Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde (poging doodslag);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en het volgen van een ambulante behandeling;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.
4..Waardering van het bewijs
ik heb haar gestoken!”. Deze verklaring van het slachtoffer wordt ondersteund door drie getuigen, waaronder de getuigen [getuige01] en [getuige02] . Getuige [getuige01] verklaart dat de verdachte heftig reageerde op haar weigering hem kauwgom te geven. Het slachtoffer kwam er bij, rende weg en toen zag de getuige dat het slachtoffer was gestoken en bloedde. Getuige [getuige02] verklaart dat zij een mes in de hand van de verdachte heeft gezien en hij ruzie had met een andere jongen die er bij was komen staan. De getuige hoorde de verdachte tegen deze jongen zeggen dat hij hem neer kon steken. Op dat moment kwam het slachtoffer aanlopen, sprak de verdachte aan en maakte de verdachte een stekende beweging naar het slachtoffer met de hand waar de getuige het mes in gezien had. Zij verklaart ook dat de verdachte haar daarna aankeek en zei:
"Ik heb haar gestoken, help haar! Ik heb haar gestoken, ik heb [slachtoffer01] gestoken."Hierop rende de verdachte weg.
“een uitklapmes, het zilveren gedeelte (lemmet) was zo lang als de breedte van mijn hand, ongeveer 10-12 centimeter”. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan deze verklaring. De rechtbank sluit ook niet uit dat het steken met een dergelijk mes - hoewel relatief klein - in beginsel dodelijk letsel kan veroorzaken. Het dossier laat echter een aantal essentiële vragen onbeantwoord.
met een mes een stekende beweging in de bilregio van die [slachtoffer01] heeft gemaakt, waarbij die [slachtoffer01] een steekwond in de bilregio heeft opgelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
€ 3.498,73 (zegge: drieduizend vierhonderdachtennegentig euro en drieënzeventig cent), bestaande uit € 998,73 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 3.498,73 (hoofdsom, zegge: drieduizend vierhonderdachtennegentig euro en drieënzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.498,73 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
44 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer01] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet,
met een (groot) mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans éénmaal, een slaande en/of stekende beweging naar/in de richting van de bilregio, dan wel de buik(streek) en/of lies(streek), althans het lichaam van die [slachtoffer01] heeft gemaakt, waarbij die [slachtoffer01] één of meerdere snijwonden/steekwonden in de bilregio, dan wel de buik(streek) en/of lies(streek), althans het lichaam, heeft opgelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.