In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft Stichting Habion een procedure aangespannen tegen [naam01], die onder bewind is gesteld. De eiseres, Habion, stelt dat [naam01] een aanzienlijke huurachterstand heeft opgebouwd voor zowel een woning als een scooterbox. De huurachterstand bedraagt in totaal € 6.542,49, waarvan € 6.507,49 voor de woning en € 35,- voor de scooterbox. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 mei 2023 heeft [naam01] erkend dat er sprake is van een huurachterstand, maar heeft hij aangegeven dat deze is ontstaan door persoonlijke problemen. Hij heeft geen bezwaar tegen de ontbinding van de huurovereenkomst voor de scooterbox, maar verzet zich tegen de ontbinding van de huurovereenkomst voor de woning, omdat dit zijn situatie zou verergeren.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis de huurachterstand toegewezen en de huurovereenkomst voor de scooterbox ontbonden. De beslissing over de ontbinding van de huurovereenkomst voor de woning is echter aangehouden voor een periode van zes maanden, zodat [naam01] de kans krijgt om zijn situatie te stabiliseren en aan zijn verplichtingen te voldoen. De kantonrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat [naam01] zijn huurbetalingen op tijd verricht en dat hij een realistische regeling treft voor de huurachterstand. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 20 december 2023 voor verdere beoordeling.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Habion direct kan overgaan tot uitvoering van de veroordelingen, ondanks dat er mogelijk nog hoger beroep kan worden ingesteld. Dit vonnis biedt [naam01] een laatste kans om zijn leven weer op de rit te krijgen en zijn huurverplichtingen na te komen.