Eiseressen vorderen:
I. gedaagden te veroordelen althans te gebieden om tijdens en rondom de door de mentor van [persoon A] bepaalde omgangsmomenten tussen eiseressen en [persoon A] uit de buurt te blijven van [persoon A] en van eiseressen die [persoon A] op dat moment bezoeken, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per persoon per keer;
II. gedaagden te veroordelen althans te gebieden om binnen 12 uur na het tijdstip van overlijden van [persoon A] eiseressen van de datum en tijdstip van het overlijden van [persoon A] op de hoogte te (laten) stellen, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per elke hele dag dat gedaagden deze veroordeling althans dit gebod niet nakomen;
III. gedaagden te veroordelen althans te gebieden om binnen 24 uur na het tijdstip van overlijden van [persoon A] eiseressen in kennis te (laten) stellen van de plaats en het adres waar eiseressen afscheid kunnen nemen van [persoon A] alsmede van de plaats en datum van de begrafenis althans uitvaart van [persoon A] en, in geval van repatriëring naar het buitenland, de plaats, datum en vluchtgegevens, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per elke hele dag dat gedaagden deze veroordeling althans dit gebod niet nakomen;
IV. gedaagden te veroordelen althans te gebieden om eiseressen op de tweede dag en de vierde dag na het overlijden van [persoon A] tussen 14:00 uur en 15:00 uur, zonder aanwezigheid van gedaagden, andere familie of anderen, afscheid te laten nemen van [persoon A] , op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per elke hele dag dat gedaagden deze veroordeling althans dit gebod niet nakomen;
V. gedaagden te veroordelen althans te gebieden toe te staan dat eiseressen en hun familieleden aanwezig zijn bij de begrafenis althans uitvaart van [persoon A] , op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per elke hele dag dat gedaagden deze veroordeling althans dit gebod niet nakomen;
VI. eiseressen te machtigen om de hulp van de sterke arm in te schakelen wanneer zij op welke wijze dan ook worden gehinderd in de mogelijkheid om afscheid te nemen, zoals onder Ⅳ. en Ⅴ. gevorderd;
VII. gedaagden te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met bepaling dat wettelijke rente verschuldigd zal zijn over de proceskosten.