Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam01] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 december 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- het antwoord in reconventie, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen huurders en verhuurders over de huurprijs van een onzelfstandige woonruimte. De huurders, [naam01] c.s., hebben de onzelfstandige woonruimte sinds 15 mei 2022 in gebruik en zijn van mening dat de huurprijs te hoog is. De Huurcommissie heeft eerder vastgesteld dat de maximaal redelijke huurprijs € 283,75 bedraagt, terwijl de verhuurders een huurprijs van € 309,47 bepleiten. De huurders hebben ook een tegeneis ingediend voor huurprijsvermindering vanwege een gebrek in de woonruimte, namelijk vocht- en schimmelvorming in de douche. Tijdens de mondelinge behandeling is de zaak besproken, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de Huurcommissie terecht is uitgegaan van een puntenaantal van 129 voor de woonruimte, wat leidt tot de huurprijs van € 283,75. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat er geen sprake is van een ernstig gebrek dat recht geeft op huurprijsvermindering. De natte plek in de douche is niet voldoende om te concluderen dat er sprake is van verminderd huurgenot. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten moet dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.