In deze zaak, die op 10 juli 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft Crossing Borders Development B.V. (CBD) een kort geding aangespannen tegen Stichting Woonzorg Nederland (Woonzorg) met als doel betaling van een factuur van € 571.725,00. CBD stelt dat deze factuur opeisbaar is, omdat de sloopwerkzaamheden van het hoofdgebouw zijn gestart. Woonzorg daarentegen voert aan dat de factuur nog niet opeisbaar is, omdat de technische uitwerking van het project nog niet is goedgekeurd en er geen afbouwgarantie is verstrekt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de stand van het werk het factureren van het bedrag nog niet rechtvaardigt en dat Woonzorg terecht een beroep doet op opschorting van de betalingsverplichting. De vorderingen van CBD worden afgewezen, en CBD wordt veroordeeld in de proceskosten.
In reconventie heeft Woonzorg vorderingen ingesteld tegen CBD, waaronder het realiseren van parkeervoorzieningen conform de NEN 2443 norm en het stellen van een afbouwgarantie. Ook deze vorderingen worden afgewezen, omdat toewijzing op dit moment niet opportuun is. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen dringende noodzaak is voor het opleggen van dwangsommen, en dat partijen in overleg zijn om tot een oplossing te komen. De beslissing van de voorzieningenrechter benadrukt het belang van een goede samenwerking en communicatie tussen de partijen in het kader van de uitvoering van de overeenkomst.