Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Beschikking over een ondertoezichtstelling
[kind01] ,
[kind02] ,
[naam01] ,
Het procesverloop
- [kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord door de kinderrechter;
- de moeder;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 juni 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [kind01] en [kind02]. De moeder heeft het ouderlijk gezag over beide kinderen, die bij haar wonen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor de duur van een jaar, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) een vergelijkbaar verzoek heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de hulpverlening voor de kinderen is gestagneerd door de ambivalente houding van de moeder, die aanvankelijk gemotiveerd leek maar recentelijk de hulpverlening buiten de deur houdt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI haar verzoek te laat heeft ingediend, waardoor de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] niet meer kon worden verlengd. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om de kinderen onder toezicht te stellen, gezien de stagnatie in de hulpverlening en de noodzaak voor ondersteuning van de kinderen in hun ontwikkeling. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met ingang van 13 juni 2023, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.