In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 19 juli 2023, is een verzoekschrift behandeld dat strekt tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht op basis van artikel 202 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. van der Schee, heeft het verzoek ingediend tegen twee verweerders, die beiden in persoon zijn verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek, dat op de wet is gegrond, als onweersproken kan worden toegewezen.
De rechtbank heeft vervolgens een deskundige benoemd, Ing. P.B.J.M. Elfrink, en de vragen geformuleerd die deze deskundige moet beantwoorden. De deskundige is belast met het onderzoeken van de scheefstand en verzakking van een twee-onder-één-kapgarage, evenals de schade die daaruit voortvloeit. De rechtbank heeft het voorschot voor het onderzoek vastgesteld op € 7.075,47, inclusief omzetbelasting, en bepaald dat dit bedrag door de verzoekster moet worden gedeponeerd.
De beschikking bevat ook richtlijnen voor de deskundige en de partijen, waaronder de verplichting voor partijen om mee te werken aan het onderzoek en om de deskundige toegang te verlenen tot noodzakelijke plaatsen. De deskundige moet binnen vier maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de opmerkingen van de partijen worden verwerkt. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat niet-naleving van deze verplichting gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de procedure.