In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [bedrijf 1], eiseres, en de burgemeester van Rotterdam, verweerder, over de oplegging van een vergunningsplicht voor het verhuren van bedrijfsunits. Eiseres, die een eenmanszaak runt en zich bezighoudt met de verhuur van vastgoed, heeft tegen het besluit van de burgemeester geprocedeerd, waarin deze de verhuur van de bedrijfsunits in een bedrijfsverzamelgebouw vergunningsplichtig heeft verklaard. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd is om een vergunningsplicht op te leggen en dat hij dit in redelijkheid heeft gedaan. De rechtbank stelt vast dat er in het verleden ernstige strafbare feiten hebben plaatsgevonden in de panden, zoals hennepteelt en illegale prostitutie, wat de leefbaarheid en openbare orde in de omgeving onder druk heeft gezet. Eiseres heeft betoogd dat de aanwijzingsbevoegdheid niet kan worden aangewend voor niet-publiek toegankelijke gebouwen en dat de burgemeester zijn standpunt niet deugdelijk heeft gemotiveerd. De rechtbank verwerpt deze argumenten en concludeert dat de burgemeester binnen zijn bevoegdheid heeft gehandeld. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.