In deze zaak heeft verzoeker op 9 mei 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft op 1 juni 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert door investeringen in cryptomunten, verzoekt om een voorlopige voorziening om ontruiming van zijn huurwoning te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een bedreigende situatie is, aangezien er een vonnis tot ontruiming was uitgesproken. Verzoeker heeft inkomen uit arbeid en zijn partner ontvangt een Wajong-uitkering, wat voldoende is om de huur te betalen. De rechtbank weegt de belangen van verzoeker, die in zijn woning wil blijven, tegen die van de verhuurder, die het vonnis tot ontruiming wil uitvoeren. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van verzoeker zwaarder weegt en heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.