ECLI:NL:RBROT:2023:6427

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/10/657165 / JE RK 23-1025 en C/10/657158 / JE RK 23-1024
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking tot ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen met ambivalente houding van de moeder

In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 juni 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [kind01] en [kind02]. De moeder heeft het ouderlijk gezag over beide kinderen, die bij haar wonen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor de duur van een jaar, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) een vergelijkbaar verzoek heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de hulpverlening voor de kinderen is gestagneerd door de ambivalente houding van de moeder, die aanvankelijk gemotiveerd leek maar recentelijk de hulpverlening buiten de deur houdt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI haar verzoek te laat heeft ingediend, waardoor de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] niet meer kon worden verlengd. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om de kinderen onder toezicht te stellen, gezien de stagnatie in de hulpverlening en de noodzaak voor ondersteuning van de kinderen in hun ontwikkeling. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met ingang van 13 juni 2023, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/657165 / JE RK 23-1025 en C/10/657158 / JE RK 23-1024
Datum uitspraak: 13 juni 2023

Beschikking over een ondertoezichtstelling

in de zaak van
ten aanzien van zaaknummer C/10/657165 / JE RK 23-1025
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
en
ten aanzien van zaaknummer C/10/657158 / JE RK 23-1024
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
hierna te noemen de Raad,
betreffende

[kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [kind01] ,

[kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2018 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [kind02] .
De kinderrechter merkt in beide zaken als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 mei 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verzoekschrift (herstelrekest) met bijlagen van de Raad van 3 mei 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 13 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord door de kinderrechter;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam02] ;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam03] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Bulgaarse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van
[naam04] , tolk in de Bulgaarse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

De moeder heeft het ouderlijk gezag over [kind01] en [kind02] .
[kind01] en [kind02] wonen bij hun moeder.

De verzoeken

Ten aanzien van zaaknummer C/10/657165 / JE RK 23-1025
de GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] te verlengen voor de duur van een jaar.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/657158 / JE RK 23-1024
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en laat de GI het verzoek verder toelichten. De Raad heeft het onderhavige verzoek gedaan omdat gebleken is dat de GI haar verzoek niet tijdig heeft ingediend bij de rechtbank.

Het standpunt van de GI

Begin dit jaar ging het heel goed binnen het gezin. Bij zowel [kind01] als [kind02] was er geen sprake meer van schoolverzuim. [kind01] gaat naar het Design College in Rotterdam en behaalt goede resultaten. [kind02] gaat naar de Grow up groep van Middin, waarbij hij wordt voorbereid voor instroom binnen het regulier al dan niet speciaal onderwijs. Daarnaast krijgt [kind02] ondersteuning van de fysiotherapeut en de logopedist en zijn er zorgen over zijn overgewicht. De moeder heeft moeite met de aansturing van de kinderen, het stellen van grenzen en het regelen van praktische zaken. Daarvoor is hulpverlening vanuit Middin ingezet, waarvoor moeder gemotiveerd was. Ook is de hulpverlening vanuit Antes net gestart.
Gezien de gemotiveerde houding van moeder was de GI voornemens om de ondertoezichtstelling af te sluiten. Sinds een paar weken wordt echter een ander beeld gezien. De moeder houdt de hulpverlening buiten de deur, waardoor er geen zicht meer is op de ontwikkeling van de kinderen. [kind02] gaat minder frequent naar de groep/school, wat zijn taalachterstand kan vergroten. Ook zijn er zorgen over de emotionele ontwikkeling van [kind01] . Hij is vaak stil en cijfert zichzelf weg. Het is het belangrijk dat de hulpverlening weer goed van de grond komt. Gezien de ambivalente houding van de moeder is een gedwongen kader noodzakelijk.

Het standpunt van de moeder

De moeder staat achter het verzoek van de GI. Zij staat open voor de hulpverlening en wil graag ondersteuning. De afgelopen twee maanden is het lastig geweest voor de moeder om de deur te openen voor de hulpverlening, omdat haar bel en telefoon kapot waren. Dat had zij gemeld bij de GI. De moeder is gemotiveerd om mee te werken met de hulp.

De beoordeling

Ten aanzien van zaaknummer C/10/657165 / JE RK 23-1025
Ingevolge artikel 2.4.10 onder a. van het procesreglement Civiel jeugdrecht dient het verzoek tot een verlenging van de ondertoezichtstelling uiterlijk tijdens de achtste week voor het einde van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling te worden ingediend. Het onderhavige verzoek is echter door de GI slechts twaalf dagen vóór het verlopen van de termijn van de ondertoezichtstelling ingediend. Als gevolg daarvan is de kinderrechter niet tijdig in staat geweest om vóór het verlopen van de termijn van de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] het onderhavige verzoek te behandelen en is de kinderbeschermingsmaatregel inmiddels verlopen. De ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] kan daarom niet meer worden verlengd. Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] afwijzen.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/657158 / JE RK 23-1024
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De afgelopen periode is door de ambivalente houding van moeder de hulpverlening binnen het gezin gestagneerd. De moeder geeft hier haar eigen redenen voor, maar het feit blijft dat daarmee ook de ontwikkeling van de kinderen stilstaat. Het is voor [kind02] van groot belang dat hij naar de groep/school gaat, om te werken aan zijn taalvaardigheden. Ook de inzet van fysiotherapie voor zijn motorische ontwikkeling is belangrijk. Verder dient er hulpverlening te worden ingezet voor [kind01] , omdat er zorgen zijn over zijn emotionele ontwikkeling. Hij presteert goed op school, maar is stil en vindt vaak alles prima. Bij de kinderrechter heeft [kind01] aangegeven dat hij van boksen houdt. De komende dient te worden gezocht naar een passende sportschool. Daarnaast ziet [kind01] de meerwaarde van de ondersteuning en vindt hij het zelf prettig om hulp te krijgen bij zijn concentratieproblemen.
Gezien de ambivalente houding van de moeder en het belang van de ondersteuning binnen het gezin acht de kinderrechter de betrokkenheid van de GI noodzakelijk. Het is goed als er een neutraal persoon binnen het gezin meekijkt welke hulp noodzakelijk is voor kinderen, maar ook voor de moeder. De moeder heeft een belast verleden, waarvoor het van belang is dat zij zich inzet voor de hulpverlening vanuit Antes. Gezien het bovenstaande zal de kinderrechter [kind01] en [kind02] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [kind01] en [kind02] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 13 juni 2023 tot 13 juni 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2023 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. de Pater als griffier, en op schrift gesteld op 26 juni 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.