ECLI:NL:RBROT:2023:4433

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
C/10/655305 / KG ZA 23-260
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van VvE-leden tot medewerking aan aansluiting op stadsverwarming

In deze zaak vordert de Vereniging van Eigenaren (VvE) dat de leden van de VvE hun medewerking verlenen aan de uitvoering van besluiten om het appartementencomplex aan te sluiten op stadsverwarming. De VvE stelt dat de besluiten rechtsgeldig zijn genomen, terwijl de gedaagden, [naam01] c.s., aanvoeren dat deze besluiten nietig zijn op grond van artikel 2:14 lid 1 BW. De voorzieningenrechter oordeelt dat de VvE een spoedeisend belang heeft bij de uitvoering van de besluiten, gezien de potentieel gevaarlijke situatie door de huidige rookgasafvoerkanalen die niet geschikt zijn voor HR-ketels. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de VvE toe, waarbij [naam01] c.s. worden verplicht om hun medewerking te verlenen aan de noodzakelijke werkzaamheden. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval zij hieraan niet voldoen. De kosten van de procedure worden aan [naam01] c.s. opgelegd, aangezien zij grotendeels in het ongelijk zijn gesteld. De vorderingen in reconventie van [naam01] c.s. worden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/655305 / KG ZA 23-260
Vonnis in kort geding van 23 mei 2023
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [VvE01] TE [plaats01],
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.M. Kools te Roosendaal,
tegen

1.[naam01] ,

2.
[naam02],
3.
[naam03],
4.
[naam04],
5.
[naam05],
6.
[naam06],
allen wonende te [woonplaats01] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. R.H.W. van Ewijk te Rotterdam.
Partijen zullen hierna de VvE [naam01] c.s. genoemd worden.

1.De zaak in het kort

Deze procedure gaat over de vraag of [naam01] c.s. verplicht zijn om hun medewerking te verlenen aan de uitvoering van besluiten van de VvE om het appartementencomplex te laten aansluiten op het ter plaatse beschikbare warmtenet. Om die aansluiting mogelijk te maken, moeten de woningen hiervoor geschikt worden gemaakt. Daartoe moeten er nieuwe aanvoer- en afvoerleidingen worden aangelegd. Het is noodzakelijk dat de al gecontracteerde aannemer ook de privé-appartementen kan betreden en daarin werkzaamheden kan uitvoeren. De voorzieningenrechter wijst vorderingen toe die de strekking hebben dat [naam01] c.s. hun medewerking moeten verlenen. De tegenvorderingen die de strekking hebben de uitvoering van de besluiten onmogelijk te maken, wijst de voorzieningenrechter af.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 11 april 2023, met producties 1 t/m 11;
  • de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie, met producties 1 t/m 8;
  • de akte inbreng producties [naam01] c.s., met producties 9 en 10;
  • de mondelinge behandeling op 8 mei 2023;
  • de pleitnota van de VvE;
  • de pleitnota [naam01] c.s.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[appartementencomplex01] is een appartementencomplex in Rotterdam. Bij notariële akte van 17 maart 1994 is het gebouw gesplitst in 252 appartementsrechten, waarvan 128 appartementsrechten woningen betreffen, en is de VvE opgericht. Gedaagden sub 1 en 2, gedaagden sub 3 en 4 respectievelijk gedaagden sub 5 en 6 zijn echtelieden die eigenaar zijn van een appartementsrecht in dit complex en daarmee lid zijn van de VvE.
3.2.
Fémur Beheer (hierna: Fémur) is de beheerder van de VvE.
3.3.
Het gebouw is voorzien van collectieve rookgasafvoerkanalen. Dit systeem is ontworpen voor gesloten VR-ketels. Dergelijke ketels stoten hete lucht uit, die automatisch door de afvoerkanalen naar boven wordt afgevoerd. Sinds 2015 mogen VR-ketels echter niet meer gemaakt worden wegens milieu-eisen. Een deel van de appartementseigenaren van het gebouw is inmiddels overgestapt naar een HR-ketel. De meeste eigenaren moeten die overstap nog maken. De nieuwe HR-ketels zijn aangesloten op het bestaande systeem, maar het ontworpen systeem is niet geschikt voor het afvoeren van de gassen uit een HR-ketel. De af te voeren gassen uit een HR-ketel zijn veel kouder dan die uit een VR-ketel. Daardoor stijgen die gassen niet automatisch op. Er is dan een afzuigsysteem of ventilatie nodig. Dat ontbreekt in het huidige systeem. De koudere rookgassen van HR-ketels condenseren in de buizen. De zuurgraad van de condens tast de buizen van het systeem aan. Afgezien van andere problemen kunnen daardoor lekken ontstaan. Rookgassen die in het rookkanaal blijven hangen, vergroten het risico op aanwezigheid van koolmonoxide.
3.4.
Het bestuur van de VvE heeft gekeken naar opties voor de vervanging van het rookgasafvoersysteem. Een optie is dat het oude rookgasafvoersysteem wordt vervangen door een systeem dat geschikt is voor HR-ketels. De appartementseigenaren zouden in dat geval hun VR-ketel moeten vervangen door een HR-ketel. Een andere optie is het laten aansluiten van het complex op stadsverwarming. De stadsverwarming is een warmtenet. Het betreft een netwerk van leidingen onder de grond waardoor warm water stroomt. Dat warme water kan worden gebruikt om gebouwen te verwarmen. Een gasaansluiting of HR-ketel is dan niet meer nodig.
3.5.
Het bestuur van de VvE heeft, samen met Fémur, de optie om over te gaan op stadsverwarming nader onderzocht. Op 26 april 2022 heeft een algemene ledenvergadering van de VvE plaatsgevonden, waar onder meer het voorstel tot het aansluiten van het complex op stadsverwarming is besproken en ter stemming is gebracht. In de notulen is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)
Toekomstig onderhoud:
Zoals bekend staat de vervanging van de rookgasafvoer al sinds enige jaren op de planning. De kosten hiervan waren ca 220.000 euro. Op dit moment met de prijsstijgingen die aan de orde zijn moet er eerder rekening worden gehouden met 250.000 euro. Dit zal dan iedere 15 jaar moeten worden herhaald. Daarnaast is het na de aanpassing van het rookgasafvoerkanaal voor iedereen verplicht een HR-ketel te gebruiken. VR-ketels zijn vanaf dat moment niet toegestaan. Dit in verband met de veiligheid van het collectieve systeem. Op dit moment zouden bij de vervanging van het rookgasafvoerkanaal circa 90 ketels moeten worden vervangen. Als zodanig doet zich een natuurlijk moment voor de VvE voor om zich te oriënteren op alternatieven. Deze opties zijn uitgebreid besproken in de Algemene Ledenvergadering van 25 september 2021. In de loop van 2021 deed zich namelijk de mogelijkheid voor om de VvE aan te sluiten op het warmtenet (stadsverwarming).
In de ALV van 25 september 2021 is besloten tot het nader uitwerken van het voorstel om over te gaan tot stadsverwarming. Daarnaast is besloten dat indien er voor dit besluit geen meerderheid is, automatisch wordt besloten tot vervanging van de rookgasafvoerkanalen. De beheerder heeft samen met het bestuur de mogelijkheden die geboden worden voor het aansluiten op stadsverwarming uitgebreid onderzocht. In uw wijk heeft de Gemeente Rotterdam Vattenfall aangewezen als de samenwerkingspartner op dit gebied. Vattenfall heeft een voorstel gedaan voor de overgang naar het warmtenet. Tijdens deze vergadering zal Vattenfall het voorstel nader toelichten en een overzicht geven welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de aansluiting op stadsverwarming te kunnen realiseren. Daarnaast is Mampaey Installatietechniek uitgenodigd, om u uit te leggen welke aanpassingen er in uw woning worden uitgevoerd. De beheerder zal u verder uitleg geven over de subsidies welke beschikbaar zijn gesteld door de overheid.
(…) Vattenfall geeft een uitgebreide toelichting op de aansluiting op stadsverwarming door Vattenfall. De installatiewerkzaamheden worden uitgebreid toegelicht door (…) Mampaey Installatietechniek. Na de presentaties worden er diverse vragen beantwoord. Beide presentaties worden beschikbaar gesteld via Twinq. Voor de aansluiting op het warmtenet moet er een hoofdunit in de parkeergarage worden gerealiseerd. Vanuit de hoofdunit wordt een tracé aangelegd via stijgpunten in een aantal bergingen naar de tweede verdieping. Daarna wordt het tracé de woningen binnengebracht. Binnen de woningen worden de individuele units gemonteerd en de bestaande CV verwijderd. Op één gang zullen een aantal leidingen moeten worden gelegd. Toegezegd wordt dat dit natuurlijk netjes met een koof zal worden weggewerkt. (…)
5.1
TER STEMMING: aansluiten stadsverwarming - hoofdunit
Bij dit agendapunt worden kosten gepresenteerd volgens de offerte van Mampaey met nummer [nummer01] van 30 maart 2022, zoals verstrekt bij de vergaderstukken ten aanzien van het aansluiten op stadsverwarming en het aanbrengen van een hoofdunit. (…)
Besluit:Aansluiten op de stadsverwarming - hoofdunit
De vergadering besluit tot het aansluiten op de stadsverwarming. De kosten hiervoor zijn begroot op € 546.000,- incl. BTW. Dit betreft de onderstaande zaken.
• Het aanbrengen van de hoofdunit;
• Het aansluiten van de individuele units in de woningen;
• De geschatte bouwkundige kosten welke hiermee samenhangen;
• Het verwijderen van de CV-ketel.
De begrote kosten komen in aanmerking voor subsidie via de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH). De SAH vergoedt 30% van de aansluitkosten van een woning op een warmtenet. U kunt maximaal € 3.800 subsidie per woning voor de aansluitkosten ontvangen. In het MJOP zijn de kosten minus de subsidie opgenomen. Er zijn 585 stemmen uitgebracht, waarvan er 427 vóór zijn. De vergadering stemt in met het voorstel (72,99%). Dit besluit is daarmee genomen met een gekwalificeerde meerderheid van meer dan 66,68% van de stemmen.
5.2
TER STEMMING: het aansluiten van alle woningen op de stadsverwarming (individuele kosten)
Om de installatie werkend te krijgen in de woning is het noodzakelijk dat ook in de woningen een aantal werkzaamheden worden verricht. Zo zijn al veel eigenaars van het kookgas afgestapt, echter dienen alle eigenaars hier vanaf te stappen om in aanmerking te komen voor de subsidie. Gezien de stijgende gaskosten zal dit een besparing opleveren. (…)
Besluit:Aansluiten van alle woningen op de stadsverwarming
De vergadering stemt in met de kostenvergoeding voor het aansluiten van de individuele woningen (Mampaey met nummer [nummer01] van 30 maart 2022 zoals verstrekt bij de vergaderstukken). De kosten hiervoor bedragen in totaal € 74.415,-. De begrote kosten komen in aanmerking voor subsidie via de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH). De SAH vergoedt 40% van de aanpassingen in de woning. De eigenaar ontvangt maximaal een subsidiebedrag van € 1.200 per woning voor deze inpandige woningkosten. Onderstaande aanpassingen komen voor subsidie in aanmerking.
• afkoppelen van de aardgasaansluiting en het verwijderen van de gasmeter dus de afsluitingskosten van de netbeheerder. U kunt per eigenaar zelf Stedin de opdracht geven om kosteloos uw gasaansluiting af te laten sluiten. Voor meer informatie kunt u terecht op Verwijderen gasaansluiting en/of elektriciteitsaansluiting | Stedin;
• aanpassen of vervangen van alle inpandige onderdelen van het ruimteverwarmingssysteem en de voorziening voor aardgasvrij koken en warm tapwater door het aanpassen van de warmteafgiftesystemen voor verwarming op lage temperatuur;
• het verwijderen van het gasfornuis of het installeren van een niet-gasgedreven warmtapwatervoorziening;
• bij aanvragen na 1 oktober 2021: het aanschaffen van een volledig elektrische kookvoorziening;
• verrichten van verdere bouwkundige aanpassingen die nodig zijn voor het aardgasvrij maken van de woning. Hieronder valt onder andere het aanpassen van de meterkast en leidingen voor elektrisch koken.
Er zijn 585 stemmen uitgebracht, waarvan er 427 vóór zijn. De vergadering stemt in met het voorstel (72,99%). Dit besluit is daarmee genomen met een gekwalificeerde meerderheid van meer dan 66,68% van de stemmen.
Besluit:Extra bijdrage VvE voor eigenaren ten behoeve van de overgang
De vergadering besluit unaniem dat er een extra budget van 500 euro per woning beschikbaar komt ten behoeve van het dekken van de kosten rond de overgang die voor rekening zijn van de individuele eigenaren. (…)
10. Vaststellen definitieve begroting 2022 en voorstel lening Warmtefonds à € 400.000,- tegen 2,5% rente.
Zoals besproken op de ledenvergadering van 25 september 2021 zal het aanleggen van stadsverwarming gefinancierd kunnen worden door het Warmtefonds.
(…)
Besluit: Besluit tot het aangaan van de lening voor energiebesparende maatregelen via het Nationaal Warmtefonds en de daarbij behorende begroting voor het boekjaar 2022.
De VvE besluit unaniem tot het aangaan van een lening voor energiebesparende maatregelen via het Nationaal Warmtefonds volgens onderstaande voorwaarden:De VvE Energie bespaarlening.Hoofdsom: € 400.000, Looptijd in maanden: 240 maanden, Vaste rente voor de hele looptijd: 2,5%, Wijze van terugbetalen: annuïteit lening- terugbetalen in 20 jaar.
Het aangaan van de lening leidt tot een aanpassing van de maandelijkse servicekosten.
De leden zijn expliciet gewezen op de volgende zaken:
• de leden de mogelijkheid hebben om binnen een maand, na de dag waarop hij of zij kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen van het besluit dat de VvE een lening wenst aan te gaan, tot het inroepen van de vernietiging van het besluit conform 5:130 lid 2 BW. De lening kan niet eerder worden verstrekt nadat deze bezwaartermijn van een maand is verstreken;
• bij de besluitvorming van de VvE er geen rekening is gehouden met de individuele financiële situatie van elk afzonderlijk lid van de VvE de leden in geval van wanbetaling door de VvE, hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de restant schuld van de VvE Energie bespaarlening, één en ander gemaximeerd tot zijn of haar breukdeel;
• de leden in geval van wanbetaling door de VvE, hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de restant schuld van de VvE Energie bespaarlening, één en ander gemaximeerd tot zijn of haar breukdeel.
De vergadering stemt verder unaniem in met de voorgestelde begroting voor 2022.
(…)”
3.6.
[naam01] c.s. hebben zich verzameld in de Commissie Bewonersbelang en zich verzet tegen de aansluiting van het complex op het warmtenet.
3.7.
Bij brief van 22 december 2022 heeft de advocaat van de VvE [naam01] c.s. verzocht om schriftelijk te bevestigen dat zij toegang tot hun woning zullen verschaffen en medewerking zullen verlenen aan de werkzaamheden voor de aansluiting van hun woning op stadsverwarming.
3.8.
Bij brief van 19 januari 2023 heeft de advocaat [naam01] c.s. aan de advocaat van de VvE gemotiveerd meegedeeld dat de op de vergadering van 26 april 2022 genomen besluiten ten aanzien van de aansluiting op het warmtenet, nietig zijn. Verder is de VvE onder meer gesommeerd te bevestigen dat de voorgenomen werkzaamheden geen doorgang zullen vinden.
3.9.
Partijen hebben vervolgens (bij monde van hun advocaat) over en weer gecorrespondeerd per brief en e-mail, maar zijn niet tot een overeenstemming gekomen. Iedere partij heeft volhard in het eigen standpunt.
3.10.
Op 13 maart 2023 heeft een (buitengewone) ledenvergadering van de VvE plaatsgevonden om de aansluiting op stadsverwarming nader te bespreken. Die vergadering verliep dusdanig dat deze voortijdig is afgebroken.
3.11.
Bij e-mail van 17 maart 2023 heeft de VvE haar leden uitgenodigd om deel te nemen aan (één van de) informatiebijeenkomsten in maart 2023, waarin vragen van leden over het stadsverwarmingsproject kunnen worden beantwoord. [naam01] c.s. hebben zich eveneens aangemeld. Daarop heeft de VvE aan [naam01] c.s. meegedeeld dat zij niet welkom zijn bij de besloten bijeenkomst(en) vanwege onbehoorlijk gedrag.

4.Het geschil in conventie

4.1.
De VvE vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. de VvE vervangende machtiging te verlenen ten aanzien van de vereiste medewerking c.q. toestemming die de VvE [naam01] c.s. behoeft teneinde de noodzakelijke werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten en het privé-gedeelte behorende bij de appartementsrechten [naam01] c.s. te kunnen laten verrichten;
II. de VvE toestemming te verlenen om daadwerkelijk al dan niet met behulp van de sterke arm van politie en justitie de appartementen [naam01] c.s. te betreden op de dagen dat de werkzaamheden zullen worden verricht;
III. [naam01] c.s. te veroordelen tot voldoening van de (eventuele) kosten die het verkrijgen van toegang van het privé-gedeelte van hun appartementsrechten met zich meebrengt, en zulks binnen vijf dagen nadat de factuur aan de betreffende gedaagde is verzonden;
subsidiair
IV. [naam01] c.s. te gebieden om hun medewerking c.q. toestemming die de VvE [naam01] c.s. behoeft teneinde de noodzakelijke werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten en het privé-gedeelte behorende bij de appartementsrechten [naam01] c.s. te kunnen laten verrichten, te verlenen, zulks op straffe van de verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat een gedaagde verzuimt aan deze veroordeling te voldoen, in die zin dat concrete verzoeken tot medewerking bestaande uit feitelijke handelingen door een gedaagde niet worden opgevolgd, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 50.000,00;
zowel primair als subsidiair
kosten rechtens.
4.2.
[naam01] c.s. concluderen primair tot niet-ontvankelijkverklaring van de VvE in haar vordering, subsidiair tot afwijzing van de vordering en, meer subsidiair, tot toewijzing van de vordering onder de voorwaarde dat in een bodemprocedure onherroepelijk komt vast te staan dat de besluiten niet nietig zijn en/of dat [naam01] c.s. niet binnen twee maanden na het te wijzen vonnis een bodemprocedure zijn gestart.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie

5.1.
[naam01] c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
in voorwaardelijke reconventie (onder de voorwaarde dat de vordering in conventie geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen)
I. de VvE te veroordelen om van het bestuur zekerheid te verlangen voor de kosten die gepaard gaan met het ongedaan maken van de uit te voeren werkzaamheden tot medewerking waaraan [naam01] c.s. in conventie zijn veroordeeld, alsmede ter dekking van de mogelijke terugbetalingsvordering van SVn, door middel van het afgeven van een bankgarantie door het bestuur aan de VvE conform het model van de NVB, welke bankgarantie minimaal tweemaal de waarde dient te vertegenwoordigen van het contractbelang van de overeenkomst met Mampaey, althans de VvE te veroordelen een zodanige zekerheid van het bestuur te verlangen die wordt geboden op een zodanige wijze als de voorzieningenrechter juist en redelijk vindt;
in reconventie
II. de VvE te verbieden om (zelf of door het inschakelen van anderen) werkzaamheden van welke aard dan ook uit te (laten) voeren die betrekking hebben op of te maken hebben met het aansluiten van het gebouw op stadsverwarming, althans warmtenet, waaronder begrepen werkzaamheden door Mampaey of andere (onder) aannemers, alsmede werkzaamheden door de beheerder van de VvE of andere derden, in elk geval totdat in een bodemzaak onherroepelijk zal zijn beslist dat het besluit waarin tot de aansluiting op het warmtenet is besloten, niet nietig is, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per keer of per dag dat dit verbod wordt overtreden, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 250.000,00, althans een vonnis waarin in lijn daarmee een zodanige veroordeling wordt uitgesproken als de voorzieningenrechter juist en redelijk vindt;
III. de VvE te verbieden om vergaderingen of bijeenkomsten (of hoe ook genaamd) te organiseren waarbij [naam01] c.s. niet zijn uitgenodigd, en de VvE te gebieden om [naam01] c.s. toe te laten tot alle vergaderingen en bijeenkomsten van de VvE (hoe ook genaamd) en hen daarin het woord te laten voeren en stemrecht uit te laten oefenen, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per keer of per dag dat dit verbod of gebod wordt overtreden, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 250.000,00, althans een vonnis waarin in lijn daarmee een zodanig verbod en gebod wordt uitgesproken als de voorzieningenrechter juist en redelijk vindt;
IV. de VvE te verbieden om de beheerder opdracht te geven of werkzaamheden te laten verrichten die verband houden met het project stadsverwarming althans warmtenet, of voor werkzaamheden die buiten de met de beheerder gesloten beheerovereenkomst vallen, en de VvE te verbieden om facturen te voldoen of voor haar rekening te nemen van werkzaamheden die betrekking hebben voornoemde werkzaamheden, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per keer of per dag dat dit verbod wordt overtreden, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 250.000,00, althans een vonnis waarin in lijn daarmee een zodanige veroordeling wordt uitgesproken als de voorzieningenrechter juist en redelijk vindt;
V. de VvE te veroordelen om binnen 7 dagen na het te wijzen vonnis afschriften te hebben verstrekt van alle met Mampaey gesloten overeenkomsten alsmede van alle met de financier van het project stadsverwarming gesloten overeenkomsten, althans om daarin dan inzage te hebben verstrekt, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per keer of per dag dat dit verbod wordt overtreden, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 250.000,00, althans een vonnis waarin in lijn daarmee een zodanige veroordeling wordt uitgesproken als de voorzieningenrechter juist en redelijk vindt;
in voorwaardelijke reconventie en in reconventie
VI. de VvE te veroordelen in de kosten van deze procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.2.
De VvE concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring [naam01] c.s. in hun vorderingen althans de vorderingen af te wijzen.
5.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

6.De beoordeling in conventie

6.1.
Uit de notulen en de besluitenlijst van de algemene ledenvergadering van de VvE van 26 april 2022 blijkt dat de vergadering besluiten heeft genomen die ertoe strekken dat het complex wordt aangesloten op het ter plaatse beschikbare warmtenet. Deze procedure gaat over de vraag of [naam01] c.s. verplicht zijn om hun medewerking te verlenen aan de uitvoering van die besluiten. Partijen twisten in dat kader over de vraag of er sprake is van rechtsgeldige besluiten van de VvE.
6.2.
[naam01] c.s. voeren allereerst aan dat er geen besluit tot stand is gekomen, omdat de stemmen niet correct zijn geteld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit verweer, wat er verder ook van zij, feitelijk niet deugdelijk is onderbouwd. Dat volgens [naam01] c.s. in de notulen één lid van de VvE als aanwezig staat vermeld, terwijl die fysiek niet aanwezig was maar een volmacht had afgegeven aan gedaagde sub 5, betekent niet dat daarmee de telling van de stemmen niet klopt. Hetzelfde geldt voor de stelling [naam01] c.s. dat zij nu meerdere medestanders hebben die samen met hen een bodemprocedure aanhangig zullen maken. Die omstandigheid is onvoldoende om aan te nemen dat er iets mis is gegaan met de stemming in april 2022. [naam01] c.s. zijn de bewoners van slechts drie van de betrokken appartementen. Er is geen enkele concrete indicatie dat er in april 2022 zoveel tegenstemmers waren dat onderzoek gerechtvaardigd was naar de vraag of er wellicht relevante fouten waren gemaakt bij het tellen van de stemmen. Ter zitting heeft de beheerder Fémur medegedeeld dat bij het tellen van de stemmen zorgvuldigheid is betracht, dat de uitgebrachte stemmen correct zijn geteld en dat een en ander correct in de notulen en de besluitenlijst is verwerkt. Gelet op de inmiddels verstreken periode had [naam01] c.s. mogen worden verwacht dat zij hun stelling dat de stemmen niet correct zijn geteld van meer onderbouwing zouden hebben voorzien, bijvoorbeeld door verklaringen over te leggen van een relevant aantal stemgerechtigden die verklaren dat zij destijds tegen hebben gestemd.
6.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat [naam01] c.s. geen gebruik hebben gemaakt van de in artikel 5:130 BW geboden mogelijkheid om de kantonrechter te verzoeken de besluiten te vernietigen. Dat terwijl het bestuur van de VvE zowel tijdens de vergadering als daarna erop heeft gewezen dat leden van de VvE die het niet eens waren met de besluiten een verzoek tot vernietiging daarvan zouden kunnen richten tot de kantonrechter. Een dergelijk verzoek moet worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker kennis van het besluit heeft kunnen nemen. Die termijn is inmiddels verstreken, zodat een verzoek tot vernietiging van de besluiten niet meer mogelijk is.
Het belang van deze bepaling en de daarin genoemde betrekkelijk korte termijn van een maand is evident. Het goed voorbereiden van op een algemene ledenvergadering van een VvE te nemen besluiten en het organiseren van een dergelijke algemene ledenvergadering is bewerkelijk en kost relatief veel tijd. Het is van belang dat op niet al te lange termijn nadat op een algemene ledenvergadering van een VvE besluiten zijn genomen, komt vast te staan of die besluiten nog voor vernietiging vatbaar zijn (omdat al dan niet tijdig een verzoek tot vernietiging van het besluit bij de kantonrechter is ingediend). Eerst nadat de vernietigingstermijn ongebruikt is verstreken, is het in praktische zin immers mogelijk om uitvoering te geven aan die besluiten en om in dat verband – zoals in dit geval – namens de VvE overeenkomsten met derden met mogelijk ingrijpende financiële consequenties voor de VvE tot stand te brengen.
6.4.
[naam01] c.s. hebben er terecht op gewezen dat besluiten ook nietig kunnen zijn op grond van artikel 2:14 lid 1 BW. Daarvan is sprake in geval van strijd met de wet of de statuten. Bij een VvE gaat het dan om strijd met de akte (of het reglement) van splitsing. Daarover wordt het volgende overwogen.
6.5.
[naam01] c.s. wijzen erop dat de VvE niet bevoegd was om te besluiten dat alle cv-ketels, die immers niet tot de gemeenschappelijke zaken behoren, zouden worden verwijderd. Duidelijk is echter dat het daar bij de besluitvorming niet om ging. Besloten is, kort gezegd, om over te stappen op het systeem van stadsverwarming. Als dat besluit wordt uitgevoerd, hebben de nog aanwezige cv-ketels van individuele eigenaren geen functie meer. Het ligt dan in de rede dat individuele eigenaren zullen wensen dat die cv-ketel wordt verwijderd. Het is praktisch om dat gezamenlijk te laten doen. Niettemin kan een eigenaar die een niet meer functionele cv-ketel, die zijn eigendom is, niet wil laten afvoeren daar uiteraard toe beslissen. Een en ander tast de rechtsgeldigheid van de besluitvorming van de VvE die ertoe strekt over te stappen op het systeem van stadswarmte niet aan.
6.6.
[naam01] c.s. wijzen er voorts op dat iedere eigenaar het recht heeft op het gebruik van de gemeenschappelijke zaken. De VvE is gehouden om gemeenschappelijke eigendommen te beheren, in stand te houden en te onderhouden. [naam01] c.s. leiden daar kennelijk uit af dat al het bestaande in stand moet worden gehouden.
De voorzieningenrechter is echter van mening dat rechtsgeldig kon worden besloten om over te stappen op een ander systeem zoals aansluiting op een warmtenet. Als daartoe rechtsgeldig is besloten, kan tenuitvoerlegging van een dergelijk besluit tot gevolg hebben dat bepaalde gemeenschappelijke zaken en voorzieningen geen functie meer hebben. Die kunnen en mogen dan buiten gebruik worden gesteld en hoeven dan ook niet meer onderhouden te worden.
6.7.
[naam01] c.s. menen verder dat sprake is van nietigheid omdat nieuwe voorzieningen dienen te worden aangebracht, ook in privé-gedeelten. De VvE is volgens hen niet bevoegd om over privé-gedeelten te beslissen. Bovendien leiden die nieuwe voorzieningen ertoe dat de omvang van de appartementsrechten afneemt en de omvang van de gemeenschap toeneemt. Voor dat laatste is een wijziging van de splitsingsakte noodzakelijk en daarvoor is de medewerking van alle eigenaren nodig.
Dit betoog [naam01] c.s. wordt niet gevolgd. Niet gebleken is dat de voor de aansluiting op stadsverwarming noodzakelijk te plaatsen leidingen invloed hebben op de begrenzing dan wel de omvang van de privé- en gemeenschappelijke gedeelten in het gebouw. De akte van splitsing wordt daardoor niet geraakt, zodat een wijziging daarvan niet aan de orde is. Individuele eigenaren zullen ook aan de werkzaamheden die in het belang van de VvE in hun privé-gedeelten moeten worden uitgevoerd hun medewerking moeten verlenen. Als om die reden betoogd zou kunnen worden dat sprake is van een besluit dat in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, zou dat op grond van artikel 2:15 lid 1 aanhef en onder b BW onder bepaalde omstandigheden hebben kunnen leiden tot vernietigbaarheid van het besluit. [naam01] c.s. hebben echter geen verzoek tot vernietiging bij de kantonrechter ingediend. Nu de termijn daarvoor ruimschoots is verstreken, is dat ook niet meer mogelijk.
6.8.
[naam01] c.s. voeren aan dat voor de levering van stadswarmte op een bepaalde locatie slechts met één aanbieder kan worden gecontracteerd. De VvE zou hen op deze wijze dwingen om met die ene aanbieder te contracteren. Dat voor de levering van stadswarmte op een bepaalde locatie met maar één aanbieder kan worden gecontracteerd, is in praktische zin echter onvermijdelijk. Om individuele contractanten te beschermen, zijn dan ook waarborgen opgenomen in het wettelijk systeem. De ACM stelt maxima vast voor de te hanteren tarieven. Dat slechts sprake is van één aanbieder hoefde de VvE er daarom niet van te weerhouden om te besluiten te kiezen voor het systeem van een warmtenet.
6.9.
De stelling [naam01] c.s. dat de genomen besluiten in dit geval nietig zijn, wordt dus niet gevolgd. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat sprake is van rechtsgeldige besluiten.
6.10.
De VvE heeft om verschillende redenen een spoedeisend belang bij toewijzing van de gevorderde voorzieningen.
De voorzieningenrechter acht voldoende aannemelijk dat sprake is van een potentieel gevaarlijke situatie. Niet in geschil is dat de huidige rookgasafvoerkanalen niet geschikt zijn voor HR-ketels en dat die combinatie de kans op lekkages en aanwezigheid van koolmonoxide vergroot. Dat is juist de reden geweest dat het bestuur van de VvE is gaan nadenken over een vervangend systeem. [naam01] c.s. hebben hun ter zitting geuite visie dat de bestaande rookgasafvoerkanalen nog vele jaren zonder problemen of onaanvaardbare risico’s kunnen worden gebruikt voor verschillende types cv-ketels niet van een deugdelijke onderbouwing voorzien.
Daarnaast heeft de VvE de termijn van een maand, waarin VvE-leden een verzoek tot vernietiging van het besluit bij de kantonrechter hadden kunnen indienen, netjes afgewacht alvorens zij is overgegaan tot uitvoering van de besluiten. Inmiddels heeft de VvE overeenkomsten gesloten (waaronder die met de aannemer Mampaey) die noodzakelijk zijn om het gebouw te doen aansluiten op het warmtenet en heeft zij een voor deze verduurzamingsmaatregel beschikbare subsidie aangevraagd en inmiddels gekregen. De voorzieningenrechter acht onjuist de visie [naam01] c.s. dat de aannemer waarmee reeds is gecontracteerd zich niet kan beroepen op de met de VvE gesloten overeenkomst. Uit de stellingen [naam01] c.s. kan niet worden afgeleid dat die overeenkomst nietig is, laat staan dat de aannemer dat bij het sluiten van die overeenkomst had behoren te begrijpen. Dat de advocaat [naam01] c.s. na het sluiten van die overeenkomst een brief aan de aannemer heeft verzonden, waarin de aannemer is geïnformeerd over de juridische visie [naam01] c.s. met betrekking tot die nietigheid, maakt dat niet anders. Aannemelijk is dat de aannemer aanspraak zal maken op schadevergoeding als het project voor onbepaalde tijd verder zal worden vertraagd. Mampaey heeft weliswaar op dit moment de werkzaamheden opgeschort in afwachting van de uitkomst van dit kort geding, maar heeft zich het recht voorbehouden om schadevergoeding te vorderen.
De voorzieningenrechter begrijpt dat [naam01] c.s. in het verleden een HR-ketel hebben aangeschaft en willen voorkomen dat die investering door de aansluiting op stadsverwarming voortijdig teniet wordt gedaan. Dit belang weegt evenwel niet op tegen het voorgaand omschreven belang van de VvE om tot vervanging van het systeem over te gaan.
De visie [naam01] c.s. dat de VvE geen belang heeft omdat ook anderen dan [naam01] c.s. medewerking zullen weigeren miskent dat daarvan tot op heden nog niet concreet is gebleken en verder dat die anderen – zo nodig – ook in rechte kunnen worden betrokken.
6.11.
Het voorgaande brengt mee dat [naam01] c.s. mag worden verlangd om mee te werken aan de uitvoering van de besluiten ten aanzien van de aansluiting van het gebouw op stadsverwarming. Het door de VvE primair gevorderde zal echter worden afgewezen. Een vervangende machtiging als daar gevorderd kan op grond van artikel 5:121 BW aan de kantonrechter worden verzocht. Het subsidiair onder IV. gevorderde past beter binnen het kader van een in kort geding te geven voorlopige voorziening. Waar het om gaat, is dat [naam01] c.s. hun medewerking zullen verlenen aan de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de besluiten tot het aansluiten van het appartementencomplex op het warmtenet en dat zij in dat verband werknemers van de aannemer waar nodig ook tot de aan hen toebehorende privé-gedeelten zullen toelaten. Het spreekt voor zich dat de aannemer op basis van een planning zal werken en in goed overleg afspraken zal proberen te maken over dagdelen waarop die toegang noodzakelijk is. De subsidiaire vordering zal in die zin worden toegewezen.
6.12.
In de onwillige houding [naam01] c.s. om medewerking te verlenen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om aan de veroordeling tot medewerking een dwangsom te verbinden. Deze zal worden beperkt tot een bedrag van € 100,00 per dag dat een gedaagde verzuimt aan de veroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 10.000,00 per gedaagde.
6.13.
[naam01] c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de VvE worden begroot op:
- betekening oproeping € 391,71
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.079,00
Totaal € 2.146,71
6.14.
Gezien het spoedeisend belang van de VvE bij haar vordering, wordt dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

7.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie

7.1.
De voorwaarde voor het instellen van de vordering tot het stellen van zekerheid (onder I.) is vervuld, zodat dit bespreking behoeft.
Vordering I. zal worden afgewezen. Er bestaat geen rechtsgrond om de VvE ertoe te verplichten om van het bestuur zekerheid te verlangen.
7.2.
Vordering II. wordt eveneens afgewezen. Er is geen reden om de VvE te verbieden werkzaamheden te laten verrichten die te maken hebben met het aansluiten van het gebouw op het warmtenet. Van de VvE kan niet worden gevergd om met de uitvoering van het project te wachten totdat in een bodemzaak onherroepelijk zal zijn beslist dat het besluit waarin tot de aansluiting op het warmtenet is besloten niet nietig is. Zoals in conventie al is overwogen, is het noodzakelijk om op korte termijn maatregelen te nemen tot aanpassing van de bestaande, potentieel gevaarlijke situatie. Bovendien is de VvE overeenkomsten met derden aangegaan. Tegenover die derden is de VvE gehouden de overeenkomsten na te komen. Bij gebreke daarvan wordt zij mogelijk schadeplichtig.
7.3.
Namens het bestuur en door de beheerder van de VvE is verklaard dat vanzelfsprekend alle leden zullen worden uitgenodigd voor algemene ledenvergaderingen, dat zij daarin (naar redelijkheid) het woord mogen voeren en stemrecht mogen uitoefenen. Er bestaat geen aanleiding om de VvE daartoe ten aanzien [naam01] c.s. te veroordelen. Dat de VvE enkele informele, informatieve bijeenkomsten heeft georganiseerd waarvoor [naam01] c.s. niet waren uitgenodigd, hing naar de voorzieningenrechter begrijpt samen met de bij eerdere gelegenheden (te) hoog opgelopen emoties. Als gevolg daarvan waren kennelijk niet alle betrokkenen steeds in staat om zich ten opzichte van elkaar voldoende respectvol te gedragen. Respectvol gedrag ten opzichte van elkaar mag uiteraard wel van alle betrokkenen worden verwacht. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat alle betrokkenen zich ervoor zullen inspannen om in de toekomst – net als op de zitting – respectvol met elkaar om te gaan.
7.4.
Gelet op de overwegingen in conventie, is er geen reden om de VvE te verbieden om de beheerder opdracht te geven of bepaalde werkzaamheden te laten verrichten dan wel facturen te voldoen die verband houden met het project stadsverwarming.
7.5.
[naam01] c.s. kunnen aanspraak maken op inzage in de met betrekking tot de aansluiting op het warmtenet gesloten overeenkomsten. Dat omvat waarschijnlijk meer stukken dan de in vordering V. genoemde stukken. In de omstandigheden van dit geval is het praktisch om kopieën van die stukken toe te zenden aan de advocaat [naam01] c.s., ook al liggen die stukken volgens de VvE voor leden ter inzage bij de beheerder. Namens het bestuur van de VvE en door de beheerder is ter zitting toegezegd dat die stukken alsnog zullen worden toegezonden. Toewijzing van het in dit verband gevorderde is daarom niet noodzakelijk.
7.6.
Mede gelet op het aspect van de inzagevordering moeten partijen in reconventie worden geacht over en weer deels in het ongelijk te zijn gesteld. Daarom zullen de proceskosten in reconventie tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

8.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
8.1.
gebiedt [naam01] c.s. om hun medewerking te verlenen aan de noodzakelijke werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten en het privé-gedeelte behorende bij de appartementsrechten [naam01] c.s. die verband houden met de uitvoering van de besluiten tot het aansluiten van het appartementencomplex op het warmtenet;
8.2.
veroordeelt ieder [naam01] c.s. om aan de VvE een dwangsom te betalen van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de betreffende gedaagde niet aan de in 8.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 (voor iedere gedaagde) is bereikt;
8.3.
veroordeelt [naam01] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de VvE tot op heden begroot op € 2.146,71;
8.4.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
8.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
8.6.
wijst de vorderingen af;
8.7.
compenseert de proceskosten in reconventie in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2023.
[2091 / 1729]