ECLI:NL:RBROT:2023:5245

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
C/10/652927 / FA RK 23-1208
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geslachtsregistratie naar X in geboorteakte zonder deskundigenverklaring

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 9 juni 2023, wordt het verzoek van [naam01] behandeld om de geslachtsregistratie in de geboorteakte te wijzigen naar een X, en om de voornaam aan te passen. [naam01] heeft een duurzame non-binaire genderbeleving en verzoekt de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte aan te passen. De rechtbank constateert dat er momenteel geen wettelijke basis is voor een geslachtsregistratie als X, maar dat er wel een wetsvoorstel in behandeling is dat deze mogelijkheid zou kunnen bieden. De rechtbank oordeelt dat het ontbreken van een wettelijke regeling voor non-binaire personen een ongerechtvaardigd onderscheid oplevert, en dat [naam01] voldoende zwaarwegend belang heeft bij de wijziging van de geslachtsregistratie en de voornaam. De rechtbank gelast de ambtenaar om de geboorteakte te wijzigen en de voornaam aan te passen, waarbij de rechtbank de overtuiging van [naam01] als duurzaam erkent. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/652927 / FA RK 23-1208
Beschikking van 9 juni 2023 over wijziging voornaam en geboorteakte
in de zaak van:
[naam01], hierna: [naam01],
wonende te [woonplaats01],
advocaat mr. K.S.M. Smienk te Utrecht.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam,
hierna: de ambtenaar,
zetelende te Rotterdam.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van [naam01], ingekomen op 15 februari 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2023. Bij die gelegenheid zijn [naam01] en diens advocaat verschenen.
De ambtenaar, is ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.

2..De vaststaande feiten

2.1.
[naam01] is geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01].
2.2.
Aan [naam01] is de volgende voornaam gegeven: [voornaam01].
2.3.
Op basis van de geboorteakte is [naam01] in de registers van de burgerlijke stand opgenomen als zijnde van het vrouwelijk geslacht.
2.4.
Bij akte van wijziging van 29 augustus 2014 is de geslachtsvermelding op de geboorteakte gewijzigd naar mannelijk en is de voornaam gewijzigd van [voornaam01] in [voornaam02].

3..De beoordeling

3.1.
[naam01] verzoekt de ambtenaar te gelasten aan diens geboorteakte een latere
vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in de zin dat het geslacht
X zal zijn. Daarnaast verzoekt [naam01] aan diens voornaam de naam [voornaam01] toe te voegen en de ambtenaar te gelasten een latere vermelding hiervan aan diens geboorteakte toe te voegen.
[naam01] heeft aan diens verzoeken ten grondslag gelegd dat die een non-binaire beleving van diens gender heeft en zich niet identificeert als man of als vrouw.
3.2.
De ambtenaar heeft geen verweer gevoerd.
3.3.
Geslacht
3.3.1.
De rechtbank overweegt dat op dit moment geen wettelijke grondslag bestaat voor een wijziging van de geslachtsregistratie in een geboorteakte naar een X of een andere geslachtsneutrale aanduiding. Het is in beginsel aan de wetgever hiervoor een voorziening te treffen. Hoewel hiertoe een initiatief is genomen, heeft dit nog niet een wetgevingsproces in gang gezet. Wel is sinds 4 mei 2021 een wetsvoorstel tot wijziging van de vermelding van het (vrouwelijk of mannelijk) geslacht in de geboorteakte (wetsvoorstel nummer 35825) aanhangig. Hierin wordt onder meer voorgesteld de voorwaarde van een deskundigen-verklaring te laten vervallen.
Het is op dit moment onduidelijk op welke termijn de inwerkingtreding van wetgeving ter zake van een neutrale geslachtsregistratie kan worden verwacht. De rechtbank zal daarom overgaan tot een inhoudelijke behandeling van het verzoek, zoals de Hoge Raad voorstaat in haar uitspraak van 4 maart 2022 (ECLI:NL:HR:2022:336).
3.3.2.
De rechtbank overweegt dat het ontbreken van een wettelijke regeling om de geslachtsaanduiding in de geboorteakte te laten wijzigen in een geslachtsneutrale variant, betekent dat non-binaire personen, anders dan personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren, niet de mogelijkheid hebben zelf te beschikken over de geslachtsregistratie. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank een onderscheid op naar geslacht als bedoeld in artikel 26 IVBPR en artikel 1 lid 2 van Protocol nr. 12 EVRM dat niet objectief en redelijkerwijs kan worden gerechtvaardigd en om die reden ongeoorloofd is (ECLI:NL:GHAMS:2023:1266).
3.3.3.
[naam01] heeft bij diens verzoek geen deskundigenverklaring overgelegd, zoals die voor transgender personen respectievelijk personen van wie het geslacht niet kan worden vastgesteld, is voorgeschreven in artikelen 1:28a BW en 1:19d lid 2 BW. [naam01] stelt dat de innerlijk overtuiging niet tot het vrouwelijke of het mannelijke geslacht te horen subjectief is en dus alleen door [naam01] zelf kan worden vastgesteld, zodat een deskundigenverklaring geen toegevoegde waarde heeft.
3.3.4.
Naar het oordeel van de rechtbank is een genderbeleving geen objectief verifieerbaar gegeven dat door een deskundige is vast te stellen. Dit wordt onderkend in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, in de rechtspraak en in het hiervoor genoemde wetsvoorstel. Zoals overwogen wordt daarin voorgesteld de verplichte deskundigen-
verklaring af te schaffen, maar is daarbij wel nagedacht over een vorm van regulering waarbij wordt gewaakt voor een te lichtzinnig genomen besluit om over te gaan tot wijziging van de geslachtsregistratie. Hierop aansluitend zal de rechtbank beoordelen of in deze situatie, waarin een deskundigenverklaring ontbreekt, kan worden vastgesteld dat het besluit niet lichtzinnig is genomen. Daarbij is van belang dat op basis van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken kan worden aangenomen dat de overtuiging een genderfluïde persoon te zijn een duurzaam karakter heeft.
3.3.5.
De rechtbank overweegt dat [naam01] in 2009 een traject gericht op een geslachtsverandering is gestart, maar dit uiteindelijk niet heeft afgemaakt. De reden hiervan
is dat [naam01] gaandeweg bemerkte dat die zich (ook) niet als een man identificeert, maar als genderfluïde. Tien jaar later ervaart [naam01] dat nog steeds zo.
3.3.6.
De rechtbank acht het op grond van vorenstaande voldoende gebleken dat [naam01] de beslissing een wijziging van de geslachtsaanduiding te vragen niet lichtzinnig heeft genomen en dat die een duurzame overtuiging heeft over diens genderidentiteit.
3.3.7.
De rechtbank stelt vast dat [naam01] zich niet identificeert als man of vrouw en er daarom belang bij, en recht op heeft dat diens geboorteakte daarmee in overeenstemming wordt gebracht. De rechtbank zal daarom de ambtenaar gelasten dat de geboorteakte van [naam01] wordt gewijzigd, in die zin, dat diens geslacht wordt aangeduid met een X.
3.4.
Voornaam
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [naam01] voldoende zwaarwegend belang bij een wijziging van althans aanvulling op diens voornaam van [voornaam02] in [voornaam02] [voornaam01]. [voornaam01] is diens geboortenaam die die gedragen heeft tot de formele geslachtswijziging medio 2014 en een combinatie van beide namen doet naar het gevoel van [naam01] recht aan diens genderfluïditeit. De rechtbank wijst het verzoek dan ook toe.

4..De beslissing

De rechtbank:
4.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente Rotterdam van het jaar [jaar01] met nummer [nummer01] een latere vermelding toe te voegen van de wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht wordt vermeld met X;
4.2.
gelast de wijziging van de voornaam van [naam01] in die zin dat de voornamen zullen luiden: [voornaam02] [voornaam01];
4.3.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam een latere vermelding van de voornaamswijziging aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
4.4.
verzoekt de griffier om niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam op voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Lablans, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Ligthart op 9 juni 2023.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.
Verzoeker en verschenen belanghebbenden moeten het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak instellen. Andere belanghebbenden moeten het beroep instellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere manier bekend is geworden.