ECLI:NL:RBROT:2023:6195
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inzage in dossier op grond van de Wet politiegegevens (Wpg) door eiseres tegen de minister van Defensie
Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.L. Kuit, en de minister van Defensie, vertegenwoordigd door mr. R.V. Bloemsma-Bomhof. De zaak betreft een verzoek van eiseres om inzage in haar volledige dossier op basis van de Wet politiegegevens (Wpg). Eiseres had eerder, op 14 juli 2022, verzocht om inzage in alle gegevens die op haar persoon betrekking hebben en die verband houden met de uitvoering van politietaken door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Dit verzoek werd door verweerder afgewezen, met de motivering dat er na een eerder besluit van 5 augustus 2020 geen nieuwe politiegegevens over eiseres waren verwerkt. Eiseres ging in beroep tegen dit besluit, stellende dat zij onjuist en onvolledig was geïnformeerd.
Tijdens de zitting op 23 mei 2023 was eiseres aanwezig, maar verweerder verscheen niet. De rechtbank oordeelde dat verweerder met het bestreden besluit had voldaan aan de eisen van de Wpg. De rechtbank stelde vast dat de KMar en de politie verschillende verwerkingsverantwoordelijken zijn en dat verweerder alleen informatie over de door de KMar verwerkte gegevens kon verstrekken. Eiseres had eerder al een volledig overzicht van haar gegevens ontvangen en de rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit correct was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 5 juli 2023.