ECLI:NL:RBROT:2023:5264

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10233441 / CV EXPL 22-37455
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake geschil over tandheelkundige kosten en bewijslevering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, aangeduid als [gedaagde01], over de betaling van een tandheelkundige behandeling. De gedaagde heeft een behandeling ondergaan bij een tandarts, waarvoor hij een bedrag van € 525,58 verschuldigd is. Infomedics, die de vordering van de tandarts heeft overgenomen, eist het restantbedrag van € 275,58, naast wettelijke rente en kosten. De gedaagde betwist deze eis en stelt dat hem is beloofd dat de kosten maximaal € 250,00 zouden bedragen, wat hij ook heeft betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de gemaakte afspraken en dat bewijslevering noodzakelijk is. Voordat de gedaagde eventueel tot bewijslevering wordt toegelaten, wil de kantonrechter de zaak met beide partijen bespreken op een zitting. De zitting zal zich richten op de communicatie tussen de gedaagde, de tandarts en de wijkteammedewerker van de Gemeente Rotterdam, om te verhelderen wat er precies is afgesproken over de kosten van de behandeling. De kantonrechter heeft partijen gevraagd hun beschikbaarheid voor de zitting door te geven, en heeft verdere beslissingen aangehouden tot na deze bespreking.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10233441 / CV EXPL 22-37455
datum uitspraak: 12 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
statutair gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten bv te Almere,
tegen
[gedaagde01],
briefadres hebbende in [plaats01] ,
gedaagde,
voor wie [naam01] , wijkteammedewerker bij de Gemeente Rotterdam, heeft gereageerd.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 november 2022, met bijlagen;
  • het mondelinge en schriftelijke antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met een bijlage;
  • de dupliek, met bijlagen;
  • de akte van Infomedics.

2.De inleiding

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[gedaagde01] heeft een tandheelkundige behandeling bij [tandartspraktijk01] B.V. (‘de tandarts’) ondergaan. Voor deze behandeling is [gedaagde01] volgens de tandarts een bedrag van in totaal € 525,58 verschuldigd. De tandarts heeft haar uit de behandeling voortvloeiende vordering op [gedaagde01] in eigendom aan Infomedics Finance B.V. overgedragen. Infomedics treedt op als opdrachtnemer en incasseert de vorderingen in opdracht van de tandarts. Daarom heeft Infomedics bij facturen van 19 april 2022 in totaal een bedrag van € 525,58 voor de tandheelkundige behandeling bij [gedaagde01] in rekening gebracht. [gedaagde01] heeft daarvan op 11 juni 2022 een bedrag van € 250,00 betaald. Het restantbedrag van € 275,58 heeft [gedaagde01] niet betaald.
Wat eist Infomedics?
2.2.
Infomedics maakt in deze zaak aanspraak op het restant factuurbedrag van in totaal € 275,58. Infomedics eist daarnaast dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om de wettelijke rente, een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten aan haar te betalen.
Wat is het verweer van [gedaagde01] ?
2.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis van Infomedics. Volgens [gedaagde01] is hij aangemeld voor een gratis tandartsbehandeling in het kader van Tandartsdag 2022. [gedaagde01] is vervolgens uitgenodigd voor een gratis tandartsbehandeling op 26 maart 2022 bij de tandarts. Tijdens die behandeling heeft de tandartsassistente telefonisch contact opgenomen met de hulpverlener van [gedaagde01] (mevrouw [naam01] , wijkteammedewerker bij de Gemeente Rotterdam, ‘ [naam01] ’), aan haar medegedeeld dat er bij [gedaagde01] een wortelkanaalbehandeling in gang was gezet die niet binnen de gereserveerde tijd kon worden volbracht en gezegd dat er met spoed een vervolgafspraak moest worden gemaakt om de behandeling af te maken. De tandartsassistente vroeg [naam01] of zij kon bevestigen dat de kosten voor de vervolgbehandeling zouden worden voldaan. [naam01] gaf daarop aan dat zij dat niet zomaar kon garanderen. De tandarts nam vervolgens het gesprek over en [naam01] heeft haar gevraagd naar de kosten van de resterende behandeling. De tandarts heeft daarop geantwoord dat dit rond een bedrag van € 250,00 zou uitkomen. Na afloop van het telefoongesprek kreeg [naam01] het verzoek om de vervolgafspraak die met [gedaagde01] was gemaakt te bevestigen. Dat heeft zij gedaan na overleg met [gedaagde01] dat hij het bedrag van € 250,00 kon betalen. Op 12 april 2022 is [gedaagde01] verder behandeld. Vervolgens ontving [gedaagde01] twee facturen voor een totaalbedrag van € 525,58 in plaats van de geraamde € 250,00. [gedaagde01] wordt door deze verkeerde voorstelling en gang van zaken financieel gedupeerd. Voor zijn inmiddels lopende traject schuldhulp van de Kredietbank Rotterdam wordt de volledige vrije bestedingsruimte van zijn uitkering namelijk geïnd als aflossing voor zijn schulden gedurende de komende drie jaar en dit laat dus geen ruimte voor dit soort hoge onvoorziene kosten.

3.De beoordeling

De kern van het geschil.
3.1.
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde01] naar Tandartsendag 2022 is gegaan, dat hij vervolgens een tandheelkundige behandeling bij de tandarts heeft ondergaan en dat [gedaagde01] daar een bedrag van € 250,00 voor heeft betaald. De kern van het geschil tussen partijen betreft het antwoord op de vraag of [gedaagde01] al dan niet nog een aanvullend bedrag van € 275,58 voor de behandeling is verschuldigd.
Wat is tussen partijen afgesproken over de kosten van de behandeling?
3.2.
Volgens [gedaagde01] is telefonisch tegen [naam01] gezegd dat de behandeling ongeveer € 250,00 zou kosten en daarom is hij van mening dat hij het restantbedrag van € 275,58 niet hoeft te betalen.
3.3.
Volgens Infomedics heeft inderdaad telefonisch overleg plaatsgevonden met [naam01] , maar is het pertinent onjuist dat tijdens dit overleg is aangegeven dat de behandeling maximaal € 250,00 zou kosten. Infomedics stelt in dit verband dat tijdens de kosteloze behandeling is geconstateerd dat [gedaagde01] ofwel zijn kies direct kon laten trekken of dat er een vervolgbehandeling noodzakelijk was om de pijnklachten te verhelpen. Het ging in dit geval om een wortelkanaalbehandeling en die kon niet in één keer worden uitgevoerd. [gedaagde01] gaf daarop aan zijn kies pertinent te willen behouden en daarom voor een wortelkanaalbehandeling te kiezen. Ook is er direct bij [gedaagde01] aangegeven dat hier kosten aan verbonden zijn, die buiten het kosteloos spreekuur vielen. Voor de kosten voor de behandeling wordt aangesloten bij de door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde tarieven. Vervolgens heeft [gedaagde01] de behandelingen ingepland en laten uitvoeren. Er is [gedaagde01] voorafgaand aan deze behandelingen een tweetal begrotingen meegegeven, waar de kosten duidelijk op staan omschreven. [gedaagde01] moet het restantbedrag van € 275,58 daarom betalen, aldus Infomedics.
3.4.
Partijen zijn het er dus niet over eens of al dan niet is afgesproken dat de kosten voor de behandeling beperkt zouden blijven tot € 250,00. Bij deze stand van zaken komt het in principe aan op bewijslevering, waarbij [gedaagde01] - omdat hij stelt dat is afgesproken dat de behandeling maximaal € 250,00 zou kosten en Infomedics dit gemotiveerd betwist - op grond van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de bewijslast draagt.
De kantonrechter wil de zaak met partijen bespreken.
3.5.
Voordat de kantonrechter [gedaagde01] eventueel toelaat tot het leveren van bewijs wil de kantonrechter de zaak met partijen bespreken op een zitting. Daarbij wil de kantonrechter in ieder geval bespreken wat precies is gezegd tijdens de behandelingen op 26 maart 2022 en 12 en/of 14 april 2022 en tijdens het telefoongesprek tussen [naam01] en de tandarts op 26 maart 2022. Partijen krijgen op de zitting ook de mogelijkheid om hun kant van het verhaal te vertellen. Tot slot onderzoekt de kantonrechter of partijen alsnog samen tot een oplossing kunnen komen, waardoor bewijslevering achterwege kan blijven.
3.6.
Bij het plannen van de zitting wil de kantonrechter zoveel mogelijk rekening houden met de agenda van partijen. Daarom wordt nu eerst aan partijen gevraagd de kantonrechter te laten weten op welke ochtenden en/of middagen in de maanden
augustus 2023 t/m oktober 2023zij echt niet naar een zitting kunnen komen. De kantonrechter verwijst de zaak daarvoor naar de hierna genoemde datum.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
bepaalt dat partijen uiterlijk op
woensdag 7 juni 2023 voor 12.00 uurschriftelijk moeten laten weten wat hun verhinderdata zijn in de maanden augustus 2023 t/m oktober 2023;
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
38671