ECLI:NL:RBROT:2023:5279

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10562876 / VZ VERZ 23-6837
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wisselbeschikking inzake onterecht beslag en terugbetaling van gelden

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft verzoekster, wonende in [woonplaats01], een verzoekschrift ingediend tegen GGN Mastering Credit B.V., gevestigd in Rotterdam. Het verzoekschrift, gedateerd op 15 juni 2023, betreft de vordering tot terugbetaling van onterecht ontvangen gelden door GGN, die beslag heeft gelegd op de uitkering van verzoekster. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoekster haar vorderingen op grond van artikel 143 Rv bij exploot van dagvaarding aanhangig had moeten maken, en dat zij een verkeerd processtuk heeft gebruikt. Hierdoor is de procedure voortgezet als een dagvaardingsprocedure, waarbij verzoekster GGN alsnog bij exploot moet oproepen.

De kantonrechter heeft verzoekster erop gewezen dat haar verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het exploot van oproeping niet tijdig op de griffie is ingediend. De beslissing van de kantonrechter omvatte ook de mogelijkheid voor verzoekster om haar stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels van de dagvaardingsprocedure. De rolzitting is vastgesteld op woensdag 2 augustus 2023 om 14:30 uur, waarbij verzoekster GGN moet oproepen met inachtneming van de wettelijke termijnen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.I. Mentink.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10562876 / VZ VERZ 23-6837
datum uitspraak: 20 juni 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster01],
wonende in [woonplaats01] ,
verzoekster,
die zelf procedeert,
tegen
GGN Mastering Credit B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
verweerster.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster01] ’ en ‘GGN’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Op 14 juni 2023 is op de griffie van deze rechtbank een op 15 juni 2023 gedateerd verzoekschrift van [verzoekster01] ontvangen.

2..Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
De kantonrechter is op grond van artikel 69 Rv verplicht om - ook zonder een daartoe strekkend verweer - te onderzoeken of de procedure met het juiste procesinleidend stuk aanhangig is gemaakt. Als de kantonrechter vervolgens constateert dat de zaak op het verkeerde ‘spoor’ zit, moet hij de wissel omzetten en er zorg voor dragen dat de procedure wordt doorgeleid naar het juiste spoor.
2.2.
De inhoud van het verzoekschrift van [verzoekster01] komt er - kort samengevat - op neer, dat zij vordert dat GGN ten onrechte door haar ontvangen gelden (na onrechtmatig beslag te hebben gelegd op de uitkering van [verzoekster01] ) aan [verzoekster01] moet terugbetalen en dat GGN een schadevergoeding aan [verzoekster01] moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoekster01] deze vorderingen op grond van het bepaalde in artikel 143 Rv bij exploot van dagvaarding aanhangig had moeten maken.
2.3.
[verzoekster01] heeft dan ook een verkeerd inleidend processtuk gebruikt. De procedure wordt - gelet op het bepaalde in artikel 69 Rv - voortgezet als een dagvaardingprocedure en [verzoekster01] moet GGN alsnog bij exploot oproepen. Bij die oproeping moet [verzoekster01] een kopie van het bij de kantonrechter ingediende verzoekschrift van 15 juni 2023 en deze beschikking aan GGN laten meebetekenen. Voor informatie over het bij exploot laten oproepen van GGN kan [verzoekster01] contact opnemen met het Juridisch Loket, een advocaat en/of een gerechtsdeurwaarder.
2.4.
[verzoekster01] wordt erop gewezen dat haar verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard, als het uit te brengen exploot van oproeping niet uiterlijk op de dag vóór de hieronder vermelde rolzitting op de griffie is ingediend.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt dat de procedure in de stand waarin deze zich bevindt wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure;
3.2.
stelt [verzoekster01] daarbij in de gelegenheid om haar stellingen zo nodig aan de op de dagvaardingsprocedure toepasselijke procesregels aan te passen;
3.3.
bepaalt dat de zaak op de rolzitting van
woensdag 2 augustus 2023 om 14:30 uurkomt;
3.4.
beveelt dat [verzoekster01] GGN tegen de hiervoor genoemde dag en tijd - met inachtneming van de wettelijke termijnen - bij exploot oproept, onder betekening van deze beschikking en het verzoekschrift van 15 juni 2023;
3.5.
bepaalt dat het door [verzoekster01] te nemen processtuk uiterlijk op de dag voor de hiervoor genoemde rolzitting om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
38671