Uitspraak
[naam verzoeker], verzoeker,
Procedure
Inhoud verzoeken en standpunt officier van justitie
- het feit dat verzoeker voor een deel van de ten laste gelegde feiten ontslagen is van alle rechtsvervolging, impliceert dat door de rechtbank bewezen is verklaard dat verzoeker deze feiten wel heeft gepleegd;
- het feit dat verzoeker door zijn stoornis niet strafbaar werd geacht voor de bewezen feiten, betekent niet dat op basis daarvan gronden van billijkheid bestaan om het verzoek tot schadevergoeding toe te wijzen. Hoewel het openbaar ministerie begrijpt dat verzoeker zich in een kwetsbare psychische toestand bevond ten tijde van de gepleegde feiten, is ook een gegeven dat het handelen van verzoeker ertoe heeft geleid dat politie en justitie hebben moeten ingrijpen. De schade die verzoeker heeft geleden, is dan ook het gevolg van zijn eigen handelen. Hierbij geldt het algemene rechtsbeginsel dat ieder zijn eigen schade dient te dragen;
- sinds de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) kan zowel door de civiele rechter als door de strafrechter (bij civielrechtelijke beschikking) een zorgmachtiging worden gegeven. Het is voor het openbaar ministerie in het kader van de strafzaak niet mogelijk om inzage te krijgen in het medisch dossier. Daardoor kan niet beoordeeld worden waarom niet eerder in een civielrechtelijk kader een verzoek is ingediend tot afgifte van een zorgmachtiging;
- uit het dossier blijkt dat verzoeker in het PPC Vught een dwangbehandeling heeft ondergaan. De officier van justitie bestrijdt daarom de stelling dat aan verzoeker tijdens zijn verblijf in detentie adequate zorg zou zijn onthouden en ziet daarmee ook op dit punt geen gronden van billijkheid.
Feiten
Beoordeling
Beslissing
Bevelschrift van de rechter in de rechtbank Rotterdam
[naam verzoeker],
RECHTBANK ROTTERDAM
bijzondere.raadkamer.rb.rotterdam@rechtspraak.nl
AFSTANDSVERKLARING van gemachtigd raadsman/vrouw
beschikking(en) aan verzoeker;