Op 20 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 10 maart 2023 een verzoek ingediend om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen voor de duur van zes maanden, vanwege zorgen over de opvoedingssituatie. De moeder van [voornaam minderjarige01] heeft een belast verleden met huiselijk geweld en er zijn zorgen over haar emotieregulatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 april 2023, waarbij de vader niet aanwezig was, heeft de Raad zijn zorgen toegelicht. De moeder heeft aangegeven open te staan voor hulpverlening, maar de kinderrechter oordeelt dat de hulpverlening binnen het vrijwillig kader onvoldoende is om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige01] weg te nemen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de situatie. De ouders hebben de relatie verbroken en zijn bezig met mediation, maar de kinderrechter acht het noodzakelijk dat er een jeugdbeschermer wordt aangesteld om de benodigde hulpverlening te coördineren en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] te volgen. De kinderrechter heeft daarom besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van zes maanden, van 20 april 2023 tot 20 oktober 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.