Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De vordering
3.De beoordeling
- griffierecht € 86,-
- de eigen bijdrage in de advocaatkosten ter hoogte van € 159,-
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de moeder van twee minderjarigen, geboren in 2006 en 2007, een kort geding aangespannen tegen de vader, die niet is verschenen. De moeder vordert toestemming om met de kinderen naar Roemenië te reizen en daar bij hun oma te verblijven van eind juni tot en met augustus 2023. De vader heeft geen contact met de moeder, waardoor zijn toestemming niet kan worden verkregen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juni 2023 is de moeder bijgestaan door haar advocaat, mr. H.J. van Smaalen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldoet en heeft verstek verleend tegen de vader. De rechter heeft het spoedeisend belang van de moeder erkend en geoordeeld dat de kinderen de kans moeten krijgen om op vakantie te gaan. De vordering van de moeder is niet ongegrond of onrechtmatig bevonden en is toegewezen. De vader is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 245,-, inclusief griffierecht en eigen bijdrage in de advocaatkosten. De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De uitspraak is gedaan op 23 juni 2023 door mr. M.C. van der Kolk en betreft een kort geding in het kader van het familierecht.