In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [naam kind01] en [naam kind02]. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld vanwege zorgen over de ontwikkeling van de kinderen in het kader van de echtscheidingsproblematiek van de ouders. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend, waarbij de moeder heeft aangegeven akkoord te zijn met de verlenging, terwijl de vader zich tegen de verlenging verzet. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren, maar de moeder niet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen regelmatig worden belast met volwassenproblematiek en dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt in de hulpverlening. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, zodat er meer hulpverlening kan worden ingezet om de kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden worden ingesteld.