ECLI:NL:RBROT:2023:5266

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10255073 / CV EXPL 22-39185
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake bewijslevering in geschil over koopprijs tussen partijen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiseres01] en [gedaagde01] over de koopprijs van geleverde goederen. De partijen hebben medio juni 2022 een overeenkomst gesloten waarbij [eiseres01] goederen aan [gedaagde01] heeft geleverd. [eiseres01] stelt dat de afgesproken koopprijs € 11.881,96 inclusief btw bedraagt, terwijl [gedaagde01] slechts € 10.501,59 heeft betaald en van mening is dat de koopprijs lager is. [gedaagde01] vordert in reconventie een bedrag van € 1.000,00 terug, dat zij als onverschuldigd betaald beschouwt.

Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2023 zijn er verschillende processtukken besproken, waaronder WhatsApp-correspondentie tussen de partijen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is geleverd door [eiseres01] om aan te nemen dat de koopprijs € 11.881,96 inclusief btw is, maar heeft [gedaagde01] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere bewijslevering en heeft een rolzitting gepland op 19 juli 2023, waar [gedaagde01] zich kan uitlaten over de bewijslevering.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat [gedaagde01] de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren voor haar stelling dat de koopprijs lager was en dat zij recht heeft op terugbetaling van het bedrag dat zij als teveel betaald beschouwt. De verdere procedure zal zich richten op het verzamelen van bewijs en het horen van getuigen, indien nodig. De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot de rolzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10255073 / CV EXPL 22-39185
datum uitspraak: 2 juni 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
statutair gevestigd in [vestigingsplaats01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde01] .,
gevestigd in [vestigingsplaats02] , gemeente [gemeente01] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
vertegenwoordigd door de heer [naam01] (directeur/eigenaar).
Partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 december 2022, met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de repliek in conventie met antwoord in reconventie, met een bijlage.
1.2.
Op 23 mei 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was namens [eiseres01] de heer [naam02] aanwezig, bijgestaan door de heer [naam03] namens de gemachtigde van [eiseres01] . Namens [gedaagde01] was de heer [naam01] aanwezig. Tijdens de mondelinge behandeling zijn door [eiseres01] screenshots van WhatsApp-correspondentie tussen partijen in het geding gebracht en is door [gedaagde01] een verklaring van [naam04] in het geding gebracht. De kantonrechter heeft de screenshots en de verklaring aan het procesdossier toegevoegd.
1.3.
Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden.
1.4.
De uitspraak van het vonnis is bij vervroeging door de kantonrechter bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Waar gaat de zaak over?
2.1.
Partijen hebben medio juni 2022 een overeenkomst gesloten, op basis waarvan [eiseres01] een aantal goederen aan [gedaagde01] heeft geleverd. Volgens [eiseres01] hebben partijen uiteindelijk een koopprijs van in totaal € 11.881,96 inclusief btw afgesproken. Omdat [gedaagde01] slechts een bedrag van in totaal € 10.501,59 heeft betaald, vordert [eiseres01] in deze zaak dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om nog een bedrag van € 1.380,37 inclusief btw (met rente en kosten) aan haar te betalen.
[gedaagde01] weigert dit bedrag te betalen, omdat zij van mening is dat partijen een koopprijs van € 10.501,59 inclusief btw hebben afgesproken. [gedaagde01] stelt zich bovendien op het standpunt dat partijen hebben afgesproken dat [gedaagde01] nog € 1.000,00 korting op de koopprijs zou krijgen en dat zij daarom al € 1.000,00 teveel aan [eiseres01] heeft betaald. Dat bedrag eist zij in deze zaak dan ook terug van [eiseres01] als onverschuldigd betaald.
Welke koopprijs hebben partijen afgesproken?
2.2.
De discussie tussen partijen spitst zich toe op de vraag welke koopprijs zij voor de door [eiseres01] aan [gedaagde01] geleverde goederen hebben afgesproken.
2.3.
Uit de door beide partijen in het geding gebrachte WhatsApp-correspondentie volgt dat via WhatsApp op 17 juni 2022 het volgende tussen hen is besproken:
[naam05] (een voormalig medewerker van [eiseres01] ) stuurt om 17:51 uur een offerte met een netto totaalprijs van € 11.310,60 naar [naam01] (de directeur/eigenaar van [gedaagde01] ). In deze offerte staat verder dat de algemene voorwaarden van [eiseres01] van toepassing zijn.
[naam01] reageert hier om 16:08 uur op met de mededeling dat hij een offerte van Daikin Nederland voor dezelfde goederen aan [eiseres01] heeft doorgestuurd en dat die offerte sluit op “10K” (
de kantonrechter begrijpt: € 10.000,00).
[naam05] reageert hier vervolgens om 16:10 uur op dat hij nog € 1.000,00 speling heeft.
[naam01] stuurt vervolgens om 18:36 uur de hiervoor onder 1. bedoelde offerte naar [naam05] en vraagt of dit de prijs is voor de units (de goederen die [eiseres01] aan [gedaagde01] zou leveren).
[naam05] reageert hier om 18:37 uur op met de mededeling dat er nog € 1.000,00 vanaf gaat.
[naam01] stuurt vervolgens om 18:45 uur de hiervoor onder 2. bedoelde offerte van Daikin Nederland naar [naam05] en schrijft vervolgens dat [naam05] “dit” maandag als afleveringsadres kan gebruiken.
2.4.
Volgens [eiseres01] volgt uit deze WhatsApp-correspondentie dat partijen overeenstemming hadden bereikt over de aanvankelijk door [eiseres01] geoffreerde nettoprijs van € 11.310,60 minus € 1.000,00 korting. In de dagvaarding heeft [eiseres01] toegelicht dat zij uiteindelijk zelfs meer korting heeft verleend en dat het door [gedaagde01] te betalen bedrag uiteindelijk uitkwam op € 9.819,80 exclusief btw. [eiseres01] stelt onder verwijzing naar haar algemene voorwaarden, waarvan [gedaagde01] niet heeft weersproken dat die van toepassing zijn, dat alle door haar geoffreerde prijzen exclusief btw zijn en dat het bedrag van € 9.819,80 daarom nog moest worden vermeerderd met 21% btw. Zo komt [eiseres01] uiteindelijk op de door haar gestelde totale koopprijs van € 11.881,96 inclusief btw.
2.5.
[eiseres01] draagt de bewijslast van haar stelling dat partijen een koopprijs van € 11.881,96 inclusief btw hebben afgesproken. De kantonrechter is op grond van de hiervoor bedoeld WhatsApp-correspondentie voorshands van oordeel dat [eiseres01] dat bewijs heeft geleverd. [gedaagde01] wordt daarom toegelaten tot het leveren van tegenbewijs van de voorshands bewezen geachte stelling dat partijen een koopprijs van € 11.881,96 inclusief btw hebben afgesproken.
2.6.
Daarnaast wordt [gedaagde01] toegelaten tot het leveren van bewijs van haar stelling dat [eiseres01] voor de levering van de goederen € 1.000,00 inclusief btw onder de door Daikin Nederland geoffreerde prijs van € 10.501,59 inclusief btw zou gaan zitten. [gedaagde01] stelt zich in reconventie (met haar tegeneis) immers op het standpunt dat zij al € 1.000,00 teveel aan [eiseres01] heeft betaald, maar dat wordt door [eiseres01] gemotiveerd betwist. Uit de hiervoor bedoelde WhatsApp-correspondentie blijkt niet dat [eiseres01] zich akkoord heeft verklaard met de offerte van Daikin Nederland, laat staan dat daaruit kan worden afgeleid dat [eiseres01] op het bedrag van die offerte nog een korting van € 1.000,00 heeft verleend aan [gedaagde01] . Bovendien is de prijs van “10K” die [naam01] heeft genoemd in zijn WhatsApp-bericht niet juist, aangezien de offerte van Daikin Nederland sluit op een totaalbedrag van € 10.501,59 inclusief btw. Onder die omstandigheden draagt Airohouse de bewijslast van haar stellingen ten aanzien van de tegeneis.
2.7.
De kantonrechter verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 19 juli 2023 om 14:30 uur, op welke rolzitting [gedaagde01] zich over de (tegen)bewijslevering kan uitlaten.
2.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
3.1.
laat [gedaagde01] toe tot het leveren van tegenbewijs van de voorshands bewezen geachte stelling dat partijen een koopprijs van € 11.881,96 inclusief btw hebben afgesproken;
3.2.
laat [gedaagde01] ook toe tot het leveren van bewijs van haar stelling dat [eiseres01] voor de levering van de goederen € 1.000,00 inclusief btw onder de door Daikin Nederland geoffreerde prijs van € 10.501,59 inclusief btw zou gaan zitten;
3.3.
bepaalt dat:
- [gedaagde01] op de rolzitting van
woensdag 19 juli 2023 om 14:30 uurbij de te nemen akte in de gelegenheid is om mede te delen of en, zo ja, op welke wijze zij het bewijs wil leveren;
- en indien zij dit bewijs schriftelijk wil leveren zij bij die gelegenheid de op het bewijsthema betrekking hebbende stukken direct in het geding moet brengen;
- en indien zij dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen zij bij akte opgave moet doen van het aantal en de personalia van de door haar voor te brengen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden september, oktober, november en december 2023, zodat vervolgens een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald;
3.4.
wijst [gedaagde01] erop dat namen en woonplaatsen van eventueel voor te brengen getuigen tenminste zeven dagen vóór het te houden getuigenverhoor schriftelijk aan de kantonrechter en de wederpartij moeten worden aangezegd;
3.5.
bepaalt dat [gedaagde01] te zijner tijd zelf zorg moet dragen voor behoorlijke oproeping van de eventueel voor te brengen getuigen;
3.6.
bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam ten overstaan van de hierna genoemde kantonrechter;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
38671