[eisers] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht:
primair, dat [eisers] enig erfgenamen zijn van erflater;
subsidiair, dat de erfstelling in het testament van erflater aldus moet worden uitgelegd dat [eisers] enig erfgenamen zijn van erflater;
meer subsidiair, dat de aan [eisers] toekomende legitimaire aanspraken reeds opeisbaar waren vanaf 12 mei 2022, en het vaststellen van de legitimaire aanspraak van ieder van hen op € 31.268,13;
II. [gedaagde01] te veroordelen tot:
primair, afgifte van de nalatenschapsgoederen, waarbij [gedaagde01] in ieder geval wordt verplicht over te gaan tot betaling aan [eisers] van een bedrag van € 187.608,76;
subsidiair, betaling aan [eisers] van een bedrag van € 31.268,13 aan ieder van hen, vermeerderd met wettelijke rente;
III.
zowel primair als (meer) subsidiair, veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten.