In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek om een gesloten machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind01]. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als gecertificeerde instelling, die verzocht om een spoedmachtiging voor de gesloten plaatsing van [naam kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder van [naam kind01] en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De bijzondere curator was verhinderd en heeft haar standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De feiten van de zaak zijn dat [naam kind01] op dat moment op een gesloten groep bij Schakenbosch verbleef. Eerder was de pleegmoeder geschorst in de uitoefening van het gezag en was de GI belast met de voorlopige voogdij. De kinderrechter had eerder al een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van [naam kind01] tot 26 april 2023. De GI heeft nu verzocht om een verlenging van deze machtiging, omdat de thuissituatie bij de moeder onveilig was en er meerdere escalaties hadden plaatsgevonden.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bij [naam kind01], die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind01] zich aan de benodigde hulp onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van één maand, met ingang van 26 april 2023 tot 26 mei 2023. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023.