4.6.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 30 december 2022 op de Rijksweg A20,
een ambtenaar, [slachtoffer02] , surveillant bij politie Eenheid Rotterdam,
gedurende en terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening heeft mishandeld door met een personenauto op die [slachtoffer02] in te rijden en
tegen de benen van die [slachtoffer02] aan te rijden;
2
hij op 30 december 2022 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer02] , surveillant bij politie Eenheid Rotterdam,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met een personenauto (met snelheid) tegen het politievoertuig, waarin die [slachtoffer02]
zich op dat moment bevond, aan te rijden en opzettelijk een aanrijding te
veroorzaken met het politievoertuig van die [slachtoffer02] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op 30 december 2022 te Rotterdam,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een pistool, van het merk Kimber, model Evo sp, kaliber 9 mm,
zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool,
en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten zes
kogelpatronen, kaliber 9 mm,
voorhanden heeft gehad;
4
hij op 30 december 2022 te Rotterdam
opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 10,4 gram, van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5
hij op 30 december 2022 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig
(personenauto), daarmee rijdende op voor het openbaar verkeer openstaande
wegen (te weten o.a. de A20, het Kleinpolderplein, de [straatnaam01] en een of
meerdere daartussen gelegen wegen)
zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate
werden geschonden door):
- geen gevolg te geven aan het door politieambtenaren en middels
politietransparant gegeven stopteken en
- ( grove) snelheidsovertredingen te begaan en
- geen richting aan te geven en- (o.a.) op het Kleinpolderplein, de Oost-Sidelinge en de kruising van de
Seanredamstraat en de Piet van Aschstraat, over het trottoir, het fietspad, de berm
en een speelplein te rijden en- andere verkeersdeelnemers geen voorrang te verlenen en rechts in te halen
en
- van links naar rechts en van rechts naar links te manoeuvreren op de rijbaan
(slingerend rijden) en- op de Seanredamstraat tegen een geparkeerd staande personenauto aan te rijden
en
- opzettelijk een frontale aanrijding te veroorzaken met een stilstaand
politievoertuig op de [straatnaam01] ,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor anderen te duchten was;
6
hij op 30 december 2022 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig,
(personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige
invloed van een stof, te weten MDA, MDMA, een of meerdere amfetamine-achtigen
en cannabis, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik
daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de
rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest
worden geacht;
7
hij, als degene door wiens gedragingen verkeersongevallen waren veroorzaakt,
welke gedragingen hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welke verkeersongevallen hadden
plaatsgevonden in Rotterdam op de Seanredamstraat en de West-Sidelinge,
op 30 december 2022
telkens de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij die ongevallen, naar hij redelijkerwijs moest vermoeden, aan anderen (te weten [slachtoffer01] en [slachtoffer04] en [slachtoffer05] ) schade was toegebracht.
De kennelijke verschrijvingen in de bewezen verklaarde tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.