In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen een zoon en zijn vader. De eiseres, die optreedt als gevolmachtigde van haar vader, stelt dat de zoon een huurachterstand heeft opgebouwd en vordert ontruiming van de woning. De vader, die lijdt aan ernstige gezondheidsklachten, heeft de eiseres een volmacht gegeven om namens hem op te treden. De kantonrechter heeft de geldigheid van deze volmacht bevestigd, ondanks de twijfels van de zoon over de wilsbekwaamheid van de vader. De eiseres stelt dat er een huurprijs van € 1.250,- per maand is overeengekomen, terwijl de zoon volhoudt dat de huurprijs € 500,- is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijs inderdaad € 500,- per maand bedraagt en dat er geen huurachterstand is, aangezien de zoon in de betreffende periode meer heeft betaald dan het totaalbedrag van de huur. De vorderingen van de eiseres tot ontruiming en betaling van huurachterstand zijn afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.