ECLI:NL:RBROT:2023:4507
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over naheffingsaanslag parkeerbelasting en uitvoeringshandelingen
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en verweerder over een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag, opgelegd door verweerder, bedroeg in totaal € 67,70, bestaande uit € 2,40 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 65,30 aan kosten van naheffing. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond bij een besluit op 16 februari 2022. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 13 april 2023 heeft eiseres aangevoerd dat zij de parkeerbelasting later heeft voldaan omdat zij geen internetverbinding had. Na haar afspraak bij de verloskundige heeft zij gebruik gemaakt van wifi om alsnog te betalen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet onverwijld uitvoeringshandelingen heeft verricht, aangezien zij ook de mogelijkheid had om contant te betalen bij een nabijgelegen parkeerautomaat. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om te zorgen voor de mogelijkheid om aan de betalingsverplichting te voldoen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat eiseres niet aan haar verplichtingen heeft voldaan op het moment dat dat nodig was. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.