ECLI:NL:RBROT:2023:4539

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
C/10/655941 / FA RK 23-2694
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met multiproblematiek

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 mei 2023, is een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft betrokkene, geboren in 1956, die momenteel verblijft in Antes te Rotterdam. De rechtbank heeft de aanvraag voor een aansluitende zorgmachtiging beoordeeld, waarbij de noodzaak van gedwongen zorg aan de orde kwam. De procedure begon met een verzoekschrift van de officier, ingediend op 11 april 2023, en omvatte verschillende medische verklaringen en zorgplannen. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 mei 2023 zijn diverse zorgverleners en de advocaat van betrokkene verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene symptomen vertoont die zowel bij een waanstoornis als bij een neurocognitieve stoornis passen. Er is sprake van multiproblematiek, waarbij de zorgbehoefte leidend is voor de keuze tussen de Wvggz en de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank concludeert dat de Wvggz van toepassing is, omdat er nog voldoende behandelruimte is in de huidige kliniek. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 2 mei 2023, en geldt tot en met 2 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/655941 / FA RK 23-2694
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 mei 2023 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1956, [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
op dit moment verblijvende in Antes te Rotterdam,
advocaat mr. L.A. Middelkoop te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 april 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [psychiater] , psychiater, van 3 april 2023;
  • de niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 21 maart 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
Op 24 april 2023 is de behandeling van het verzoek aangehouden in verband met het opstellen van een aanvullende medische verklaring door de onafhankelijke psychiater ter beantwoording van vragen over de psychische stoornis. Ook is gevraagd om, indien mogelijk, een verklaring van de persoonlijk begeleider van het Leger des Heils over de begeleiding van betrokkene in de thuissituatie. Van deze zitting is proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
De voortgezette mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 mei 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [psychiater] , onafhankelijke psychiater, mevr. [afdelingspsychiater] , afdelingspsychiater,
[arts] , arts, en [afdelingsarts] , afdelingsarts, allen verbonden aan Antes (hierna: de behandelaren).
1.4.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling is overgelegd de aanvullende medische verklaring opgesteld door [psychiater] voornoemd van 3 mei 2023.
Tijdens de mondelinge behandeling is een verslag van de persoonlijke begeleider van betrokkene bij het Leger des Heils overgelegd.
1.5.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandelingen verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 1 november 2022 is op grond van artikel 6:4 Wvggz een zorgmachtiging verleend tot en met 1 mei 2023. De officier heeft op 11 april 2023 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden.
Is de Wvggz of de Wzd van toepassing?
2.2.
De wetgever heeft ervoor gekozen om de regels rondom gedwongen zorg onder te
brengen in twee verschillende wetten: de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wvggz. De rechtbank zal eerst moeten vaststellen of dit verzoek valt binnen de
reikwijdte van de Wzd of van de Wvggz. Voor de Wzd geldt dat sprake moet zijn van een
verstandelijke beperking, geriatrische stoornis of een daaraan gelijkgestelde aandoening (of
zorgbehoefte). Voor de Wvggz geldt dat sprake moet zijn van een psychische stoornis. Bij multiproblematiek is de zorgbehoefte leidend voor de keuze tussen de Wzd of Wvggz, waarbij ook de continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving in aanmerking moet worden genomen.
2.3.
Namens betrokkene is primair afwijzing van het verzoek bepleit omdat geen sprake is van een stoornis in de zin van de Wvggz. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten voor het vaststellen van een waanidee of schizofrenie, mede in aanmerking genomen de leeftijd van betrokkene en het feit dat niet eerder schizofrenie is vastgesteld. Het lijkt er meer op dat het ernstig nadeel voortvloeit uit het wegvallen van het steunsysteem sinds de echtgenote van betrokkene is overleden en de geheugenproblemen die worden gesignaleerd bij betrokkene. Mogelijk is sprake van multiproblematiek maar niet kan worden vastgesteld wat de voorliggende stoornis is. Dat betrokkene niet meewerkt aan nader onderzoek, kan hem niet worden tegengeworpen. Gelet op de zorgbehoefte, die met name bestaat uit het bieden van structuur die past bij een cognitieve stoornis, is niet de Wvggz van toepassing maar de Wzd.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene symptomen vertoont die zowel bij een waanstoornis (in het kader van een late-onset schizofrenie) als bij een neurocognitieve stoornis kunnen passen. Betrokkene heeft de overtuiging dat zijn vrouw nog leeft en dat hij een kind heeft (wanen dan wel confabulaties) en laat daarnaast negatieve dan wel cognitieve symptomen zien in de vorm van initiatiefverlies, verwaarlozing van de zelfzorg, desoriëntatie en geheugenproblemen. Ook zijn er aanwijzingen dat sprake is van een verstandelijke beperking. Betrokkene heeft veertig jaar lang gewerkt bij een sociale werkplaats en heeft redelijk kunnen functioneren totdat zijn echtgenote overleed.
Vanwege de aanwezig geachte waanstoornis is betrokkene gestart met Haldol. Omdat daardoor de stemming verslechterde, is betrokkene recent gestart met Olanzapine.
Sindsdien gaat het iets beter met betrokkene, maar hij heeft nog steeds de overtuiging dat zijn vrouw leeft en dat hij een kind heeft. Ook vertoont betrokkene zorgmijdend en teruggetrokken gedrag, eet hij slecht en heeft hij bij zelfzorg veel sturing nodig.
De behandelaren lichten ter zitting toe dat er nog ruimte is om de Olanzapine verder te verhogen om de kwaliteit van leven te verbeteren. Om de juiste diagnose(s) vast te stellen alsmede de juiste vervolgplek, heeft het behandelteam nader onderzoek willen doen bij betrokkene. Betrokkene heeft tot dusverre echter geweigerd hieraan mee te werken. Recent is betrokkene overgeplaatst naar de afdeling voor “Niet-aangeboren-hersenletsel” om aan de hand van observaties de juiste diagnose(s) te kunnen vaststellen en het vervolgtraject te kunnen bepalen.
2.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van multiproblematiek met aandoeningen waarvan de oorzaak/oorzaken nog onduidelijk is/zijn en die zowel kunnen vallen onder de Wvggz als onder de Wzd. Het gaat er bij de beoordeling dus vooral om welke zorgbehoefte er is bij betrokkene. Kort samengevat geldt dat bij de Wvggz de zorg meer gericht is op behandeling, bij de Wzd is de zorg juist meer gericht op het herstel van het regieverlies en het aanbieden van een plek om te wonen. In de huidige kliniek is er volgens de behandelaren nog genoeg voor betrokkene te bereiken op het gebied van behandeling en diagnostiek. Om die reden is een zorgmachtiging thans (nog) op zijn plek. De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving noodzakelijk is gelet op de hiervoor geschetste symptomen die betrokkene vertoont én dat de huidige opname in de Wvggz instelling in die zorg voorziet. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat op het verzoek de Wvggz van toepassing is en wordt het verweer van de advocaat verworpen.
Ernstig nadeel?
2.6.
Namens betrokkene is aangevoerd dat geen sprake is van ernstig nadeel en dat om die reden het verzoek dient te worden afgewezen. Als wel sprake is van ernstig nadeel, dan ontbreekt het causaal verband tussen een stoornis en het ernstig nadeel.
De rechtbank volgt de advocaat niet in haar standpunt en concludeert dat het gedrag van betrokkene als gevolg van zijn stoornis (nog onduidelijk in welk kader) leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Redengevend daarvoor is het volgende.
Sinds de echtgenote van betrokkene in 2018 onverwachts is overleden, gaat het niet goed met betrokkene. Hij gelooft niet dat zij is overleden maar denkt dat ze is ontvoerd. Betrokkene verwaarloosde zichzelf en zijn woning, vertoonde veel wantrouwen naar allerlei instanties en liet zorgmijdend gedrag zien. Zo heeft hij in 2021 ondanks een verwijzing naar de orthopeed vanwege een val op zijn linker schouder waarbij de arm uit de kom is geraakt, geen medische hulp gezocht. Omdat deze aandoening te lang niet is behandeld, is dit niet meer te herstellen en heeft betrokkene een verlamde linker arm.
Betrokkene had voorts bij diverse instanties betalingsachterstanden ondanks dat er voldoende spaargeld was, omdat hij niet meer in staat was om zijn financiën te regelen en hij de aangeboden hulp van het Leger des Heils weigerde. Betrokkene zat ook regelmatig zonder eten en drinken omdat hij zijn pincode vergat en af en toe zijn bankpas kwijtraakte. Ook zijn er diverse lekkages geweest in de woning van betrokkene maar weigerde hij een monteur toe te laten hetgeen overlast veroorzaakte voor de (onder)buren. Tot slot is er een vermoeden dat betrokkene werd misbruikt door derden. Zijn huis is enige tijd gebruikt als opslagplaats van waaruit allerlei spullen werden verkocht.
Op de afdeling wordt gesignaleerd dat betrokkene nog steeds wantrouwend is en teruggetrokken gedrag vertoont en dat het hem ontbreekt aan ziektebesef en -inzicht. Hij kan niet voor zichzelf zorgen en heeft veel sturing nodig. Hij weigert zijn haren en baard te laten knippen en wil ook niet douchen. Hij moet nu één keer per week verplicht douchen en schone kleren aantrekken. Betrokkene eet en drinkt slecht en is veel afgevallen. Betrokkene is dusdanig passief dat het behandelteam uitsluit dat betrokkene op enig moment weer in staat is om thuis voor zichzelf te zorgen, ook niet als betrokkene goed is ingesteld op Olanzapine.
2.7.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Vrijwillige zorg?
2.8.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene geeft ter zitting aan dat hij niet in de accommodatie wil verblijven en uit de medische verklaringen en het verslag van de begeleider van het Leger des Heils blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
Vormen van zorg
2.9.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
In het verzoekschrift is het toedienen van vocht en voeding niet opgenomen als noodzakelijk geachte vorm van verplichte zorg. Gelet echter op de toelichting van de behandelaren tijdens de mondelinge behandeling dat betrokkene regelmatig niet eet en drinkt, acht de rechtbank deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
2.10.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
2.11.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Duur
2.12.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank ziet wel aanleiding om de machtiging voor een kortere duur te verlenen dan verzocht, zodat na de diagnostiek het juiste plaatsingskader kan worden ingezet met de daarbij behorende juridische grondslag, te weten plaatsing in een chronische psychiatrische instelling op basis van de Wvggz of in verpleeghuis op basis van de Wzd. De zorgmachtiging zal aansluitend op de voorgaande zorgmachtiging worden verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 2 mei 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.9. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 november 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 15 mei 2023 mondeling gegeven door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, rechter, in tegenwoordigheid van L. Mast, griffier, en op 30 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.