ECLI:NL:RBROT:2023:6434

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/10/658949 / JE RK 23-1304
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige binnen het netwerk van de grootouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 juni 2023 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [kind01], in het netwerk van haar grootouders aan vaderszijde. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van [kind01] niet aanwezig was, ondanks een behoorlijke oproep. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend, waarbij de noodzaak van uithuisplaatsing werd onderbouwd door zorgen over de ontwikkeling van [kind01].

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door een verstoorde relatie met haar moeder en het feit dat zij al twee jaar niet naar school gaat. De grootouders hebben aangegeven bereid te zijn om voor [kind01] te zorgen, maar er zijn ook zorgen over de thuissituatie, zoals de strenge en toegefelijke benadering van de grootouders. De kinderrechter heeft besloten dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [kind01].

De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 26 februari 2024, en heeft bepaald dat er passende hulpverlening moet worden ingezet om zowel [kind01] als de grootouders te ondersteunen. Tevens moet er aandacht zijn voor de schoolgang van [kind01] en de verbetering van de relatie met haar moeder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/658949 / JE RK 23-1304
Datum uitspraak: 21 juni 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[kind01],

geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01], hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
6 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 6 juni 2023.
Op 21 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [kind01], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam02].
De moeder is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de oma vaderszijde (vz) van [kind01].

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [kind01].
[kind01] verblijft bij de opa en oma vz.
Bij beschikking van 26 februari 2020 is [kind01] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 26 februari 2024.

Het verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] in het netwerk voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt nader toegelicht. Het heeft vanuit de GI de voorkeur dat [kind01] bij haar opa en oma vz kan verblijven. Daarentegen worden er ook bezwaren tegen een plaatsing bij de opa en oma gezien. [kind01] komt niet altijd de afspraken en regels bij haar opa en oma thuis na. Ook is de opa (te) toegefelijk en de oma strenger, wat voor spanning in de thuissituatie kan zorgen. De oma heeft er last van als [kind01] niet luistert en bijvoorbeeld haar kamer niet opruimt. De GI vraagt zich daarom af of de draagkracht van de oma voldoende is. Om die reden is ambulante spoedhulp (ASH) ingezet in de thuissituatie en is tegelijkertijd een ander spoor uitgezet voor [kind01]. Aanvankelijk leek Pameijer een plek te kunnen bieden aan [kind01]. Zij hebben als voorwaarde gesteld dat [kind01] moet worden aangemeld bij Pluryn. Deze aanmelding is gedaan. Ook zal er binnenkort een pleegzorgscreening plaatsvinden bij de opa en oma thuis.
Wat betreft de schoolgang van [kind01]; [kind01] gaat op dit moment al twee jaar lang niet naar school. Dit is zorgelijk. Ook kent zij een langdurige geschiedenis met betrekking tot haar schoolgang en verschillende scholen. De GI heeft onlangs een toelaatbaarheidsverklaring ontvangen. De GI zal zich hierdoor de komende periode kunnen gaan inzetten om de schoolgang van [kind01] weer in gang zetten. Het is van belang dat er spoedig een rustige en kleinschalige school voor [kind01] wordt gevonden.
Ook is het de komende periode van belang dat hulpverlening wordt ingezet voor [kind01]. De oma heeft aangegeven dat [kind01] niet over haar gevoelens durft en kan praten. Daarnaast is het van belang dat er passende hulpverlening wordt ingezet om de opa en oma te ondersteunen in de thuissituatie.

De informatie van de oma

De oma heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij met liefde voor [kind01] wil blijven zorgen. Wel vindt de oma het belangrijk dat [kind01] de regels en afspraken bij de opa en oma thuis accepteert en zich hieraan houdt. Ook vindt zij het van groot belang dat [kind01] weer naar school gaat. Zij is zestien jaar oud en is verplicht om naar school te gaan. Het zou ook de oma ontlasten als [kind01] weer een normaal dagprogramma heeft, passend bij haar leeftijd.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] noodzakelijk is in het belang van haar verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).
Gebleken is dat [kind01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van een ernstig verstoorde onderlinge relatie tussen [kind01] en de moeder. [kind01] vertoont volgens de moeder brutaal, zelfbepalend en grensoverschrijdend gedrag. Het is niet gelukt om de onderlinge relatie tussen [kind01] en de moeder in de thuissituatie werkbaar te maken. Om die reden is [kind01] begin mei 2023 naar de opa en oma vz gegaan om daar te wonen. De opa en oma willen [kind01] graag helpen en lijken hiertoe in staat. Wel vertoont [kind01] in de thuissituatie bij hen ook zelfbepalend gedrag. Zij houdt zich niet altijd aan de regels en afspraken, wat het wonen bij de opa en oma bemoeilijkt en voor spanningen kan zorgen in de thuissituatie. Daarbij komt dat [kind01] al twee jaar niet naar school gaat.
Ondanks dat er enige zorgen zijn over deze plaatsing van [kind01] bij de opa en oma vz, lijken zowel [kind01] als opa en oma erg gemotiveerd om deze plaatsing te laten slagen. Zij krijgen nu ook hulp van ASH. [kind01] heeft het naar haar zin bij haar opa en oma, heeft een baantje en is voornemens om naar school te gaan. Wel is het belangrijk dat [kind01] zich realiseert dat zij de regels en afspraken die bij opa en oma gelden, zal moeten accepteren en respecteren.
De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing verlenen bij de opa en oma vz voor de duur van de ondertoezichtstelling, omdat dat onder de huidige omstandigheden in het belang is van [kind01].
De komende periode is het van belang dat er passende hulpverlening wordt ingezet om de opa en oma te ondersteunen bij de opvoeding en verzorging van [kind01] en om [kind01] te ondersteunen in haar dagelijks leven. Ook dient er spoedig een passende school te worden gevonden voor [kind01] zodat zij weer het normale dagritme van een zestienjarige kan krijgen en zich verder goed zal kunnen ontwikkelen. Ook moet er aandacht zijn voor (verbetering van) de relatie tussen [kind01] en haar moeder.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] in het netwerk, te weten bij de opa en oma vaderszijde, met ingang van 21 juni 2023 tot 26 februari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van S.H. Harders als griffier, en op schrift gesteld op 10 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.