ECLI:NL:RBROT:2023:589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
C/10/639483 / JE RK 22-1327
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator in een complexe gezinszaak met kinderen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [naam kind01] en [naam kind02]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 23 januari 2023, maar de kinderrechter oordeelde dat de situatie van de kinderen nog steeds ernstig bedreigd wordt door de problematiek tussen de ouders. De ouders zijn niet in staat om op constructieve wijze afspraken te maken over de omgang tussen de kinderen en de niet-verzorgende ouder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen verbetering is in de communicatie tussen de ouders en dat de kinderen hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 1 juli 2023 en heeft een bijzondere curator benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen. Deze benoeming is noodzakelijk omdat er sprake is van tegenstrijdige belangen tussen de ouders en de kinderen. De bijzondere curator zal de kinderen vertegenwoordigen en onderzoeken wat in hun belang is met betrekking tot het contact met de niet-verzorgende ouder en onderling contact. De kinderrechter heeft ook verzocht om rapportages van de betrokken instanties voor de volgende zitting op 26 juni 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/639483 / JE RK 22-1327
datum uitspraak: 20 januari 2023
beschikking verlenging ondertoezichtstelling, onderzoek Raad en ambtshalve benoeming bijzondere curator
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2015 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [naam kind01] ,
[naam kind02], geboren op [geboortedatum02] 2015 te [geboorteplaats02],
hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. I.M.G. Maste, kantoorhoudende te Almere,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. P.A. Ellenbroek, kantoorhoudende te Rotterdam,
[naam03],
hierna te noemen: de stiefmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 11 juli 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 24 november 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde
datum;
- het e-mailbericht van de vader en de stiefmoeder van 21 december 2022;
- het e-mailbericht met bijlagen van de advocaat van de moeder, voornoemd, van 11 januari
2023.
Op 12 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting, gelijktijdig met de zaak C/10/644589 / JE RK 22-2156, met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, voornoemd,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, voornoemd,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam04] .
Opgeroepen en niet verschenen is: de stiefmoeder.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de moeder. [naam kind02] woont bij de vader.
Bij beschikking van 11 juli 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengd tot 23 januari 2023. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.
Het aangehouden verzoekDe GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen voor de duur van een jaar. Over de periode van zes maanden is al beslist. Nu moet worden beslist over resterende periode van zes maanden, te weten tot 23 juli 2023.

Het standpunt van de GI

Verlenging ondertoezichtstelling
De GI handhaaft ter zitting het aangehouden verzoek en licht dit als volgt toe.
Er is sprake van diepgewortelde problematiek tussen de ouders. De afspraken moeten worden nagekomen. Het is niet te begrijpen dat de ouders zulke verschillende verhalen vertellen. Op dit moment is de GI op zoek naar een derde professionele instantie die de omgang tussen de kinderen en de ouders kan begeleiden, bijvoorbeeld door middel van het halen en brengen van de kinderen. Op die manier kan zicht worden gehouden op het nakomen van de afspraken. Vanwege de afstand is het voor de GI niet mogelijk om de omgang zelf te begeleiden. De GI merkt daarbij op dat het de taak van de vader is om [naam kind02] gerust te stellen om mee te gaan naar de omgang.
Ter aanvulling op het betoog van zijn advocaat voert de vader ter zitting aan dat hij wil dat de ondertoezichtstelling stopt. Daarnaast is de vader – op de dag dat hij [naam kind02] naar de moeder zou brengen – met [naam kind02] naar Hoofddorp naar de McDonald’s geweest. Daar hebben zij [naam kind01] en de moeder ontmoet. Desgevraagd zijn er geen foto’s gemaakt van deze ontmoeting. Daarnaast is de ontmoeting een uur eerder gestopt om te voorkomen dat er een escalatie plaatsvond.
Benoeming bijzondere curator/onderzoek door de Raad
Desgevraagd wordt door en namens de vader ter zitting aangegeven voorkeur te hebben voor het gelasten van een onderzoek door de Raad. Het is van belang dat er een diepgaand onderzoek wordt verricht. Ook worden de kinderen tijdens een Raadsonderzoek gesproken en wellicht kan via het Raadsonderzoek worden bekeken of de moeder hulpverlening nodig heeft. De benoeming van een bijzondere curator voor de kinderen is niet nodig. De kinderen worden al goed vertegenwoordigd.
Het standpunt van de moederDoor en namens de moeder wordt ter zitting ingestemd met het aangehouden verzoek van de GI. Er wordt – kort en zakelijk weergegeven – naar voren gebracht dat de moeder achter verlenging van de ondertoezichtstelling staat om de situatie te verbeteren. Al geruime periode is er geen sprake van contact tussen de moeder en [naam kind02] enerzijds en tussen [naam kind01] en [naam kind02] anderzijds. Hoewel de vader meermaals aangeeft dit onderling op te willen lossen en te werken aan de communicatie, is dit tot op heden, in het vrijwillig kader, niet van de grond gekomen. Sinds de ondertoezichtstelling is er echter sprake van een kleine verbetering. Door de betrokkenheid van de GI heeft de moeder indirect contact met [naam kind02] . Wel maakt de moeder zich zorgen over (de ontwikkeling van) [naam kind02] . De moeder heeft geen toegang tot het schoolsysteem, maar zij verneemt dat [naam kind02] regelmatig verzuimt van school. Ook beschikt de moeder niet over de medische gegevens van [naam kind02] . Daarnaast maakt de moeder zich zorgen over wat er met [naam kind02] gebeurt als de vader is belast met het eenhoofdig gezag over [naam kind02] , nu hij eerder een periode in het buitenland heeft verbleven. De moeder staat niet achter het belasten van de vader met het eenhoofdig gezag over [naam kind02] . Daarnaast begrijpt de moeder niet waarom [naam kind02] overstuur is geraakt bij het zien van de moeder op school. De eerdere contacten met [naam kind02] zijn namelijk prettig verlopen. Tot slot staat de moeder achter de inzet van een derde professionele instantie die de omgang tussen de kinderen en de ouders kan begeleiden, bijvoorbeeld door middel van het halen en brengen van de kinderen, zoals de GI ter zitting naar voren brengt.
Ter aanvulling op het betoog van haar advocaat geeft de moeder ter zitting aan dat de moeder contact heeft opgenomen met de vader om het bezoek op de verjaardag van [naam kind02] te bespreken. Ook zou de vader [naam kind01] ophalen om de verjaardag van [naam kind02] bij hem te vieren. Dit is beide niet gebeurd. De moeder vindt dit lastig om te accepteren. Er heeft desgevraagd geen bezoek plaatsgevonden bij de McDonald’s in Hoofddorp. [naam kind01] heeft [naam kind02] niet gezien.
Benoeming bijzondere curator/onderzoek door de Raad
Door en namens de moeder wordt desgevraagd ter zitting meegedeeld dat de Raad in 2021 een onderzoek heeft verricht en heeft geadviseerd zo spoedig mogelijk contactherstel te bewerkstelligen. Het is van belang dat er (weer) een Raadsonderzoek plaatsvindt om te onderzoeken wat in het belang van de kinderen is. In de tussentijd dient een bijzondere curator voor de kinderen te worden benoemd.

De beoordeling

Verlenging ondertoezichtstelling en onderzoek door de Raad
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
In de afgelopen periode is het de ouders (en de GI) niet gelukt de omgang in voornoemde zin op te bouwen. Het lukt de ouders niet om op constructieve wijze te communiceren en afspraken te maken in het belang van hun beide dochters. Daarnaast blijkt ter zitting dat de ouders zelfs verschillende verhalen vertellen over contacten tussen de kinderen onderling die wel of niet hebben plaats gehad. Zo beweert de vader dat hij met [naam kind02] naar de McDonald’s in Hoofddorp is gegaan, waar zij [naam kind01] en de moeder zouden hebben ontmoet. De moeder stelt daarentegen dat dit omgangsmoment niet heeft plaatsgevonden en dat [naam kind01] en [naam kind02] elkaar niet hebben gezien. Alleen al dit voorval bevestigt het oordeel van de kinderrechter in de beschikking van 11 juli 2022 dat de verwachting niet gerechtvaardigd is dat de ouders de omgang zonder tussenkomst van een jeugdbeschermer zelf kunnen vorm geven en nakomen.
Hoewel het positief is dat er (nog) geen sprake is van kindsignalen bij [naam kind01] en [naam kind02] , maakt het enkele feit dat de ouders zelfs geen overeenstemming hebben over het al dan niet plaatsvinden van het genoemde omgangsmoment dat [naam kind01] en [naam kind02] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door het gedrag van de ouders. Daarbij heeft er op 22 november 2022 een voorval plaatsgevonden op de school van [naam kind02] , waarbij [naam kind02] overstuur is geraakt bij het zien van de moeder. Ook dit roept vraagtekens op. Tot slot is het zorgelijk dat de vader stelt dat de ouders nu als oplossing voor de problematiek overeenstemming hebben over het feit dat ieder van de ouders alleen het gezag zou moeten gaan dragen over de dochter die bij hem/haar woont. In plaats van dat de ouders er alles aan doen om beter met elkaar te gaan samen werken in het belang van hun kinderen, lijken zij elkaar en de kinderen met deze ‘oplossing’ verder op afstand te zetten.
De ouders zijn onvoldoende in staat de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind01] en [naam kind02] onder eigen verantwoordelijkheid te doen afwenden. Onder de begeleiding van de GI is er weinig, maar toch nog enige vooruitgang geboekt. Voortzetting van de betrokkenheid van een jeugdbeschermer is daarom noodzakelijk. De komende periode is het (wederom) van belang dat de omgang tussen [naam kind01] en [naam kind02] , tussen [naam kind01] en de vader en tussen [naam kind02] en de moeder plaatsvindt. De kinderrechter staat daarbij achter de inzet van een derde professionele instantie die de omgang tussen de kinderen en de ouders kan begeleiden, bijvoorbeeld door middel van het halen en brengen van de kinderen, zoals de GI ter zitting naar voren brengt.
Voorts merkt de kinderrechter op dat er sprake is van diepgewortelde problematiek die het welbevinden van de kinderen al langdurig raakt; de situatie op dit moment is weinig beter dan die ten tijde van de start van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter acht het daarom van belang dat de Raad een vervolgonderzoek uitvoert en de kinderrechter informeert en adviseert over de oorzaken, de in stand houdende factoren en de oplossingsrichting van de impasse. In afwachting van dit onderzoek zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengen tot 1 juli 2023 en het overig verzochte aanhouden tot hierna te noemen zittingsdatum.
De kinderrechter verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor de hierna genoemde zittingsdatum te rapporteren (met afschrift aan de belanghebbenden) over de stand van zaken op dat moment.
Ook verzoekt de kinderrechter de Raad
uiterlijk twee wekenvoor de hierna genoemde zittingsdatum te adviseren (met afschrift aan de belanghebbenden).
Benoeming bijzondere curatorIngevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
Naar het oordeel van de kinderrechter bestaat er een situatie van tegenstrijdige belangen tussen [naam kind01] en [naam kind02] enerzijds en de ouders anderzijds. [naam kind01] en [naam kind02] zitten klem tussen de ouders. De ouders zijn de eerstverantwoordelijken om ervoor te zorgen dat hun kinderen onderling en met de niet-verzorgende ouder onbelast contact kunnen hebben en slagen hier al langdurig niet in. De kinderrechter is van oordeel dat [naam kind01] en [naam kind02] gebaat zijn bij een onafhankelijk persoon, die naar hen luistert, onderzoekt wat in hun belang is en beziet of er op zijn minst op korte termijn regelmatig ontmoetingen tussen de meisjes kunnen plaats vinden. De ervaring leert dat de Raad een lange wachtlijst heeft. Het vervolgonderzoek van de Raad is nodig, echter het welzijn van de kinderen vergt dat op korte termijn een belangenbehartiger van de kinderen aan de slag gaat, die kan bezien hoe, in aanvulling op de begeleiding van de jeugdbeschermer, de huidige impasse doorbroken kan worden.
Gelet hierop ziet de kinderrechter aanleiding ambtshalve een bijzondere curator te benoemen voor [naam kind01] en [naam kind02] voor de duur van de ondertoezichtstelling, met als opdracht:
  • de belangen van [naam kind01] en [naam kind02] behartigen op het gebied van hun identiteitsontwikkeling en hen daarbij in en buiten rechte te vertegenwoordigen;
  • daarbij te onderzoeken wat er al dan niet (het meest) in hun belang is ten aanzien van het contact met de niet-verzorgende ouder en het contact onderling;
  • alsmede daarbij al het nodige te doen wat verder in het belang van [naam kind01] en [naam kind02] is, waaronder begrepen het informeren van de Raad zodra deze aan zijn onderzoek toekomt.
Mr. J.A. Smits heeft zich bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om (met afschrift aan de GI, de Raad, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek en de stiefmoeder) voor het verstrijken van de hieronder genoemde zittingsdatum te rapporteren over haar bevindingen.
De beslissingDe kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] tot 1 juli 2023;
benoemt tot bijzondere curator om [naam kind01] en [naam kind02] te vertegenwoordigen:
mr. J.A. Smits, kantoorhoudende [adres01],
bepaalt dat deze benoeming geldt met ingang van 20 januari 2023 voor de duur van de ondertoezichtstelling;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
en alvorens verder te beslissen:
houdt de behandeling van het overige verzochte aan bepaalt dat het verhoor van de GI, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek, de stiefmoeder en de bijzondere curator in deze zaak zal plaatsvinden op
26 juni 2023 om 11:30 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100-125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek en de stiefmoeder;
gelast de oproeping van de Raad, tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip, als informant;
verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor genoemde zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de GI, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek, de stiefmoeder en de bijzondere curator;
verzoekt de Raad
uiterlijk twee wekenvoor genoemde zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de GI, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek, de stiefmoeder en de bijzondere curator;
verzoekt de bijzondere curator
uiterlijk twee wekenvoor genoemde zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de GI, de Raad, de moeder en mr. I.M.G. Maste, de vader en mr. P.A. Ellenbroek en de stiefmoeder.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.