ECLI:NL:RBROT:2023:5582

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
29 juni 2023
Zaaknummer
C/10/655041 / JE RK 23-675 en C/10/650574 / FA RK 23-85
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling hoofdverblijfplaats en afwijzing verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige

Op 25 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot de minderjarige [naam kind01]. De kinderrechter heeft de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader bepaald, terwijl het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling is afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] al geruime tijd bij de vader en de stiefmoeder woont en zich daar positief ontwikkelt. De ouders werken mee aan de hulpverlening en er zijn positieve stappen gezet in de omgang tussen de ouders en de moeder met [naam kind01]. De kinderrechter heeft geen verweer gehoord tegen het verzoek van de vader, waardoor de beslissing om de hoofdverblijfplaats bij de vader te bepalen, werd genomen. De GI trok haar verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in, waardoor de gronden daarvoor niet meer konden worden onderzocht. De kinderrechter concludeert dat de inzet van hulpverlening binnen het gedwongen kader niet langer noodzakelijk is, en dat niet is voldaan aan de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is op schrift gesteld op 7 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/655041 / JE RK 23-675 en C/10/650574 / FA RK 23-85
Datum uitspraak: 25 mei 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en de hoofdverblijfplaats
in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
en

[naam01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. G.E. van der Pols, kantoorhoudende te Rotterdam.
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2016 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

de Raad voor de Kinderbescherming, Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam,

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats02] ,
advocaat: mr. A. Aksu, kantoorhoudende te Rotterdam,

[naam03] ,

hierna te noemen: de stiefmoeder, wonende te [woonplaats03] .
De kinderrechter merkt de GI als belanghebbende aan voor zover het niet haar eigen verzoekschrift betreft. De kinderrechter merkt de vader als belanghebbende aan voor zover het niet zijn eigen verzoekschrift betreft.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de vader van 3 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 4 januari 2023, in de zaak C/10/650574 / FA RK 23-85;
- de aanvullende stukken van de vader van 16 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 17 januari 2023, in de zaak C/10/650574 / FA RK 23-85;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 24 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 27 maart 2023, in de zaak C/10/655041 / JE RK 23-675;
- de toetsing van de Raad d.d. 10 mei 2023, in de zaak C/10/655041 / JE RK 23-675.
Op 25 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de stiefmoeder;
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam04] ;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam05] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de vader en de stiefmoeder.
Bij beschikking van 25 mei 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 26 mei 2023.
Bij beschikking van 24 november 2022 heeft de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] bij de vader verlengd tot 26 mei 2023.

De verzoeken

Het verzoek met zaaknummer C/10/655041 / JE RK 23-675
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van negen maanden. Ook verzoekt de GI een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] bij de vader voor de duur van negen maanden.
Het verzoek met zaaknummer C/10/650574 / FA RK 23-85
De vader verzoekt te bepalen dat [naam kind01] het hoofdverblijf heeft bij de vader.

De standpunten

De Raad stemt tijdens de mondelinge behandeling in met het verzoek van de vader om de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader te bepalen. Het toewijzen van dit verzoek zorgt voor rust en stabiliteit. Omdat de moeder positieve stappen zet, is het van belang dat het contact tussen [naam kind01] en de moeder wordt uitgebreid. Ook is het van belang dat de moeder toestemming geeft voor de plaatsing van [naam kind01] bij de vader. Als de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader wordt bepaald, is de ondertoezichtstelling nodig om te monitoren hoe de situatie zich ontwikkelt.
De GI stemt tijdens de mondelinge behandeling in met het verzoek van de vader om de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader te bepalen. Het is belangrijk dat het perspectief voor [naam kind01] duidelijk is. Als het verzoek van de vader wordt toegewezen, trekt de GI het verzoek tot een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] bij de vader in. Het is noodzakelijk dat de ondertoezichtstelling wel verlengd wordt, omdat er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging van [naam kind01] . Echter werken de ouders wel mee aan de hulpverlening. Ook in de verstandhouding tussen de ouders en tussen de moeder en de stiefmoeder zijn positieve stappen gezet. Daarnaast is het contact tussen de moeder en [naam kind01] uitgebreid tot een nacht slapen. De GI merkt hierdoor een gedragsverandering bij [naam kind01] . De moeder geeft aan dat ook het gedrag van het broertje van [naam kind01] hierop van invloed kan zijn. Door middel van een ondertoezichtstelling kan de GI het gezin verder monitoren en het contact tussen de moeder en [naam kind01] verder vormgeven.
De vader handhaaft tijdens de mondelinge behandeling zijn verzoek en licht het als volgt toe. Het is belangrijk dat het perspectief van [naam kind01] duidelijk is. [naam kind01] ontwikkelt zich positief bij de vader. Door en namens de vader wordt geen verweer gevoerd tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling. Echter is de vader van mening dat het op dit moment niet nodig is dat er een jeugdbeschermer bij het gezin betrokken is. De vader is blij dat het goed gaat met de moeder en het contact tussen de ouders is de afgelopen periode verbeterd. De omgang tussen de moeder en [naam kind01] is een grote prioriteit en is al uitgebreid naar een nacht slapen.
Door en namens moeder wordt geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader. Het is van belang dat de stabiliteit in de opvoedsituatie van [naam kind01] gewaarborgd blijft. Daarnaast verloopt de omgang tussen de ouders en ook tussen de moeder en de stiefmoeder voorspoedig.

De beoordeling

In de zaak C/10/650574 / FA RK 23-85
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat [naam kind01] al geruime tijd bij de vader en de stiefmoeder woont en zich hier positief ontwikkelt. De kinderrechter acht het van belang dat [naam kind01] duidelijkheid heeft over waar hij verblijft. Gelet hierop en gezien het feit dat er tijdens de mondelinge behandeling geen verweer is gevoerd tegen het verzoek, zal de kinderrechter het hoofdverblijf van [naam kind01] bij de vader bepalen.
In de zaak C/10/655041 / JE RK 23-675
Nu de GI het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] bij de vader niet handhaaft, kunnen de gronden daarvan niet meer worden onderzocht. Het verzoek – voor zover het de uithuisplaatsing betreft – zal daarom worden afgewezen.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat de vader en de stiefmoeder in staat zijn om aan te sluiten bij de opvoedbehoeften van [naam kind01] . Daarnaast werken de ouders werken mee aan hulpverlening. Ook de moeder heeft de afgelopen periode positieve stappen gezet en het contact tussen de ouders is verbeterd. De kinderrechter complimenteert de ouders met de getoonde inzet en de positieve stappen die zijn gezet.
Gelet op het voorgaande acht de kinderrechter de inzet van hulpverlening binnen het gedwongen kader niet langer noodzakelijk en is de kinderrechter van oordeel dat niet is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal het verzoek om de ondertoezichtstelling te verlengen daarom afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
bepaalt de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader, in de zaak
C/10/650574 / FA RK 23-85;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het verzoek met zaaknummer
C/10/655041 / JE RK 23-675af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in aanwezigheid van L.M. Buurman als griffier, en op schrift gesteld op 7 juni 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.