Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de advocaat van de vader.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- griffierecht € 86,-
- de eigen bijdrage in de advocaatkosten ter hoogte van € 159,-
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. N. Aydogan-Kütük, een kort geding aangespannen tegen de vader, vertegenwoordigd door mr. R.W. de Gruijl, om vervangende toestemming te verkrijgen voor een vakantie met hun minderjarige kinderen naar Marokko. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 juni 2023, waarbij beide partijen aanwezig waren. De moeder vorderde toestemming om met de kinderen, geboren in 2009 en 2011, op vakantie te gaan in de periode van juli tot augustus 2023. De vader verzette zich tegen deze vordering, omdat hij vreesde dat de moeder een echtscheidingsprocedure in Marokko zou starten en dat zij in het bezit zou komen van een kopie van zijn paspoort.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de spoedeisendheid van de vordering vaststaat, gezien de geplande reisperiode. De rechter oordeelde dat het geschil valt onder artikel 1:253a BW, dat regelt dat de rechter een beslissing neemt als ouders samen het gezag uitoefenen maar het niet eens zijn over de uitoefening daarvan. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de argumenten van de vader om geen toestemming te geven onvoldoende zijn en dat er geen gegronde vrees is voor ontvoering of andere bezwaren die de vakantie zouden kunnen belemmeren.
Daarom heeft de voorzieningenrechter de vordering van de moeder toegewezen en haar toestemming verleend om met de kinderen naar Marokko te reizen. Tevens is de vader veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 245,-, rekening houdend met het feit dat de moeder procedeert op basis van een toevoeging. Het vonnis is uitgesproken op 16 juni 2023 door mr. M.C. van der Kolk en is uitvoerbaar bij voorraad.