ECLI:NL:RBROT:2023:4824

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
C/10/657718 / KG ZA 23-404
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over buitengerechtelijke ontbinding van een huurovereenkomst voor parkeerplekken en kantoorruimtes

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap PARK SIMPLY MOBILITY SERVICES B.V. (PSMS) en REGUS AMSTERDAM B.V. Het geschil betreft de vraag of Regus de huurovereenkomst voor vijf parkeerplekken en twee kantoorruimtes rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden per 15 mei 2023. PSMS, die parkeerservices aanbiedt, heeft de overeenkomst op 20 oktober 2022 gesloten met Regus, die flexibele kantoorruimtes aanbiedt. De overeenkomst is op 10 januari 2023 verlengd tot 30 april 2024.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat PSMS voldoende spoedeisend belang heeft bij de voortzetting van het gebruik van de parkeerplekken. Regus heeft gesteld dat zij de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, maar de rechtbank oordeelt dat de door Regus aangevoerde tekortkomingen niet voldoende zijn om de ontbinding te rechtvaardigen. PSMS heeft de klachten van Regus betwist en de rechtbank concludeert dat Regus niet tijdig heeft gewaarschuwd voor de tekortkomingen.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van PSMS toegewezen en Regus veroordeeld om de parkeerplekken onbeperkt beschikbaar te stellen, onder dwangsom. Daarnaast is Regus veroordeeld in de proceskosten van PSMS, die zijn begroot op € 1.861,73. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/657718 / KG ZA 23-404
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op grond van artikel 29a Rv van

16 mei 2023

in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARK SIMPLY MOBILITY SERVICES B.V.,
gevestigd te Leiderdorp,
eiseres,
advocaat mr. I.R. Köhne te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REGUS AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. C.J.J.C. Arnouts te Amsterdam.
Partijen worden hierna PSMS en Regus genoemd.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. J.F. Koekebakker, voorzieningenrechter, en mr. G.C.M. van Rheeden, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
aan de zijde van PSMS:
  • de heer [naam01] , directeur van PSMS
  • de heer [naam02] , gevolmachtigde van PSMS
  • mr. Köhne voornoemd
aan de zijde van Regus:
  • mevrouw [naam03] , community manager, vestiging Rotterdam Airport
  • mevrouw [naam04] , community associate, vestiging Rotterdam Airport
  • mr. Arnouts voornoemd.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
PSMS is een onderneming die zich bezighoudt met het verlenen van parkeerservice. Zij biedt daartoe o.a. valet parkingdiensten aan op Rotterdam Airport. Regus is een flexibele officeoperator en faciliteert coworkingruimtes op o.a. Rotterdam Airport.
1.2.
Partijen hebben op 20 oktober 2022 een overeenkomst gesloten tot verhuur van twee kantoorplekken en beschikbaarstelling van (uiteindelijk in totaal) vijf parkeerplekken in het kantoorgebouw Cornerstone aan het Rotterdam Airportplein 22 te Rotterdam (hierna: de Overeenkomst). De Overeenkomst is op 10 januari 2023 verlengd en heeft een looptijd tot en met 30 april 2024. Schiphol Real Estate is de eigenaar van het kantoorgebouw. Het beheer van het kantoorgebouw is in handen van Fortrus.
1.3.
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de aard en de (wijze van) nakoming van de Overeenkomst. Meer in het bijzonder ziet het geschil op de vraag of de buitengerechtelijke ontbinding van de Overeenkomst per 15 mei 2023 en de gestaakte beschikbaarstelling door Regus van bedoelde vijf parkeerplekken door het deactiveren van de bijbehorende tags per die datum terecht is.
1.4.
Gelet op de aannemelijke noodzaak voor de bedrijfsvoering van PSMS van ongestoorde voortzetting van het gebruik door haar van de parkeerplekken, kan in beginsel worden aangenomen dat PSMS voldoende spoedeisend belang heeft. Regus heeft de spoedeisendheid bovendien niet betwist.
1.5.
Regus heeft de stelling betrokken dat zij de Overeenkomst rechtsgeldig per 15 mei 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden. Nog daargelaten of de Overeenkomst ten aanzien van de vijf parkeerplekken wel buitengerechtelijk kan worden ontbonden gelet op de aard van de Overeenkomst, rechtvaardigen de door Regus gestelde tekortkomingen niet de ontbinding van de Overeenkomst op dit moment. Regus overlegt een aantal e-mails uit maart en april 2023 waaruit klachten zouden volgen over het gebruik van de parkeerplekken in algemene zin door PSMS. PSMS betwist evenwel met klem dat zij zich aan de in deze e-mails genoemde klachten schuldig heeft gemaakt, terwijl op basis van enkel de inhoud van deze e-mails de verweten gedragingen aan het adres van PSMS niet kunnen worden aangenomen. De door Regus ter zitting gegeven toelichting maakt dit niet anders. Bovendien is niet aannemelijk dat Regus PSMS eerder dan bij brief van 8 mei 2023 kenbaar heeft gewezen op enige tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst en haar de gelegenheid heeft gegeven die beweerdelijke handelwijze aan te passen. Mede gelet op het bepaalde in artikel 1.8 van de bij de Overeenkomst behorende algemene voorwaarden had het daartoe stellen van een termijn van minimaal veertien dagen in de rede gelegen. Dat een tijdige waarschuwing is gegeven kan ook niet worden afgeleid uit de stelling van Regus dat formele waarschuwingsgesprekken hebben plaatsgevonden op 3 en 26 april 2023. Tegenover deze stelling staat immers dat PSMS ter zitting heeft aangevoerd dat de gesprekken van een heel andere aard waren en dat zij, voor zover in deze gesprekken door Regus klachten zijn geuit, deze klachten al tijdens die gesprekken heeft weerlegd. Regus heeft verder ook geen vervolgacties ondernomen. Nu bovendien van de gesprekken geen verslagen zijn gemaakt noch anderszins bevestiging van hetgeen in deze gesprekken zou zijn besproken is gevolgd, is niet aannemelijk dat sprake was van formele waarschuwingsgesprekken met de daaraan gebruikelijk verbonden juridische consequenties.
Ook de na 8 mei 2023 aan de zijde van Regus geuite klachten zijn te weinig concreet om een buitengerechtelijke ontbinding op 15 mei 2023 te rechtvaardigen. Daarbij geldt dat PSMS niet of nauwelijks de gelegenheid heeft gehad om op de laatstelijk geuite klachten te reageren, en zo nodig te acteren, omdat vier dagen na 8 mei 2023 de ontbinding van de Overeenkomst per 15 mei 2023 al werd medegedeeld.
1.6.
Het voorgaande leidt tot toewijzing van de vordering van PSMS op de wijze als hierna in het dictum bepaald. De gevorderde dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd toegewezen.
1.7.
Regus wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van PSMS worden begroot op:
- dagvaarding € 106,73
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.079,00
Totaal € 1.861,73

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
2.1.
veroordeelt Regus om aan PSMS op grond van de Overeenkomst de vijf parkeerplekken in het kantoorgebouw Cornerstone aan het Rotterdam Airportplein 22 te Rotterdam onbeperkt en onbelemmerd beschikbaar te stellen en te houden en aan PSMS onbelemmerd toegang te (blijven) verlenen tot die parkeerplekken, op straffe van een dwangsom van
€ 10.000,00 ineens, te vermeerderen met € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat Regus daarmee in gebreke mocht blijven, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van in totaal € 100.000,00,
2.2.
veroordeelt Regus in de proceskosten, aan de zijde van PSMS tot op heden begroot op € 1.861,73,
2.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
2.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan proces-verbaal,
1734/1582