ECLI:NL:RBROT:2023:5334

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
C/10/644367 / HA ZA 22-726
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk op dekbedovertrek door online verkoop van vergelijkbare producten

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Snurk B.V. en verschillende gedaagden, waaronder Faro Tekstylia en Merchandise Fever, over de auteursrechten op een dekbedovertrek. Snurk B.V. stelt dat de gedaagden inbreuk maken op haar auteursrechten door een vergelijkbaar dekbedovertrek te produceren en te verkopen. Snurk heeft in 2013 en 2017 dekbedovertrekken op de markt gebracht, waaronder een dekbedovertrek met een teddybeer. De gedaagden, die ook beddengoed verkopen, hebben een soortgelijk dekbedovertrek geproduceerd en aangeboden voor een lagere prijs. Snurk heeft hen gesommeerd om de verkoop te staken, maar de gedaagden hebben dit betwist en stellen dat er geen sprake is van inbreuk. De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechtbank oordeelt dat het dekbedovertrek van Snurk auteursrechtelijke bescherming geniet, maar dat het dekbedovertrek van Faro voldoende verschilt van dat van Snurk. De rechtbank wijst de vorderingen van Snurk af en veroordeelt Snurk in de proceskosten van de gedaagden, die zijn vastgesteld op € 18.176,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/644367 / HA ZA 22-726
Vonnis van 21 juni 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SNURK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. N. Ruyters te Breda,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde01],
gevestigd te Dedemsvaart,
2.
[gedaagde02],
wonende te Dedemsvaart,
3.
[gedaagde03],
wonende te Dedemsvaart,
4. de vennootschap naar Pools recht
FARO TEKSTYLIA SPÓŁKA Z ORGANICZONĄ ODPOWIEDZIALNOŚCIĄ SPÓŁKA KOMANDYTOWA,
gevestigd te Krákow, Polen,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MERCHANDISE FEVER B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
gedaagden,
advocaat mr. S.T.H. Janssen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Snurk en [gedaagde01] c.s. genoemd worden. [gedaagde01] c.s. worden afzonderlijk aangeduid als [gedaagde01] , [gedaagde02] , [gedaagde03] , Faro en Merchandise Fever.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 juli 2022, met producties 1 tot en met 46;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 22;
  • de brief van de rechtbank van 9 november 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
  • de brief van de rechtbank van 23 januari 2023 met een zittingsagenda;
  • de akte indiening aanvullende producties van Snurk, met producties 47 tot en met 54;
  • de akte houdende overlegging producties van [gedaagde01] c.s., met producties 23 tot en met 29;
  • de aangevulde proceskostenspecificatie ex artikel 1019h Rv van [gedaagde01] c.s., met een bijlage;
  • de mondelinge behandeling van 8 maart 2023 en de door partijen overgelegde spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Snurk houdt zich onder meer bezig met het ontwerpen, laten produceren en (wereldwijd) verkopen van beddengoed, waaronder dekbedovertrekken. In 2013 heeft Snurk een kindercollectie met de naam “
Dream Big” uitgebracht. In deze collectie staat op de dekbedovertrekken een fotoprint van bijvoorbeeld een astronaut, een paard met een amazone of een ballerina. Op de kussenslopen is de bijbehorende helm, cap of kroon afgebeeld. Deze voorbeelden zijn hieronder afgebeeld.
2.2.
In 2017 heeft Snurk als onderdeel van de “
Dream Big”-collectie het hieronder afgebeelde dekbedovertrek met daarop een teddybeer (hierna aangeduid als het dekbedovertrek van Snurk) op de markt gebracht. Snurk verkoopt het dekbedovertrek voor een bedrag van € 69,95.
2.3.
Faro is een Poolse fabrikant en leverancier van onder meer beddengoed.
2.4.
[gedaagde01] en Merchandise Fever houden zich onder meer bezig met de online verkoop van beddengoed. [gedaagde02] en [gedaagde03] zijn de vennoten van [gedaagde01] .
2.5.
Faro heeft het hieronder afgebeelde dekbedovertrek (hierna aangeduid als het dekbedovertrek van Faro) geproduceerd en verkocht aan onder meer [gedaagde01] en Merchandise Fever. [gedaagde01] en Merchandise Fever hebben het dekbedovertrek van Faro online te koop aangeboden voor een prijs van € 19,95 ( [gedaagde01] ) respectievelijk € 24,95/ € 29,95 (Merchandise Fever).
2.6.
Bij brief aan Faro en [gedaagde01] van 25 februari 2022 heeft Snurk zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat met de productie en verkoop van het dekbedovertrek van Faro inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van Snurk. Daarbij zijn Faro en [gedaagde01] gesommeerd om, onder meer, iedere inbreuk te staken. Een vergelijkbare brief is op 21 april 2022 aan Merchandise Fever gestuurd.
2.7.
Op 22 april 2022 heeft Faro een onthoudingsverklaring ondertekend. Daarin staat, onder meer, het volgende:
“(…) CONSIDERING THAT:
Faro Tekstylia is a textile manufacturer and inter alia produces and sells bedding (…);
Faro Tekstylia has developed bedding that depicts a teddy bear and bow ties (an example is shown in Annex 2, hereinafter referred to as: the “Products”). The teddy bear image has been licensed from Adobe Stock images and the bow ties are very popular and commonly known images. Faro Tekstylia has sold only 40 Products to its (professional) customers in the Netherlands;
Snurk B.V. has objected the sale of the Products by Faro Tekstylia, inter alia stating that is has older copyrights on the bedding set out in Annex 3 (hereinafter referred to as: the “Snurk Bedding”). Faro Tekstylia was not aware of this bedding;
Snurk B.V. has informed Faro Tekstylia that it intends to initiate legal proceedings;
Faro Tekstylia sees the similarities between the Products and the Snurk Bedding, but is of the opinion that (the concept of) such beddings (is) are not new;
Nevertheless, Faro Tekstylia is willing to voluntarily settle this matter amicably by signing this cease and desist undertaking;
DECLARES AND IRREVOCABLY UNDERTAKES AS FOLLOWS:
Faro Tekstylia shall immediately cease and desist the production and sale of the Products.
Faro Tekstylia undertakes to request all its (professional) customers to cease the sale of the Products and to send their current stock back to Faro Tekstylia.
Faro Tekstylia shall donate the Products in stock (including the returned Products) to a charity which supports Ukrainian refugees, without labels showing the name of Faro Tekstylia.
Faro Tekstylia shall pay the total profit it made with the sales of the Products, being € 3,317, to Snurk B.V. within 5 days after Snurk B.V, has provided its bank account details.
Faro Tekstylia shall (voluntarily) pay an additional € 1,683 as a reimbursement of (legal) costs to Snurk B.V. within 5 days after Snurk B.V. has provided bank account details.
Faro Tekstylia commits itself to pay upon non-performance or violation of clause 1 above an immediately claimable penalty of € 50 per Product, with a maximum of € 2,500. (…)”
2.8.
Op 28 september 2022 heeft [gedaagde01] een onthoudingsverklaring ondertekend. Daarin staat, onder meer, het volgende:
“(…) OVERWEGENDE DAT:
[gedaagde01] is een (internet) detailhandel in huis- en tuinartikelen, waaronder beddengoed. [gedaagde01] koopt onder andere beddengoed in bij Faro Tekstylia;
[gedaagde01] heeft in september 2021 eenmalig 8 stuks Teddy Beer Beddengoed (zie Bijlage 1 - hierna: het “Beddengoed”) ingekocht bij Faro Tekstylia;
Faro Tekstylia heeft het Beddengoed ontwikkeld, [gedaagde01] heeft hier geen enkele zeggenschap in gehad;
[gedaagde01] heeft van de 8 ingekochte stuks Beddengoed er in totaal 7 verkocht (waarvan 1 aan Snurk). [gedaagde01] bood deze producten onder andere aan via bol.com en haar eigen websites: hipdekbedovertrek.nl, trendybed.nl en beddengoedkoop.nl;
Op verzoek van Faro Tekstylia heeft [gedaagde01] in mei 2022 het resterende stuk Beddengoed vernietigd;
Snurk stelt dat het Beddengoed inbreuk maakt op haar auteursrechten en is derhalve een juridische procedure gestart tegen [gedaagde01] , met als doel het staken en gestaakt houden van de verkoop van het genoemde teddybeddengoed;
[gedaagde01] wenst deze zaak buiten rechte met Snurk op te lossen door het ondertekenen van deze onthoudingsverklaring;
ALS VOLGT:
[gedaagde01] heeft de verkoop van het Beddengoed gestaakt en zal deze verkoop gestaakt houden;
[gedaagde01] levert in Bijlage 2 een Excel-overzicht en bijbehorende facturen aan die de in- en verkoopaantallen en -bedragen van de door [gedaagde01] in- en verkochte stuks Beddengoed representeren;
[gedaagde01] zal de door haar gemaakte nettowinst door de verkoop van Beddengoed aan Snurk overmaken binnen 5 werkdagen nadat Snurk haar bankrekeninggegevens met [gedaagde01] heeft gedeeld. Zoals uit Bijlage 2 blijkt, is de totale nettowinst die [gedaagde01] heeft gemaakt € 99,49;
[gedaagde01] zal bij niet (correct en/of tijdig en/of geheel) voldoen aan de verplichting genoemd in punt 1 een onmiddellijk opeisbare boete betalen van EUR 50,- per overtreding met een maximum van € 1.000,-. (…)”
2.9.
Op 29 september 2022 heeft Merchandise Fever een onthoudingsverklaring ondertekend. Daarin staat, onder meer, het volgende:
“(…) OVERWEGENDE DAT:
MF is een groothandel in textielwaren, waaronder beddengoed. MF koopt onder andere beddengoed in bij Faro Tekstylia;
MF heeft zowel in maart 2021 als in maart 2022 16 stuks Teddy Beer Beddengoed (zie Bijlage 1 - hierna: het ‘Beddengoed”) ingekocht bij Faro Tekstylia. In totaal heeft MF derhalve 32 stuks Beddengoed ingekocht bij Faro Tekstylia;
Faro Tekstylia heeft het Beddengoed ontwikkeld, MF heeft hier geen enkele zeggenschap in gehad;
MF heeft van de 32 ingekochte stuks Beddengoed er in totaal 24 verkocht, onder andere via bol.com, blokker.nl, leenbakker.nl en haar eigen websites: merchandisefever.nl en simbashop.nl;
Op verzoek van Faro Tekstylia heeft MF in mei 2022 de resterende 8 stuks Beddengoed aan Faro Tekstylia retour gestuurd;
Snurk stelt dat het Beddengoed inbreuk maakt op haar auteursrechten en is derhalve een juridische procedure gestart tegen MF, met als doel het staken en gestaakt houden van de verkoop van het genoemde teddybeddengoed;
MF wenst deze zaak buiten rechte met Snurk op te lossen door het ondertekenen van deze onthoudingsverklaring;
ALS VOLGT:
MF heeft de verkoop van het Beddengoed gestaakt en zal deze verkoop gestaakt houden;
MF levert in Bijlage 2 een Excel-overzicht en bijbehorende facturen aan die de in- en verkoopaantallen en -bedragen van de door MF in- en verkochte stuks Beddengoed representeren;
MF zal de door haar gemaakte nettowinst door de verkoop van Beddengoed aan Snurk overmaken binnen 5 werkdagen nadat Snurk haar bankrekeninggegevens met MF heeft gedeeld. Zoals uit Bijlage 2 blijkt, is de totale nettowinst die MF heeft gemaakt € 144,92;
MF zal bij niet (correct en/of tijdig en/of geheel) voldoen aan de verplichting genoemd in punt 1 een onmiddellijk opeisbare boete betalen van EUR 50,- per overtreding met een maximum van € 1.000,-. (…)”

3..Het geschil

3.1.
Snurk vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te gebieden, onmiddellijk na betekening van het in deze te wijzen vonnis, iedere inbreuk op de auteursrechten van Snurk te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder, maar daartoe uitdrukkelijk niet beperkt, het openbaar maken, promoten, (laten) produceren, distribueren, verhandelen, te koop aanbieden, in voorraad houden, importeren, exporteren en/of doorvoeren van het dekbedovertrek van Faro of ieder ander dekbedovertrek met eenzelfde totaalindruk als het dekbedovertrek van Snurk, zowel offline als online, primair in alle landen van de Europese Unie en subsidiair in Nederland;
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te bevelen, onmiddellijk na betekening van het in deze te wijzen vonnis, de huidige voorraad van het dekbedovertrek van Faro apart te houden van de overige voorraad en deze niet te leveren aan afnemers, niet door te verkopen en/of te verzenden aan een gelieerde onderneming of aan enige derde;
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te veroordelen, binnen zeven dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, al haar professionele afnemers te berichten dat de door hen geleverde dekbedovertrekken van Faro inbreuk maken op het auteursrecht van Snurk en daarom niet meer geleverd zullen worden en niet meer (uit)geleverd mogen worden en binnen zeven dagen aan [gedaagde01] c.s. geretourneerd dienen te worden (“rectificatie”), onder gelijktijdige overlegging van afschriften van deze instructie aan hun afnemers aan de advocaat van Snurk, door het sturen van onderstaand bericht (dan wel een correcte vertaling van onderstaande tekst):
“Geachte [NAAM],
U heeft bij ons [AANTAL] exemplaren gekocht van onderstaand dekbedovertrek met EAN-nummer [nummer01] .
[duidelijke afbeelding van het dekbedovertrek van Faro opnemen]
Wij berichten u hierbij dat de rechtbank bij vonnis van d.d. [DATUM] heeft geoordeeld dat wij met de productie en verkoop van deze dekbedovertrekken inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van Snurk.
U wordt dringend verzocht deze aan u geleverde en nog bij u aanwezige dekbedovertrekken binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief op onze kosten aan ons te retourneren. Wij zullen aan u het aankoopbedrag vergoeden. Nieuwe bestellingen of reeds geplaatste orders voor dit dekbedovertrek zullen wij niet meer uitleveren.
Voor de goede orde maken wij melding van het feit dat u, door het promoten, verhandelen, te koop aanbieden, in voorraad houden, importeren, exporteren en/of doorvoeren van de betreffende dekbedovertrekken, ook inbreuk maakt op het auteursrecht van Snurk.
Met vriendelijke groet,
[NAAM]”
althans een andere, door de rechtbank te bepalen tekst van deze of vergelijkbare
strekking;
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te veroordelen, binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, alle door hen geleverde en bij haar professionele afnemers nog aanwezige voorraad van het dekbedovertrek van Faro terug te halen bij haar professionele afnemers (“recall”);
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te bevelen, binnen 21 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, de zich nog op voorraad bevindende dekbedovertrekken van Faro, waaronder mede begrepen de nog te ontvangen retours van hun afnemers, alsmede alle reclame- en promotiematerialen en alle andere bescheiden waarmee het dekbedovertrek van Faro wordt aangeboden, op kosten van [gedaagde01] c.s. ter vernietiging en/of – ter keuze van Snurk – afgifte aan een goed doel, af te leveren aan Snurk op een door Snurk nader aan te wijzen adres;
[gedaagde01] c.s. ieder voor zich te bevelen, binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, aan Snurk een schriftelijke verklaring te overleggen, ondertekend door de directie die voor de juistheid en de volledigheid van de informatie instaat, onder overlegging van de relevante documentatie en volledige en juiste gegevens zoals facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken, betreffende:
a. de totale hoeveelheid dekbedovertrekken van Faro die [gedaagde01] c.s. (ieder voor zich) dan wel aan hen gelieerde ondernemingen, tot op heden:
i. hebben geproduceerd, laten produceren, afgenomen en/of ingekocht;
ii. hebben verkocht en/of geleverd;
iii. nog op voorraad hebben en/of in hun macht hebben;
de inkoopprijs (of kostprijs) en verkoopprijs van de dekbedovertrekken van Faro;
de door [gedaagde01] c.s. dan wel aan hen gelieerde ondernemingen, met betrekking tot het dekbedovertrek van Faro gerealiseerde omzet, alsmede bruto- en nettowinst en de berekeningswijze daarvan;
de volledige naam (namen) en adres(sen) van de professionele afnemers aan wie [gedaagde01] c.s. het dekbedovertrek van Faro hebben verkocht en/of geleverd, alsmede de volledige naam (namen) en adres(sen) van de leverancier van wie [gedaagde01] c.s. het dekbedovertrek van Faro hebben ingekocht,
onder overlegging van kopieën van de desbetreffende volledige inkoop- en
verkoopfactu (u)r(en), waaruit die gegevens, de leverdata, de verkoop,- en
inkoopprijzen alsmede de ingekochte en verkochte aantallen blijken;
Faro en Merchandise Fever ieder voor zich, en [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Snurk van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,00 voor iedere individuele overtreding van – enig onderdeel van – het onder sub A tot en met F gevorderde, waarbij iedere individuele overtreding als een aparte overtreding dient te worden beschouwd, te vermeerderen met een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel waarop deze overtreding voortduurt;
Faro en Merchandise Fever ieder voor zich, en [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk te veroordelen om aan Snurk te betalen de met de verkoop van het dekbedovertrek van Faro door hen behaalde netto winst, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
I. [gedaagde01] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de volledige door Snurk gemaakte gerechtskosten en andere (na)kosten, inclusief advocaatkosten op grond van artikel 1019h Rv met bepaling dat over die proceskostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na datum van het in dezen te wijzen vonnis.
3.2.
Snurk legt aan haar vorderingen ten grondslag dat het door haar ontworpen dekbedovertrek een werk is in de zin van de Auteurswet en dat het dekbedovertrek van Faro inbreuk maakt op haar auteursrecht.
3.3.
[gedaagde01] c.s. concluderen om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de vorderingen van Snurk af te wijzen;
in het geval van afwijzing van de vorderingen:
primair Snurk te veroordelen in de volledige proceskosten conform artikel 1019h Rv;
subsidiair Snurk conform artikel 1019h Rv te veroordelen in de kosten van een eenvoudige bodemprocedure aan de hand van de indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken, derhalve tot € 8.000,00;
in het geval van volledige toewijzing van de vorderingen:
primair de proceskosten te compenseren, in die zin dat alle partijen hun eigen kosten dragen;
subsidiair [gedaagde01] c.s. conform artikel 1019h Rv te veroordelen in de kosten van een eenvoudige bodemprocedure aan de hand van de indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken, derhalve tot in totaal € 8.000,00;
in het geval van gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen:
primair de proceskosten te compenseren, in die zin dat alle partijen hun eigen kosten dragen;
subsidiair [gedaagde01] c.s. conform artikel 1019h Rv te veroordelen in de kosten van een eenvoudige bodemprocedure aan de hand van de indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken naar evenredigheid van het aantal toegewezen vorderingen;
een en ander te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het in dezen te wijzen vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende werkdag na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.4.
[gedaagde01] c.s. leggen aan hun verweer ten grondslag dat het dekbedovertrek van Snurk geen auteursrechtelijk beschermd werk is en subsidiair dat geen sprake is van inbreuk.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

4.1.
Omdat Faro gevestigd is in Polen, heeft dit geschil een internationaal karakter. Ambtshalve moet daarom de vraag worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen en, zo ja, welk recht op de vorderingen van toepassing is.
4.2.
Partijen hebben woonplaats op het grondgebied van een EU-lidstaat, zodat de Brussel I-bis-Verordening (nr. 1215/2012, hierna: Brussel I-bis) van toepassing is. Op grond van artikel 26 Brussel I-bis is het gerecht van de lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd, tenzij die verweerder slechts verschijnt om de bevoegdheid ter discussie te stellen. Faro is voor de rechtbank verschenen en heeft de bevoegdheid van de rechtbank niet betwist. Nu er geen gerecht bestaat dat op grond van artikel 24 Brussel I-bis bij uitsluiting bevoegd is om van deze vorderingen kennis te nemen, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht.
4.3.
Snurk heeft haar vorderingen gegrond op inbreuk op haar auteursrecht. Op grond van artikel 8 lid 1 van de Rome II-Verordening (nr. 864/2007, hierna: Rome II) is de lex protectionis van toepassing, dat wil zeggen het recht van het land waarvoor de bescherming van het auteursrecht wordt ingeroepen. In dit geval roept Snurk voor haar dekbedovertrek auteursrechtelijke bescherming in voor Nederland en voor de overige landen van de Europese Unie. Dat betekent dat Nederlands recht van toepassing is voor zover het gaat om bescherming in Nederland. Op de grensoverschrijdende aspecten komt de rechtbank zo nodig hierna terug.
Auteursrechtelijk beschermd werk
4.4.
De rechtbank zal eerst beoordelen of het dekbedovertrek van Snurk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Daarvoor is vereist dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Dit betekent dat het ontwerp niet ontleend mag zijn aan een ander werk, respectievelijk dat de vorm het resultaat moet zijn van scheppende menselijke arbeid en creatieve keuzes. Daarbuiten valt in ieder geval alles wat een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen, alsmede datgene wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect. Het Europees Hof van Justitie heeft de maatstaf in het Infopaq-arrest [1] aldus geformuleerd dat het moet gaan om “een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk”. In dit arrest overwoog het Europees Hof van Justitie verder dat het zo kan zijn dat elementen die afzonderlijk beschouwd geen auteursrechtelijk te beschermen schepping van de auteur vormen, door de keuze, schikking en combinatie daarvan gezamenlijk wel als “werk” kwalificeren. In de zogenoemde Stokke-arresten heeft de Hoge Raad dit Europese werkbegrip bevestigd en daarbij nog overwogen dat het enkele feit dat een vormgeving valt binnen een bepaalde stijl, trend of mode, nog niet betekent dat deze onbeschermd is. Alsdan komt het er op aan of binnen een vigerende stijl voldoende ruimte bestaat voor het maken van creatieve keuzes, anders gezegd: of door vormgeving van (de combinatie van) de elementen op voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan een vigerende stijl, trend of mode [2] .
4.5.
Volgens Snurk heeft haar dekbedovertrek de volgende oorspronkelijke, onderscheidende en kenmerkende elementen die het gevolg zijn van creatieve keuzes van de maker:
het dekbedovertrek van Snurk is voorzien van een realistische fotoprint van een grote bruine teddybeer tegen een strakke witte achtergrond;
het dekbedovertrek is voorzien van verschillende donkerkleurige vlinderstrikjes, verdeeld in een gelijkmatig patroon op het dekbedovertrek;
het hoofd van de teddybeer is gepositioneerd op het hoofdkussen;
e armen van de teddybeer zijn op omhelzende wijze aan de bovenzijde van het dekbedovertrek gepositioneerd;
het hoofdkussen interacteert met het dekbedovertrek: doordat het hoofd van de teddybeer op het hoofdkussen is afgebeeld en de armen van de teddybeer aan de bovenzijde van het dekbedovertrek zijn gepositioneerd, lijkt het alsof de teddybeer écht onder het dekbed ligt;
het dekbedovertrek interacteert met het kind: doordat het hoofd van de teddybeer op het hoofdkussen is afgebeeld en de armen van de teddybeer aan de bovenzijde van het dekbedovertrek zijn gepositioneerd, lijkt het alsof het kind in de armen van de teddybeer ligt, wanneer het kind onder het dekbedovertrek ligt. Het kind wordt als het ware geknuffeld door de teddybeer.
De combinatie van deze elementen brengt volgens Snurk met zich mee dat het ontwerp van het dekbedovertrek van Snurk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.
4.6.
[gedaagde01] c.s. hebben aangevoerd dat de door Snurk genoemde elementen zijn ontleend aan reeds eerder bestaande dekbedovertrekken, die deels ook door Faro zijn ontwikkeld of geproduceerd. De door Snurk genoemde vormgevingskeuzes zijn daarnaast dermate gangbaar (ofwel banaal of triviaal) dat hierdoor geen werk kan ontstaan. Ook de combinatie van onbeschermde elementen leidt volgens [gedaagde01] c.s. in dit geval niet tot een beschermd werk. Sprake is van een bekend concept, dat door Snurk niet op creatieve wijze is uitgevoerd. Indien en voor zover het ontwerp van het dekbedovertrek van Snurk de drempel van auteursrechtelijke bescherming wel haalt, geldt volgens [gedaagde01] c.s. dat de beschermingsomvang zeer beperkt is.
4.6.1.
Ter onderbouwing van het standpunt dat sprake is van een bekend concept, hebben [gedaagde01] c.s. onder meer gewezen op de volgende ontwerpen:
- Het dekbedovertrek “
Cuddle Buddies” dat Faro in 2008 als licentiehouder van Disney heeft ontwikkeld:
- Het hierna afgebeelde dekbedovertrek, dat Faro in januari 2010 heeft ontwikkeld:
4.6.2.
Ter onderbouwing van het standpunt dat het gebruik van een realistische fotoprint van een (grote) bruine teddybeer tegen een strakke witte achtergrond (op een dekbedovertrek) een zeer gebruikelijke en veelvoorkomende keuze is, hebben [gedaagde01] c.s. afbeeldingen in het geding gebracht, waaronder de volgende:
4.6.3.
Volgens [gedaagde01] c.s. bestonden al langer dekbedovertrekken met witte achtergronden met een herhalend patroon van figuurtjes in het zwart. Het gebruik van donkerkleurige vlinderstrikjes, verdeeld in een gelijkmatig patroon, is zelfs ontleend aan de volgende zwart/wit-collectie van Faro uit 2013:
4.7.
Met het voorgaande hebben [gedaagde01] c.s. voldoende aangetoond dat het dekbedovertrek van Snurk past in een stijl (van interactie tussen enerzijds het dekbedovertrek en het hoofdkussen en anderzijds het dekbedovertrek en het kind) die al bestond op het moment dat Snurk haar “
Dream Big”-collectie ontwikkelde. Ook is voldoende gebleken dat de overige door Snurk bedoelde elementen (die zijn weergegeven onder 4.5) al eerder werden gebruikt. Snurk heeft weliswaar betwist dat voor 2017 al teddyberen werden afgebeeld op een witte achtergrond, maar de rechtbank gaat aan die betwisting voorbij. In de eerste plaats is van een geheel witte achtergrond geen sprake, waar het hele oppervlak is voorzien van figuurtjes. In de tweede plaats had het op de weg van Snurk als eiseres gelegen om nader te onderbouwen dat het gebruik van een dergelijke achtergrond ten tijde van de ontwikkeling van het dekbedovertrek van Snurk nog niet bekend was. De enkele stelling dat er nog niet of nauwelijks wit kinderbeddengoed was en dat Snurk op dat punt vernieuwend was is niet voldoende. Dat de door [gedaagde01] c.s. in het geding gebrachte afbeeldingen (zie onder 4.6.2) niet zijn voorzien van een datum acht de rechtbank niet van doorslaggevend belang. De rechtbank ziet in de niet nader onderbouwde stellingen van Snurk ook niet voldoende aanleiding om te betwijfelen dat, bijvoorbeeld, de zwart-/witcollectie van Faro (zie onder 4.6.3) in 2013 is ontwikkeld en dus al bestond op het moment van ontwikkeling van het dekbedovertrek van Snurk.
4.8.
Dat het dekbedovertrek van Snurk past in een bekende stijl en de verschillende elementen van het dekbedovertrek behoren tot het vormgevingserfgoed, betekent echter niet dat het dekbedovertrek van Snurk geen auteursrechtelijk beschermd werk kan zijn. Het gaat erom of Snurk binnen de bestaande stijl persoonlijke creatieve keuzes heeft gemaakt en of zij de – al eerder bekende – kenmerken op zodanige wijze heeft gebruikt dat het dekbedovertrek van Snurk een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.
4.9.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn door de maker van het dekbedovertrek van Snurk binnen de bestaande stijl en de gebruikelijke kenmerken ontwerpkeuzes gemaakt die bij de concrete uitvoering hebben geleid tot een auteursrechtelijk beschermd werk. De combinatie van de hiervoor onder 4.5 door Snurk genoemde elementen voldoet aan de werktoets. De maker heeft op voldoende eigen wijze invulling gegeven aan de stijl en persoonlijke keuzes gemaakt, waar ook vele andere keuzes mogelijk waren geweest. Als voorbeelden noemt de rechtbank de keuzes voor deze specifieke teddybeer, voor het patroon van de strikjes, voor de grootte van het hoofd van de teddybeer op het hoofdkussen in relatie tot de omvang van de kussensloop en voor de specifieke wijze van interactie tussen enerzijds het dekbedovertrek en het hoofdkussen en anderzijds het dekbedovertrek en het kind. Het dekbedovertrek van Snurk komt dan ook voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.
4.10.
Dat het gebruik van de vlinderstrikjes op het dekbedovertrek zou zijn ontleend aan de zwart/wit-collectie van Faro is onvoldoende door [gedaagde01] c.s. gesteld en ook niet gebleken. Snurk heeft voldoende toegelicht en aan de hand van foto’s onderbouwd dat het ontwerp van het dekbedovertrek door haar ontwerpers is bedacht, waarna de ontwerpers zelf foto’s hebben gemaakt die vervolgens digitaal zijn bewerkt tot de uiteindelijke print op het dekbedovertrek.
4.11.
Het dekbedovertrek van Snurk is, gelet op hetgeen hiervoor onder 4.7 is overwogen, echter geen ontwerp met een hoge mate van oorspronkelijkheid en een nieuwe visie op de reeds bestaande ontwerpen van dekbedovertrekken in deze stijl. Dat brengt mee dat aan het dekbedovertrek van Snurk een beperkte beschermingsomvang toekomt.
Inbreuk
4.12.
Vervolgens moet worden beoordeeld of het dekbedovertrek van Faro inbreuk maakt op het auteursrecht op het dekbedovertrek van Snurk. Van een ongeoorloofde verveelvoudiging in de zin van artikel 13 Aw is sprake indien een voldoende mate van overeenstemming bestaat tussen het auteursrechtelijk beschermde werk en het beweerdelijk inbreukmakende werk. Daartoe moet worden beoordeeld of het beweerdelijk inbreukmakende werk in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde elementen van het eerdere werk vertoont dat de totaalindrukken die de beide werken maken te weinig verschillen voor het oordeel dat het eerstbedoelde werk als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt [3] . Bij de vergelijking van deze totaalindrukken dienen – gelet op het hierboven reeds vermelde Infopaq-arrest – ook de onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, althans voor zover de combinatie van deze elementen aan de werktoets beantwoordt (zie onder andere de hierboven reeds vermelde Stokke-arresten).
4.13.
Snurk heeft aangevoerd dat vrijwel alle kenmerkende elementen van haar dekbedovertrek, zoals hiervoor onder 4.5 weergegeven, zijn overgenomen in het dekbedovertrek van Faro. Volgens Snurk bestaan tussen de beide dekbedovertrekken slechts enkele minimale verschillen, die in het geheel van creatieve keuzes van ondergeschikte betekenis zijn en ook niet relevant zijn voor de totaalindrukken van de dekbedovertrekken. Dat de totaalindrukken gelijk zijn blijkt volgens Snurk uit de volgende afbeelding, waarop links het dekbedovertrek van Snurk is afgebeeld en rechts het dekbedovertrek van Faro:
4.14.
Volgens [gedaagde01] c.s. stemmen de totaalindrukken van de beide dekbedovertrekken onvoldoende overeen, mede in het licht van de beperkte beschermingsomvang van het dekbedovertrek van Snurk. Ter onderbouwing daarvan hebben [gedaagde01] c.s. de volgende afbeeldingen in het geding gebracht, waarop steeds links het dekbedovertrek van Faro is afgebeeld en rechts het dekbedovertrek van Snurk:
Voorzijde Achterzijde
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat de totaalindrukken van de beide dekbedovertrekken in voldoende mate van elkaar verschillen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.16.
Mede aan de hand van de door [gedaagde01] c.s. als productie 28 overgelegde afbeeldingen van details van de beide dekbedovertrekken constateert de rechtbank de volgende verschillen:
de beer op de stockfoto van Faro is anders dan de beer van Snurk; in het bijzonder de plaatsing en omvang van de ogen en oren verschillen, evenals de bek. Daarmee wordt de gezichtsuitdrukking van de beer duidelijk anders;
de beer van Snurk draagt een strikje, de beer van Faro niet;
de verhoudingen van de grootte van de snuit en het voorhoofd van de beren verschillen:
  • het hoofd van de beer van Snurk is 36 cm hoog, 46 cm breed en de snuit is 16 cm hoog (op een kussensloop van 60 cm lang en 70 cm breed);
  • het hoofd van de beer van Faro is 56 cm hoog, 68 cm breed en de snuit is 22 cm hoog (op een kussensloop van 70 cm lang en 90 cm breed);
de beer van Snurk heeft twee rechtopstaande oren, terwijl de beer van Faro één dubbelgeklapt oor heeft;
het hoofd van de beer van Faro is groter afgebeeld op het kussen dan het hoofd van de beer van Snurk. Het hoofd van de beer van Faro vult bijna de hele kussensloop, terwijl er op de kussensloop van Snurk een grote(re) witstrook aan de boven- en zijkanten zichtbaar is (zie ook de afmetingen als hiervoor onder c) vermeld);
op het dekbedovertrek van Snurk zijn de poten en een deel van de hals/nek (met een deel van de vlinderstrik) van de beer te zien; op het dekbedovertrek van Faro zijn alleen de poten van de beer afgebeeld;
de poten van de beer van Faro zijn groter afgebeeld (34 cm hoog en 78 cm breed) dan de poten van de beer van Snurk (28 cm hoog en 50 cm breed);
de strikjes van de beide beren zijn anders;
de strikjes op de beide dekbedovertrekken hebben een verschillend patroon. Op het dekbedovertrek van Snurk zijn de strikjes afgebeeld in een zigzagpatroon; op het dekbedovertrek van Faro zijn de strikjes in horizontale en verticale rechte lijnen afgebeeld;
de achterkant van de dekbedovertrekken en kussenslopen is verschillend. Het dekbedovertrek en de kussensloop van Snurk zijn aan de achterkant wit met zwarte strikjes, terwijl het dekbedovertrek van Faro aan de achterkant zwart met witte strikjes is en de kussensloop van Faro op de achterkant dezelfde print heeft als de voorkant (het hoofd van de teddybeer);
het formaat van de dekbedovertrekken en kussenslopen verschilt:
  • de afmetingen van het dekbedovertrek en de kussensloop van Snurk zijn 140x200/220 cm respectievelijk 60x70 cm;
  • de afmetingen van het dekbedovertrek en de kussensloop van Faro zijn 140x200 cm respectievelijk 70x90 cm; doordat de sloop ten opzichte van het dekbed veel groter is, is ook het effect van de combinatie verschillend.
4.17.
Zoals hiervoor onder 4.11 is overwogen, moet bij de vergelijking van de totaalindrukken worden uitgegaan van een beperkte beschermingsomvang van het dekbedovertrek van Snurk. In dat licht bezien concludeert de rechtbank aan de hand van de hiervoor weergegeven verschillen dat het dekbedovertrek van Faro voldoende afstand neemt van het dekbedovertrek van Snurk. Anders dan door Snurk betoogd speelt de afwijkende achterkant van het dekbedovertrek van Faro bij dat oordeel wel degelijk een rol. Die afwijkende achterkant is zichtbaar in de verpakking, omdat er een hoek is omgeslagen, zoals zichtbaar op de hiervoor onder 4.13 weergegeven afbeelding. Partijen zijn het erover eens dat dit de wijze is waarop het overtrek aan het relevante publiek (al dan niet online) wordt aangeboden. Daarmee is direct duidelijk dat het dekbedovertrek van Faro – anders dan het dekbedovertrek van Snurk – op twee verschillende manieren te gebruiken is. Dat de achterkant volstrekt anders is is duidelijk en wordt ook niet betwist.
4.18.
Snurk heeft nog aangevoerd dat de verpakking van het dekbedovertrek van Faro dezelfde
look and feelheeft als de verpakking van het dekbedovertrek van Snurk en dat [gedaagde01] c.s. gebruikmaken van de door Snurk geïntroduceerde manier van presenteren van het dekbedovertrek. Volgens Snurk is hierdoor des te meer gegeven dat het dekbedovertrek van Faro is ontleend aan het dekbedovertrek van Snurk. Deze – door [gedaagde01] c.s. betwiste – stellingen kunnen, wat er ook zij van de juistheid daarvan, niet afdoen aan het oordeel dat de totaalindrukken van de dekbedovertrekken zelf in voldoende mate van elkaar verschillen. Snurk heeft niet gesteld dat de (afbeelding op de) verpakking van het dekbedovertrek van Faro op zichzelf een ongeoorloofde verveelvoudiging van het dekbedovertrek van Snurk is en de rechtbank hoeft daarom ook niet te beoordelen of in zoverre sprake is van een auteursrechtinbreuk.
4.19.
Nu de totaalindrukken van het dekbedovertrek van Snurk en het dekbedovertrek van Faro in voldoende mate van elkaar verschillen, kan het dekbedovertrek van Faro niet als een verveelvoudiging van het dekbedovertrek van Snurk worden gezien. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde01] c.s. geen inbreuk maken op het auteursrecht op het dekbedovertrek van Snurk. De vorderingen van Snurk zullen daarom worden afgewezen. De andere geschilpunten behoeven geen nadere bespreking.
4.20.
In aansluiting bij hetgeen hiervoor onder 4.3 is overwogen merkt de rechtbank op dat er geen reden is om aan te nemen dat het voorgaande naar enig ander relevant recht anders is. Dat geldt temeer omdat partijen daarover geen concrete stellingen hebben betrokken.
Proceskosten
4.21.
Snurk zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. [gedaagde01] c.s. vorderen veroordeling van Snurk in de door hen gemaakte proceskosten ex artikel 1019h Rv. Zij hebben de advocaatkosten tot en met de mondelinge behandeling begroot op € 39.098,73 (exclusief btw). De rechtbank ziet aanleiding om bij de vraag of en in hoeverre het hierbij gaat om redelijke en evenredige kosten aansluiting te zoeken bij de indicatietarieven in IE-zaken, waarin voor “normale” bodemzaken (als de onderhavige) een maximumbedrag is genoemd van € 17.500,00. Voor toewijzing van een hoger bedrag is alleen plaats in bijzondere gevallen, op basis van de specifieke kenmerken van het geval. Dat is in dit geval niet aan de orde. [gedaagde01] c.s. hebben aangevoerd dat Snurk de procedure onnodig heeft doorgezet nadat [gedaagde01] c.s. de onthoudingsverklaringen hebben ondertekend. Volgens [gedaagde01] c.s. heeft Snurk de kosten daarmee onnodig laten oplopen. Die stellingen, wat daarvan verder zij, rechtvaardigen echter niet de conclusie dat sprake is van een bijzonder geval als hiervoor bedoeld. De rechtbank zal daarom slechts de genoemde maximale vergoeding volgens het indicatietarief toewijzen.
4.22.
De kosten aan de zijde van [gedaagde01] c.s. worden dus begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat €
17.500,00
Totaal € 18.176,00
4.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar zoals gevorderd.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Snurk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde01] c.s. tot op heden begroot op € 18.176,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende werkdag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.
1977/106

Voetnoten

1.HvJ EU 16 juli 2009 (Infopaq I), ECLI:EU:C:2009:BJ3749
2.HR 23 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529, herhaald in de arresten van 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1532 en ECLI:NL:HR:2013:BY1533
3.HR 29 november 2002 (Una Voce Particulare), ECLI:NL:HR:2002:AE8456