Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 mei 2023, met 9 producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie, met 15 producties;
- de mondelinge behandeling op 22 mei 2023.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 5 juni 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die van 2001 tot april 2023 een affectieve relatie hebben gehad en samen twee minderjarige kinderen hebben. De vrouw heeft het ouderlijk gezag over de kinderen en beide partijen zijn voor de helft eigenaar van de gezamenlijke woning. Na een aangifte van eenvoudige mishandeling door de vrouw tegen de man, heeft de burgemeester een huisverbod opgelegd aan de man, wat heeft geleid tot een verzoek van de vrouw om het exclusieve gebruik van de woning. De man heeft ingestemd met het verzoek onder bepaalde voorwaarden, maar partijen hebben geen overeenstemming bereikt.
De vrouw vordert in dit kort geding het uitsluitend gebruik van de woning tot het moment dat zij vervangende woonruimte heeft gevonden, terwijl de man in reconventie vordert dat het gebruik van de woning aan de vrouw wordt beperkt en dat zij de eigenaarslasten betaalt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen van beide partijen, vooral gezien het belang van de minderjarige kinderen. De rechter heeft besloten dat de vrouw tot en met 31 augustus 2023 het uitsluitend gebruik van de woning krijgt, terwijl het de man verboden is de woning te betreden. De man is veroordeeld tot betaling van een dwangsom bij overtreding van dit verbod.
In reconventie is de vordering van de man om het gebruik van de woning te beperken afgewezen, maar de vrouw is wel veroordeeld om de eigenaarslasten over juli en augustus 2023 te voldoen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.