In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser, [eiser01], schorsing van de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis van 7 maart 2023, waarbij hij door de kantonrechter is veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan Rent A Car. Eiser heeft een auto gehuurd van Rent A Car en is veroordeeld tot betaling van € 3.732,47 voor schade aan de auto, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Eiser heeft inmiddels een bedrag van € 3.774,88 onder loonbeslag zien vallen, maar stelt dat hij in financiële problemen verkeert door het loonbeslag, waardoor hij zijn betalingsverplichtingen aan andere schuldeisers niet kan nakomen.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Eiser betoogt dat Rent A Car geen redelijk belang heeft bij de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis, omdat hij een eigen risico heeft dat niet overeenkomt met het gevorderde bedrag. Rent A Car daarentegen stelt dat de vordering terecht is en dat eiser meerdere keren schade heeft veroorzaakt. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van eiser bij schorsing van de tenuitvoerlegging zwaarder weegt dan het belang van Rent A Car bij inning van de vordering, vooral gezien de reeds geïnde bedragen en de financiële situatie van eiser.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis geschorst totdat de kantonrechter in de verzetprocedure een eindvonnis heeft gewezen. De vordering tot terugbetaling van de reeds geïnde bedragen is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.