ECLI:NL:RBROT:2023:6517

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
23 juli 2023
Zaaknummer
C/10/658791 / KG ZA 23-460
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor vakantie van minderjarigen naar Roemenië in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de moeder van twee minderjarigen, geboren in 2006 en 2007, een kort geding aangespannen tegen de vader, die niet is verschenen. De moeder vordert toestemming om met de kinderen naar Roemenië te reizen en daar bij hun oma te verblijven van eind juni tot en met augustus 2023. De vader heeft geen contact met de moeder, waardoor zijn toestemming niet kan worden verkregen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juni 2023 is de moeder bijgestaan door haar advocaat, mr. H.J. van Smaalen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldoet en heeft verstek verleend tegen de vader. De rechter heeft het spoedeisend belang van de moeder erkend en geoordeeld dat de kinderen de kans moeten krijgen om op vakantie te gaan. De vordering van de moeder is niet ongegrond of onrechtmatig bevonden en is toegewezen. De vader is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 245,-, inclusief griffierecht en eigen bijdrage in de advocaatkosten. De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

De uitspraak is gedaan op 23 juni 2023 door mr. M.C. van der Kolk en betreft een kort geding in het kader van het familierecht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
zaaknummer / rolnummer: C/10/658791 / KG ZA 23-460
Vonnis in kort geding van 23 juni 2023
in de zaak van
[moeder01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
advocaat mr. H.J. van Smaalen,
tegen
[vader01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna de moeder en de vader genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 8 juni 2023, met bijlagen.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 16 juni 2023. Daarbij is de moeder verschenen, bijgestaan door haar advocaat. De vader is niet verschenen.

2.De vordering

2.1.
De moeder vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om aan haar, ter vervanging van de toestemming van de vader, toestemming te verlenen dat [minderjarige01] (geboren op [geboortedatum01] 2006) en [minderjarige02] (geboren op [geboortedatum02] 2007) vanaf eind juni 2023 tot en met augustus 2023 naar Roemenië mogen afreizen en daar de hele periode bij oma verblijven, met veroordeling van de vader in de proceskosten.
2.2.
De moeder legt aan haar vordering ten grondslag dat zij samen met de vader belast is met het gezag over [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] en dat voor het reizen van de kinderen daarom de toestemming van de vader noodzakelijk is. Op dit moment is er geen enkel contact met de vader waardoor de benodigde toestemming niet gevraagd kan worden.

3.De beoordeling

3.1.
Nadat de voorzieningenrechter tijdens de mondelinge behandeling heeft vastgesteld dat ten aanzien van de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, is tegen de vader verstek verleend.
3.2.
Op grond van de dagvaarding en de toelichting van de moeder tijdens de mondelinge behandeling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van de moeder bij haar vordering vast.
3.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] in de gelegenheid gesteld moeten worden om op vakantie te gaan en dat zij tijdens deze vakantie bij oma verblijven. De niet weersproken vordering van de moeder komt de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en wordt daarom toegewezen.
3.4.
De vader wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de moeder worden - rekening houdend met het feit dat zij procedeert op basis van een toevoeging - begroot op:
  • griffierecht € 86,-
  • de eigen bijdrage in de advocaatkosten ter hoogte van € 159,-
Dit komt neer op een totaalbedrag van € 245,-. Dit bedrag kan eventueel vermeerderd worden met de kosten van de tenuitvoerlegging van het vonnis. De voorzieningenrechter zal de vader veroordelen tot het betalen van deze kosten aan de moeder.
3.5.
De voorzieningenrechter verklaart de beslissing, gelet op de aard van de vordering en in lijn met de vordering, uitvoerbaar bij voorraad. Dat betekent dat de beslissing alvast moet worden gevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld tegen deze beslissing.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verleent verstek tegen de vader;
4.2.
verleent aan de moeder, ter vervanging van de toestemming van de vader, toestemming dat de minderjarige [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] eind juni 2023 afreizen naar Roemenië en tot en met augustus 2023 in Roemenië verblijven;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
veroordeelt de vader in de kosten van het geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van de moeder begroot op € 245,-, welk bedrag eventueel nog kan worden vermeerderd met de kosten van de tenuitvoerlegging van het vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.