ontbreken. Dat zijn geen inhoudelijke verweren tegen het gevorderde, waar Huijser overigens mee mocht wachten tot aan de mondelinge behandeling. Dat namens Huijser niet is opgemerkt dat geschillen over de uitvoering van de overeenkomst door de rechtbank Den Haag moeten worden beslecht, levert geen misbruik van recht op. Door het verweer in een incidentele conclusie op te nemen en deze voorafgaand aan de mondelinge behandeling in te dienen, heeft Huijser het verweer op het eerst mogelijke moment tijdig en vóór alle weren ten gronde gevoerd. Van een aanvaarding van de bevoegdheid van de Rotterdamse voorzieningenrechter is dan ook geen sprake.
4.5.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaart. Nu de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag wel bevoegd is, wordt de zaak, ook voor een beslissing over de proceskosten, op grond van artikel 73 Rv naar die rechter verwezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen kennis te nemen en verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt voor verdere behandeling naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.
[2971/2009]