In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot gedwongen schuldregeling van een verzoeker die in financiële problemen verkeert. De verzoeker had op 20 maart 2023 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan zijn schuldeisers, waaronder Esso en I-Workx. Tijdens de zitting op 5 juni 2023 hebben beide schuldeisers aangegeven niet in te stemmen met de aangeboden regeling. Esso heeft een vordering van € 74,25 en I-Workx een vordering van € 24.551,01 op de verzoeker. De rechtbank heeft de belangen van de schuldeisers afgewogen tegen die van de verzoeker. Esso stelde dat het accepteren van een lagere betaling zou kunnen leiden tot negatieve gevolgen voor de bestrijding van brandstofdiefstal, terwijl I-Workx zich op het standpunt stelde dat de verzoeker verantwoordelijk was voor de kosten die voortvloeiden uit het uitlenen van een tankpas aan een vriend. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de schuldeisers, met name I-Workx, zwaarder wogen dan die van de verzoeker. Daarom werd het verzoek om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.