Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde01] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 juni 2023, met producties;
- het antwoord van [gedaagde01] c.s. per er-mail van 28 juni 2023, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen [eiseres01] B.V. en [gedaagde01] c.s. over de inloggegevens van de website, e-mailserver en administratieportal van [eiseres01]. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Moussa, vordert dat [gedaagde01] c.s. wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening medewerking te verlenen aan de overdracht van alle aan haar bekende en/of in het bezit zijnde stukken, informatie en (inlog)gegevens aan [eiseres01]. De eiseres stelt dat [gedaagde01] de inloggegevens heeft verplaatst naar een persoonlijke omgeving en weigert deze te delen, waardoor [eiseres01] niet meer bij haar website en e-mailserver kan. De gedaagden, waaronder [gedaagde02] B.V., betwisten de claims van [eiseres01] en stellen dat de eiseres zelf toegang heeft tot de inloggegevens.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juni 2023 is de bevoegdheid van de kantonrechter aan de orde gekomen en hebben partijen verklaard dat zij zich het recht op hoger beroep voorbehouden. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres01] afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat [gedaagde01] onrechtmatig handelt jegens [eiseres01]. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] c.s. niet verplicht is om de gevorderde inloggegevens over te dragen, aangezien [eiseres01] zelf ook toegang kan hebben tot deze gegevens. De vordering om [gedaagde01] c.s. te verbieden om belemmeringen in de bedrijfsvoering van [eiseres01] te creëren, wordt eveneens afgewezen, omdat [eiseres01] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims. De proceskosten worden aan de zijde van [gedaagde01] c.s. toegewezen, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.